DCD en NLD

Les 6 - DCD en NLD
1 / 12
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 6 - DCD en NLD

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verwoorden wat DCD is
  • Ik kan verwoorden wat NLD is
  • Ik probeer mij een voorstelling te maken van hoe het is om DCD of NLD te hebben
  • Ik verwoord wat ik als onderwijsassistent kan doen in de begeleiding van een kind met DCD of NLD
  • Ik werk verder aan mijn opdrachten. (Inclusief eindopdracht)

Slide 2 - Slide

DCD = Development Coordination Disorder

DCD is een ontwikkelingsstoornis op gebied van coördinatie. Het is een motorisch probleem, ook wel dyspraxie genoemd.
  • kruipen
  • lopen
  • fietsen
  • veters strikken
  • rits dichtdoen
  • billen afvegen
  • knippen
  • schrijven
  • soms ook waarneming

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

  • Kinderen kunnen een lage spierspanning of juist een hoge bewegingsonrust hebben. DCD trekt vaak in de puberteit bij.
  • Deze kinderen bewegen onhandig en zijn ongericht. Hierdoor komt hun positie in de groep in gevaar.
  • Met extra ondersteuning, ambulante begeleiding en aanpassingen in het lokaal, kunnen ze prima functioneren.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

NLD = Nonverbal Learning Disorder
NLD is een stoornis die het non-verbale deel betreft. Verbaal is alles in orde, het probleem zit in het zien en tasten. 
De stoornis zit in de rechter hersenhelft.

Gevolg hiervan zijn problemen met ruimtelijke oriëntatie, motorische ontwikkeling en de sociale ontwikkeling.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

  • Kinderen met NLD hebben laat leren praten maar hebben sindsdien erg goed gepraat. (hoge verwachtingen)
  • Op school gaat het goed, tot ongeveer groep 5. Vrijwel altijd rekenproblemen. Het kind kan niet meer teren op zijn sterke geheugen, daar worden opgaven nu te moeilijk voor. 
  • Bij tests blijkt groot verschil tussen het verbale IQ (taal) en het performale IQ (visueel-ruimtelijke aspecten).

Slide 9 - Slide

Kenmerken:
  • laat leren praten
  • goed praten
  • traag in aanleren routines
  • vaak botsen tegen mensen en dingen
  • houterige bewegingen
  • hekel aan speelmateriaal waarbij de tastzin een grote rol speelt (denk klei, vingerverf)
  • praat in zichzelf bij moeilijke handelingen
  • hekel aan nieuwe situaties
  • onverklaarbare woede-aanvallen
Later, op schoolleeftijd:
  • fijne motoriek slecht
  • problemen met tijd, plannen, op tijd komen
  • overal doorheen praten
  • mensen aanstaren
  • hatelijkheden niet begrijpen
  • rekenproblemen
  • gevaarlijk gedrag in het verkeer, kan geen diepte of afstanden schatten
  • kan geen vriendschap houden, populair doen met onbekenden
  • heel sterk geheugen

Slide 10 - Slide

Ga aan de slag met:

  1. huiswerk
  2. eindopdracht

Slide 11 - Slide

Lesdoelen behaald?
  • Ik kan verwoorden wat DCD is
  • Ik kan verwoorden wat NLD is
  • Ik probeer mij een voorstelling te maken van hoe het is om DCD of NLD te hebben
  • Ik verwoord wat ik als onderwijsassistent kan doen in de begeleiding van een kind met DCD of NLD
  • Ik werk verder aan mijn opdrachten. (Inclusief eindopdracht)

Slide 12 - Slide