Les 2 Het verplaatsen van een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie

• Doktersassistente
• MBO
• Studiejaar 2

Les 2

Het verplaatsen van een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie

Wees op tijd

Kom op tijd zodat de les zonder onderbrekingen kan starten.

Draag geschikte kleding

Draag makkelijke kleding waarin je vrij kunt bewegen, want er wordt geoefend op de grond.

Respecteer elkaar

Toon respect tijdens het oefenen, zeker bij lichamelijk contact. Vraag toestemming voordat je iemand aanraakt.

Volg de instructies van de docent

De in docent is verantwoordelijk voor veiligheid en structuur. Luister goed en voer aanwijzingen nauwkeurig uit.

Veiligheid voorop

Gebruik materialen op een veilige manier. Meld het direct als iets niet goed voelt of werkt.

Actieve deelname

Iedereen doet mee, tenzij je een geldige reden hebt om niet te oefenen. Laat dit vooraf weten.

Geen telefoongebruik

Leg je telefoon weg tijdens de les, tenzij anders afgesproken.

Eten en drinken

Alleen een flesje water is toegestaan!

Hygiëne

Was je handen voor en na de les. Bij reanimatieoefeningen gebruik je altijd een beademingsdoekje of pocketmasker.

Privacy respecteren

Maak geen foto's of video's van anderen tijdens de praktijkoefeningen.

Humor mag, maar met mate

EHBO is serieus. Een goede sfeer is welkom, maar grappen mogen nooit ten koste gaan van veiligheid of respect.

PROGRAMMA

Theorie: 

Terugblik 5 basisregels

Het verplaatsen van een slachtoffer uit een gevaarlijke situatie

Praktijk:

Rauteckgreep van de grond

Rauteckgreep 2 hulpverleners

Verslepen van een slachtoffer

        5 basis regels

                  

1. Houd afstand als er gevaar voor jezelf is
2. Is het slachtoffer zelf nog in gevaar?Kijk of het slachtoffer zich in een gevaarlijke situatie bevindt.
3. Controleer het bewustzijn
4. Controleer de ademhaling
5. Controleer of er sprake is van levensbedreigende stoornissen

Het Verplaatsen van een Slachtoffer uit een Gevaarlijke Situatie

• In principe wordt eerste hulp verleend op de plek van het ongeval.
• Toch kunnen er omstandigheden zijn waarin je het slachtoffer móét verplaatsen. 
• Denk hierbij aan direct gevaar voor het slachtoffer of wanneer de bereikbaarheid voor de hulpdiensten beperkt is.

Verplaatsen moet altijd met grote voorzichtigheid gebeuren om verdere schade te voorkomen.

De manier van verplaatsen wordt beïnvloed door:

• de omgeving (zoals slecht zicht, instabiele ondergrond);
• het soort letsel;
• de hulpmiddelen die beschikbaar zijn;
• het aanwezige gevaar (bijvoorbeeld instorting of explosiegevaar);
• de mate van bewustzijn van het slachtoffer;
• het gewicht van de persoon;
• het aantal beschikbare hulpverleners.

Wanneer het slachtoffer nog kan bewegen

Als het slachtoffer bij bewustzijn is en nog kan hinkelen:

1. Sta aan de kant van het letsel.
2. Laat het slachtoffer steunen met een hand op jouw schouder.
3. Begeleid hem voorzichtig terwijl hij hinkelt.

Verplaatsen met de Rautekgreep

Toepassing door één hulpverlener:

1. Ga achter het slachtoffer op de knieën.
2. Breng hem rustig in zitpositie zonder dat hij naar voren valt.
3. Steek je armen onder zijn oksels door: je linkerarm onder zijn linkeroksel en je rechterarm onder zijn rechteroksel.
4. Grijp stevig de arm die horizontaal ligt vast — bij voorkeur de niet-geblesseerde arm.
5. Houd vingers en duimen gesloten om een stevige greep te garanderen.
6. Plaats je knieën en voeten aan weerszijden van het slachtoffer.
7. Til hem op door je benen te strekken, niet door je rug te gebruiken.

Verplaatsen met de Rautekgreep

Toepassing door één hulpverlener:

1. Eén hulpverlener ondersteunt de romp via de Rautekgreep.
2. De tweede hulpverlener ondersteunt de benen door ze kruislings te leggen. 
3. Bij een blessure aan een been wordt het gewonde been bovenop gelegd.

1. Ga achter het slachtoffer staan en plaats je armen onder zijn oksels.
2.  Pak de onderarm van het slachtoffer stevig vast. Pak de gezonde arm als één arm geblesseerd is.
3. Til het slachtoffer op door je benen te gebruiken, niet je rug.
4.  Begeleid het slachtoffer naar een veilige plek, waarbij je hem ondersteunt en zorgt dat hij niet valt.
5. Buig opnieuw door je knieën.
6. Laat hem gecontroleerd zakken, zonder plotselinge bewegingen.

Tijd om te oefenen!!