Week 8 schoolwoorden en tellen tot en met 100

• NT2
• Basisschool
• Groep 6

Welkom

Woensdag 25 juni 2025

Wat gaan we doen?

• We gaan vandaag oefenen met het uitspreken van de getallen 0-100.
• We gaan oefenen met klok kijken, hele en halve uren.

Wat ga je vandaag leren?

• Je leert nieuwe woorden bij het thema Wonen
• Je leert de nieuwe woorden toepassen in oefeningen.

Tellen

Tellen in even nummers, tellen in oneven nummers.

Tellen in tientallen. van 10 tot 100 en van 100 tot 10.

Tellen tot 100, om de beurt een cijfer zeggen. Kijken hoe ver de klas van komen.

Dit kunnen de kinderen ook in tweetallen of in hun groepje doen.

Cijfers

1. Een

2. Twee

3. Drie

4. Vier

5. Vijf

6. Zes

7. Zeven 

8. Acht

9. Negen

10.Tien

Getallen

10. Tien

11. Elf

12. twaalf

13.dertien

14. veertien

15. vijftien

16. zestien

17. zeventien

18. achttien

19. negentien

Tientallen

                    

20. Twintig

30. Dertig

40. Veertig

50. Vijftig

60. Zestig

70. Zeventig

80. Tachtig

90. Negentig

100. Honderd

Let op:

In het Nederlands zeggen we :

26

Eerst de 6 dan de 20.

I

1. één

2.twee

3.drie

4. vier

5. vijf

6. zes

7. zeven

8. acht

9. negen

20. Twintig

30. Dertig

40. Veertig

50. Vijftig

60. Zestig

70. Zeventig

80. Tachtig

90. Negentig

100. Honderd

70

1. seventug
2. seventig
3. zeventien
4. zeventig

40

1. viertig
2. veertig
3. viertien
4. veertien

Spreek uit.

23

68

49

24

99

Hoe spreek je het getal 25 uit?

Je zegt eerst het laatste cijfer: vijf

Dan ze zeg je: en 

Wat is het voorste cijfer? twintig

DUS... vijfentwintig !

Cijfer dictee

Leerkracht dicteert cijfers klassikaal, leerlingen schrijven de cijfers op.

Kinderen kunnen elkaar cijfers dicteren. Ze schrijven de cijfers op, op hun whiteboard.

Leerkracht houdt whiteboard met cijfer erop omhoog. Kinderen zeggen welk getal er staat. Dit kunnen de kinderen ook in tweetallen doen.

Loop naar de juiste plaats

Er hangen 5 blaadjes in de klas: 0-20, 21- 40, 41-60, 61-80, 81-100.

De leerkracht zegt 64. De kinderen lopen naar het blad 61-80. Etc.

Een leerling kan ook een getal noemen.

Cijfers 

5

12

23

57

Lettters

vijf

twaalf

drieentwintig

zevenenvijftig

Welk getal hoor je? Schrijf het op in cijfers.

Welk getal hoor je? Schrijf het op in cijfers.

Welk getal hoor je? Schrijf het op in cijfers.

Schrijf nu in letters:
23

Schrijf nu in letters:
89

Schrijf nu in letters:
75

Schrijf nu in letters:
19

Wat heb je vandaag geleerd?

• Ik kan de getallen tot honderd uitspreken
• Ik kan de getallen tot  honderd schrijven in cijfers.
• Ik kan de getallen schrijven in letters.

Klokkijken

Instructie klokkijken.

Hele en halve uren.

Hoe laat is het?

1. 4 uur
2. half 6
3. 6 uur
4. half 4

Hoe laat is het?

1. 3 uur
2. half 3
3. 12 uur
4. 9 uur

Hoe laat is het?

Hoe laat is het?

1. 11 uur
2. half 11
3. 6 uur
4. half 12