les 6 Mobiliteit en valpreventie

Les 6 Mobiliteit en valpreventie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6 Mobiliteit en valpreventie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van het eerste deel van de les;
- Kan je de mobiliteitsklassen benoemen en waarom daarmee gewerkt wordt
- Ben je op de hoogte van verschillende hulpmiddelen
- belangrijkste kenmerken van decubitus beschrijven.
- mobiliteit in verschillende situaties beschrijven
 



Slide 2 - Slide

Inhoud
- mobiliteitsklassen
- mobiliteit in verschillende situaties
-zelfredzaamheid en mobiliteit
- vallen en valpreventie

Slide 3 - Slide

Wat is volgens jou mobiliteit?

Slide 4 - Mind map

mobiliteit
Mobiliteit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand. Dus hoe kan iemand lopen, zitten of bewegen.

De beperkingen van je cliënt hebben 
invloed op de lichamelijke belasting 
van jou als zorgverlener.

Slide 5 - Slide

Hoeveel procent van de zorgverleners heeft lichamelijke klachten?
A
15%
B
25%
C
40%
D
60%

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je lichamelijke klachten bij jezelf voorkomen?

Slide 7 - Mind map

Mobiliteitsklassen

Slide 8 - Slide

Mobiliteitsklasse A,B en C
A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL; geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine hulpmiddelen als papegaai of draaischijf

C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 9 - Slide

Mobiliteitsklasse D en E
D= vrij passief in mobiliteit, onvoldoende rompbalans, geen steun op 1 of beide benen. 


E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat zijn de risico's om decubitus te krijgen?

Slide 13 - Open question

Decubitus
doorligplekken/drukplekken

Slide 14 - Slide

Hoe kun je decubitus voorkomen?

Slide 15 - Open question

mobiliteit in verschillende situaties

Slide 16 - Slide

Transferprotocol
  • Onderdeel van het zorgdossier
  • Geeft precies aan hoe de transfers moeten verlopen
  • Regelmatige herziening noodzakelijk

Zijn deze ook in de zorgdossiers van je stageplek?

Slide 17 - Slide

Fysieke overbelasting
Verschilt per situatie en hangt af van:
  • de mate van zelfstandigheid van zv
  • de werkhouding bij die handeling
  • fysieke inspanning
  • werkomgeving
  • beschikbare hulpmiddelen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Casus
Meneer Jansen woont al een aantal jaren in een verpleeghuis. Meneer kan niet meer lopen en heeft geen sta-functie meer. Meneer is rolstoelafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om meneer uit bed te halen?

A
Een draaischijf
B
Een actieve tillift
C
Een passieve tillift
D
Geen van de drie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Zelfredzaamheid en mobiliteit

Slide 22 - Slide

Zelfredzaamheid
Het vermogen van mensen om zichzelf 
te redden op alle levensterreinen
 met zo min mogelijk
 professionele ondersteuning en zorg.


Slide 23 - Slide

Zelfredzaamheid bij mobiliteitsbeperking 
Hangt af van
* oorzaak 
* ernst 
* duur van de problemen 

Slide 24 - Slide

Reden zelfredzaamheid
Zorgvrager: behouden en of herwinnen van de onafhankelijkheid en zelfstandigheid. 
Zelf kunnen bepalen wat hij in het leven wil (heeft eigen wensen, behoeften en meningen)

Slide 25 - Slide

Reden zelfredzaamheid
De samenleving: betrekking op geld en het aantal zorgvragers in verhouding tot het aantal zorgprofessionals. 

geld: sinds 2015 maken de gemeenten en overheid minder geld beschikbaar voor persoonlijke verzorging en begeleiding als ook hulp bij het huishouden.

Zorgvragers verhouding zorgprofessional: het aantal chronisch zieken en kwetsbare, zelfstandig wonende ouderen neemt toe. Het aantal zorgprofessionals groeit niet mee met de zorgvraag.  

Slide 26 - Slide

Reden zelfredzaamheid
De zorgprofessional:
dat de zorgvrager langer thuis kan blijven wonen en minder zorg nodig heeft. 

Slide 27 - Slide

Manieren van zelfredzaamheid stimuleren
-Bepaal met zv en mantelzorger/naasten wat zij zelf kunnen
-Bespreek de wensen van de hulp
-Leg uit wat de voordelen zijn van zelfredzaamheid
-Benadruk wat hij/zij wel kan en niet wat hij/zij niet kan
-Geef de gelegenheid om zelf eerst te proberen, neem niet direct over
-Begin klein en breid dit steeds uit

Slide 28 - Slide

Vallen en valpreventie

Slide 29 - Slide

Door welke oorzaken kunnen ouderen vallen?

Slide 30 - Open question

Vallen door:
  • verminderd evenwichtsgevoel
  • afnemende spierkracht
  • slechter zicht
  • andere manier/ houding van lopen
  • ziekte
  • niet gebruiken van hulpmiddelen
  • slechte verlichting
  • hindernissen (deurmat, drempels etc)
  • uitglijden
  • medicijnen of genotsmiddelen
  • duizeligheid

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Melden van valincident
1: Leidinggevende informeren van valincident
2: De verantwoordelijke van de ZV dient fysiotherapeut in te schakelen. 
3: MIC- formulier invullen (melding incidenten cliënten)
4: Valanamnese (evt. acties noteren in zorgleefplan) en ZV bijhouden van val-agenda.
6: Valincident en de daaruit voortkomende acties bespreken in het MDO.
De registratie van incidenten is bedoeld om de kwaliteit van zorg te verbeteren, niet om fouten te achterhalen!!

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

e learning decubitus
https://free-learning.nl/modules/doorliggen/start.html

Slide 38 - Slide

Afsluiting
Doel
Vragen

Slide 39 - Slide

Opdracht
  • Aan wat voor beperkingen/ziekte of aandoening kun je denken binnen iedere mobiliteitsklassen;
  • Benoem daar de evt. hulpmiddelen bij (andere voorbeelden dan in je boek). Je kunt beide websites hiervoor gebruiken. 
  • Wat is jouw rol als verpleegkundige bij deze hulpmiddelen. Bewaak de zelfredzaamheid van de zorgvrager! 

Slide 40 - Slide