§4.2 Arbeid - les 1

§4.2 Arbeid
Lesplanning groep thuis:
  • Opstart
  • Opgaven §4.1 afronden (20 min)
  • Vragenrondje + uitleg arbeid
  • Opgave 15 t/m 18
Lesplanning groep op school:
  • Opstart
  • Bespreken toets
  • Uitleg arbeid
  • Opgave 15 t/m 18
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§4.2 Arbeid
Lesplanning groep thuis:
  • Opstart
  • Opgaven §4.1 afronden (20 min)
  • Vragenrondje + uitleg arbeid
  • Opgave 15 t/m 18
Lesplanning groep op school:
  • Opstart
  • Bespreken toets
  • Uitleg arbeid
  • Opgave 15 t/m 18

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
kan je...
  • uitleggen in welke situaties een kracht arbeid verricht;
  • uitleggen in welke situaties de arbeid positief of negatief is.

Slide 2 - Slide

Aan de slag
§4.1 digitaal - opgave 2, 6, 9, 10 en 11
timer
20:00
  • Makkelijk?! Maak dan vraag 12 en 14 i.p.v. 2, 6 en 10
  • Stel je vragen via de chat. 
  • Kijk je werk kritisch na.
Groep op school
bespreken toets + opgave 10

Slide 3 - Slide

Opgave 11
Chris gooit een tennisbal omhoog. Geef van de volgende tijdstippen aan of er een resulterende kracht is en welke kant deze op gericht is.
a. Tijdens de worp
b. Net nadat hij de bal loslaat
c. als de bal valt

Slide 4 - Slide

Arbeid
De hoeveelheid energie die  een voorwerp krijgt door het met een kracht over een afstand te verplaatsen. 

Slide 5 - Slide

Als je een object vasthoudt maar je beweegt niet. 

Dan verricht je geen arbeid!

Slide 6 - Slide

Welke kracht verricht hier arbeid?

Slide 7 - Open question

Arbeid



                                         W       Arbeid         J of Nm
                                         F         Kracht        N
                                         s         afstand      m

W=Fs

Slide 8 - Slide

Negatieve arbeid
W=Fs
WFsp=2000,8=160Nm
WFz=2000,8=160Nm

Slide 9 - Slide

* Voorbeeld fiets 
Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.

Bereken/bepaal de arbeid van de:
1. Spierkracht
2. Wrijvingskracht
3. Zwaartekracht
4. Normaalkracht
5. Totale arbeid

Slide 10 - Slide

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.
Spierkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
500 Nm
0 Nm
6000 Nm
- 500 Nm
10 Nm
6000 Nm

Slide 11 - Drag question

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
WFsp=5010=500Nm
WFw=5010=500Nm
WFz=6000=0Nm

Slide 12 - Slide

Aan de slag
§4.2 digitaal - opgave 15 t/m 18

klaar: ga verder met de opgaven van §4.2

Slide 13 - Slide