MA3 8.3 & 8.4 Ken je rechten + Als het tegenzit

MA H.8 Werk
8.3 Ken je rechten
8.4 Als het tegenzit

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

MA H.8 Werk
8.3 Ken je rechten
8.4 Als het tegenzit

- Uitleg
- Aan de slag!
- Les afsluiten

Slide 1 - Slide

Wat weet/kan ik na deze les?
Uitleg 8.3 en 8.4
 - Wat is een contract? Wat staat daar in?
- Wat is een CAO?
- Hoe beschermt de wet jou?
- Wat is zwartwerken?
- Positieve en verboden discriminatie
- Wat is een arbeidsconflict?
- Wat doen vakbonden?
- Wat als je ontslagen wordt?

Slide 2 - Slide

Wat is geen werk?
A
Huiswerk
B
Vrijwilligerswerk
C
Bijbaantje
D
Bakker

Slide 3 - Quiz

Dankzij zijn baan als treinmachinist kan Peter een huis huren. Bij welke basisbehoefte hoort deze reden voor werk?
A
Eerste levensbehoefte
B
Veiligheid en zekerheid
C
Sociale behoeftes
D
Waardering

Slide 4 - Quiz

Arbeidsovereenkomst
= het contract tussen jou en je
    werkgever

Daar staat in:
- Wat je gaat verdienen (loon)
- Welk werk je gaat doen en welke
   uren/dagen
- Hoe lang duurt het contract?
- Hoeveel vakantiedagen krijg je?

Slide 5 - Slide

Wat is het minimumloon?
A
Het loon dat mensen krijgen die geen werk hebben
B
Het loon voor mensen die de minste uren werken
C
Het loon dat iedere Nederlander minimaal moet krijgen.
D
Het loon voor mensen met de simpelste banen.

Slide 6 - Quiz

Hoe beschermt de wet jou als arbeider?
Arbowet = wet die zegt dat je werkplek gezond en veilig moet zijn.
- Geen ongezonde gassen, helm op bij bouwprojecten enzovoorts.
Arbeidstijdenwet = wet die bepaalt: hoeveel uren je maximaal mag werken, hoe vaak en hoe lang pauze en hoeveel rusttijd tussen werkdagen.

Minimumloon = de overheid/wet bepaalt dat iedere werkende Nederlander minimaal een bepaald bedrag per uur moet krijgen.
Nu = 14,06 voor iedereen van 21 jaar en ouder.
Van 15 - 21 is er per leefjaar een ander minimumjeugdloon.

Als je zwart werkt  (zonder officieel contract) heb je hier geen recht op.

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen bruto en nettoloon?
A
Het brutoloon is hoger dan het nettoloon
B
Het nettoloon is zonder belastingen, brutoloon na belastingen
C
Het nettoloon is hoger dan het brutoloon
D
Het brutoloon is zonder belastingen, nettoloon na belastingen

Slide 8 - Quiz

Arbeidsconflict
= ruzie tussen jou en je werkgever

Kan een reden worden om je te ontslaan.

Daarom belangrijk het probleem op te lossen.

Slide 9 - Slide

Discriminatie
Verboden:
- Geslacht, huidskleur, achtergrond,
   seksualiteit, leeftijd of beperking.
Zolang het je werk niet beïnvloed!

Positieve discriminatie:
- Voorrang geven aan mensen die moeilijk aan werk komen/waartegen gediscrimineerd wordt.

Slide 10 - Slide

Wat doen vakbonden?
A
Mensen opleiden
B
Lesgeven over werken op scholen
C
Arbeiders helpen met arbeidsconflicten
D
Politieke partijen beginnen

Slide 11 - Quiz

Vakbonden
= organisaties van en voor arbeiders

- Organiseren stakingen
- Gaan met werknemers in gesprek
- Geven financiële steun aan stakers
- Oefenen druk uit op politici om de
   omstandigheden voor arbeiders te
   verbeteren. -> CAO.
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 12 - Slide

Wat betekent ontslag op staande voet?
A
Dat je geen nieuw contract krijgt
B
Dat je het bedrijf meteen moet verlaten
C
Dat je voor de rechter moet verschijnen
D
Dat je aan het eind van de week ontslagen wordt

Slide 13 - Quiz

Ontslagen
Doe je je werk niet goed of moet het bedrijf bezuinigen?
Dan mogen ze je ontslaan.
Wel met opzegtermijn = een paar maanden van tevoren aangeven.
Wil je zelf ontslag nemen, moet je dat dus ook een paar maanden van tevoren doen.

Heb je de wet overtreden of je baas bestolen? Ontslag op staande voet
= Meteen bedrijf verlaten en geen recht op werkloosheidsuitkering.

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Wat? Basis: 8.3 opdrachten 3 en 4, 6 t/m 8, 11 en 12
                          8.4 opdrachten 2, 4, 5, 8, 10 en 11
             Kader/TL: 8.3 opdrachten 2, 3, 5, 7, 10, 11, 13, 16
                                  8.4 opdrachten 3, 5, 6, 7, 10, 11, 13

Met wie? Zachtjes overleggen met buurman of -vrouw.
Vragen? Hand opsteken, docent komt helpen.
Klaar? Verder werken aan opdracht Hindoeïsme en Boeddhisme

Slide 15 - Slide