Les 8

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Heute:

-Stappenplan

-Aufgabe 23, Seite 29

-E/I wechsel

-WL

Bij welke werkwoorden pas je de E/I-Wechsel regel toe?

1. Zwakke werkwoorden
2. Sterke werkwoorden
3. Onregelmatige werkwoorden

Wat is het verschil tussen een zwak en sterk werkwoord?

1. Sterke ww. veranderen van klank, zwak ww.niet
2. Sterke ww. veranderen niet van klank, zwak ww. wel

Wat is een sterk werkwoord?

1. schmecken
2. sehen
3. reden

Waar moet een werkwoord aan voldoen, zodat je de E/I-Wechsel regel kunt toepassen?(Meerdere antwoorden)

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord
3. a in de stam
4. e in de stam

Wat verandert er door de E/I-Wechsel regel aan een werkwoord?

1. Klank in de stam
2. Uitgangen na de stam
3. Umlaut in de stam verdwijnt

Waar verandert de klank in de stam in bij de E/I-Wechsel? (Meerdere antwoorden)

1. i
2. ie
3. a
4. ä

Wanneer verandert de e in de stam in een -i?

1. bij een lange klank
2. bij een korte klank

Wanneer verandert de e in de stam in een -ie?

1. bij een lange klank
2. bij een korte klank

Bij welke persoonlijke vnw. verandert de e in de stam naar i of ie ?

1. ich, du, er/sie/es
2. du, er/sie/es
3. du, er/sie/es, ihr
4. er/sie/es

Wat zijn de uitgangen na de stam bij de E/I-Wechsel regel?

(essen) Was .... du am liebsten?

1. esst
2. isst
3. iesst

(geben) Warum ....... ihr mir das nicht?

1. gibt
2. giebt
3. gebt

(nehmen) ...... du morgen Geld mit?

1. nehmst
2. nihmst
3. niehmst
4. nimmst

(lesen) Petra ...... ein spannendes Buch

1. lest
2. list
3. liest

WL B lernen 

Hoe?

In rondes gaan we WL A leren: eerst 3 minuten in volledige stilte, 3 minuten in tweetallen, 3 minuten klassikaal