Par 3.4 Van het keynesiaanse kruis naar de IS-curve

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Par 3.4 Van het keynesiaanse kruis naar de IS-curve

Hoofdstuk 3 de onderdelen van het IS-MB-GA model

3.1 Economische modellen

3.2 Evenwicht op de goederenmarkt en de vermogensmarkt

3.3 Evenwicht op de goederenmarkt: het keynesiaanse kruis

3.4 Van het keynesiaanse kruis naar de IS-curve

3.5 De MB-curve

3.6 De GA-curve

Agenda les

• Uitleg paragraaf 3.4 van het keynesiaanse kruis naar de IS-curve
• Zelf aan de slag
• Huiswerk 

IS-vergelijking: I=S+(B-O)

• Evenwicht goederenmarkt = ook evenwicht vermogensmarkt
• Evenwicht vermogensmarkt: S=I+ (O-B)
• Herschijven naar IS vergelijking: I=S+(B-O)
• IS-curve geeft alle combinaties tussen de reële rente (r) en inkomen (Y) waarbij evenwicht op de goederenmarkt bestaat.
• IS-curve = rechte dalende lijn (ondanks benaming). 
• Dalend want verband rente en inkomen (Y) is negatief
• Maakt het effect van monetair beleid CB op het evenwichtsinkomen (Y) zichtbaar.
• Laat ook zien hoe het inkomensevenwicht zal veranderen door begrotingsbeleid van de overheid.

Bij rente 2% > Y=800

Bij rente 3% > Y=600 

Stijging rente > Io daalt > bestedingslijn daalt

Stijging rente > marginale consumptiequote c daalt > consumenten gaan meer sparen > bestedingslijn vlakker lopen

Verschuiving van of over de IS-lijn

• Verschuiving OVER de lijn altijd door verandering rente.

• Verschuiving VAN de lijn alle andere oorzaken (dus niet rente). Betreffen maatregelen door de overheid

Zelf aan de slag

Lees paragraaf 3.4

Maak opdracht 3.16 t/m 3.18

Opdracht 3.14

Marginale spaarquote= 1-c-b > land A= 1-0,5-0,3= 0,2 > land B=1-0,6-0,2=0,2

1-0,5-0,3= 0,2

1-0,6-0,2= 0,2

Overheidsbestedingen stijgen met 50 en multiplier is bij land A factor 2. Dus Y stigt met 2 x50= 100

Land B: 2,5 x 50= 125

1-0,5-0,3= 0,2

1-0,6-0,2= 0,2

2 x 50=100

2,5x50=125

Stijging C: land A: c=0,5 en land B: c=0,6

1-0,5-0,3= 0,2

1-0,6-0,2= 0,2

2 x 50=100

2,5x50=125

100 x 0,5= 50

125x 0,6= 75

Stijging S: land A: s=0,2 en land B: s=0,2

1-0,5-0,3= 0,2

1-0,6-0,2= 0,2

2 x 50=100

2,5x50=125

100 x 0,5= 50

125x 0,6= 75

100 x 0,2= 20

125 x 0,2= 25

verandering O-B

1-0,5-0,3= 0,2

1-0,6-0,2= 0,2

2 x 50=100

2,5x50=125

100 x 0,5= 50

125x 0,6= 75

100 x 0,2= 20

125 x 0,2= 25

125 x 0,2= 25

100 x 0,3= 30

50-30=20

50-25=25

Overige antwoorden 3.14

3.17a. Reële rente is 14% > Y=300

3.17a. Reële rente is 14% > Y=300

Zoek dit punt op de Y=EV lijn (zie rode pijl)

Teken evenwijdig aan oude EV lijn de nieuwe EV die snijdt in Y=300

3.17b. Vanuit punt bij rode pijl naar beneden stippelen tot 14%

Gele pijl

opdracht 3.18

a. Y*>Y dus negatieve outputgap

b. conjuncturele werkloosheid want inkomen ligt onder potentieel inkomen > laag conjunctuur.

c. Heling EV lijn verandert alleen door andere consumptiequote.

d. als output gap =0 dan Y=Y*

opdracht 3.18 d

d. als output gap =0 dan Y=Y* > vanuit onderste grafiek stippellijn omhoog vanaf Y* tot stippellijn de Y-EV lijn snijdt. 

Dan nieuwe EV lijn tekenen evenwijdig aan oude EV lijn

Opdracht 3.18 e/f

e. Op de huidige IS lijn kan Y* alleen bereikt worden door een lagere rente (punt A). In tekst staat dat de CB de reële rente gelijk houdt.

Lijn moet dus evenwijdig aan oude IS lijn naar rechts verschuiven (punt B)

f. zie getekende IS-curve

i. Naar rechts, naar links, niet

3.18