1.6 ademhaling bij dieren

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Kom rustig binnen

Ga zitten op jouw plek

Spullen op tafel

Startopdracht: 

Wat is hooikoorts? 

Iedereen aanwezig?

Je gedraagt je!

1. We begroeten elkaar bij de deur. 
2. Je  zit klaar voor de les -> werkboek, laptop, oortjes uit jouw oren deze gebruik je alleen tijdens de zelfstandige verwerking.
3. Je doet actief mee aan de les -> je luistert naar de instructie, je luistert naar elkaar, maakt de opdrachten op een serieuze manier. Dit doe je samenwerkend of zelfstandig. 
4. Je hebt alleen applicaties openstaan die voor de les relevant zijn -> Muziek luisteren tijdens het zelfstandig verwerken   mag -> Spotify of Soundcloud. 
5. Je bent respectvol naar jouw klasgenoten -> je blijft van elkaar af, je bent aardig naar elkaar. Als je niet aardigs weet te zeggen, zeg je niets. 
6. Je gaat in de pauze of tijdens de leswisselingen naar het toilet -> Dus tijdens de les is een toiletbezoek niet mogelijk.
7. Energizers zijn onderdeel van de les

Wanneer het lastig is om je te gedragen.....

1. Storend gedrag:  waarschuwing, naam opschrijven, toch doorgaan? Volgende dag om 8.00 uur melden.
2. Andere applicaties open staan dan relevant voor de les, bijvoorbeeld gamen of Youtube? Volgende dag om 8.00 uur melden.
3. Telefoon? Inleveren 

Ouders worden geïnformeerd

Lesdoelen:

• Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.

Agenda

1. Instructie 10 minuten
2. Zelfstandige verwerking 20 minuten
3. Begrippen oefenen 7 minuten
4. Afsluiting

Eencelligen

Bij eencellige organismen vindt ademhaling plaats via het celmembraan. Het oppervlak van het celmembraan is groot genoeg om voldoende zuurstof te kunnen opnemen en voldoende koolstofdioxide te kunnen afgeven. Eencelligen hebben dan ook geen speciale ademhalingsorganen.

Tracheeën

Tracheeën zijn sterk vertakte buisjes in het lichaam van een insect. Via openingen komt lucht in het tracheeënstelsel. Deze openingen heten stigma’s. De kleine vertakkingen van de tracheeën eindigen overal in het lichaam. Alle vertakkingen samen hebben een groot oppervlak, zodat de gaswisseling snel plaatsvindt.

Kieuwen

Vissen halen adem met kieuwen. De kieuwen liggen vlak achter de kop in de kieuwholten. De kieuwholten zijn bedekt door kieuwdeksels. Elke kieuw bestaat uit een kieuwboog, met daarop een groot aantal kieuwplaatjes 

Vogels

Als een vogel inademt, worden alle luchtzakken groter, niet de longen​.

Vanuit de luchtpijp stroomt verse lucht naar de achterste luchtzakken, en vanuit de longen stroomt lucht naar de voorste luchtzakken​

Insecten

Vissen

Eencelligen

Vogels

De ademopeningen bij insecten noemen we ook wel......

1. Longen
2. Luchtzakken
3. Tracheeën
4. Stigma's

Als een vogel inademt......

1. worden alle luchtzakken groter
2. worden de longen groter

Eencellige dieren ademen via.....

1. de longen
2. de kieuwen
3. het celmembraam
4. de luchtzakken

Waar of niet waar
Alle vertakkingen van de tracheeën samen hebben een groot oppervlak, zodat de gaswisseling snel plaatsvindt.

1. Waar
2. Niet waar

Welke nieuwe begrippen
heb je vandaag geleerd?

Zelfstandige verwerking

Wat moet je maken:

- Paragraaf 1.6 in het werkboek of online

- Test jezelf en flitskaarten

Wat heb je nodig?

- Werkboek

- Laptop 

Vragen?

Steek je vinger op en ik kom bij je langs. 

Voor de volgende les

Paragraaf 1 t/m 6 zijn af

Online: Samenhang en Test jezelf (per paragraaf) 

Wat hebben we vandaag geleerd?

Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.