poser des questions

objectifs
- een zin vragend kunnen maken op 2 manieren
- vraagwoorden kunnen benoemen 
- lichaamsdelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

objectifs
- een zin vragend kunnen maken op 2 manieren
- vraagwoorden kunnen benoemen 
- lichaamsdelen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bonjour la classe
programme:
Les objectifs ( de doelen)
révision (2 min)
faire des notes + un petit test


Slide 3 - Slide

la tete
le nez
la jambe
le dos
le genou
de knie
de rug
het been
de neus
het hoofd

Slide 4 - Drag question

ZONDER VRAAGWOORD
1 Vraagteken achter de normale zin (vragend uitspreken : stem omhoog)

Tu vas à Paris?


2 Est-ce que voor de zin zetten (normale zinsvolgorde; est-ce que geen betekenis)

Est-ce que tu vas à Paris?

Let op: Est-ce qu'il va à Paris? (de laatste 'e' valt weg vanwege klinkerbotsing)


3 inversie: onderwerp en persoonsvorm omdraaien (zoals in het Nederlands)

Vas-tu à Paris?


Let op: dit mag alleen als het onderwerp een persoonlijk voornaamwoord is

Let op: Va-t-il à Paris? (bij klinkerbotsing voeg je -t- toe) 

Slide 5 - Slide

MET VRAAGWOORD
1. Normale zin + vraagwoord achteraan (soms helemaal vooraan)

Tu vas à Paris à quelle heure?
Comment tu vas à Paris?



2 Vraagwoord - est-ce que - normale zin 

À quelle heure est-ce que tu vas à Paris? (nooit vraagwoord na est-ce que!)
Comment est-ce que tu vas à Paris?


3 Vraagwoord + inversie

À quelle heure vas-tu à Paris?
Comment vas-tu à Paris?

Slide 6 - Slide


Enkele vraagwoorden en hun betekenis
wie-> qui
wat-> qu'est-ce que

waar-> où
hoe-> comment
wanneer-> quand

hoeveel-> combien
waarom->pourquoi
<- notez dans votre cahier!


Slide 7 - Slide

Maak deze zin vragen zonder vraagwoord op 2 manieren

Nous sommes malades

Slide 8 - Open question

Maak deze zin vragend (2x) zonder vraagwoord
Vous parlez français

Slide 9 - Open question

WIE
WAT
WAAR
HOE
WANNEER
HOEVEEL
QUAND
QUI
Qu'est-ce que
COMMENT
COMBIEN

Slide 10 - Drag question

Maak zelf een vraagzin naar keuze met vraagwoord

Slide 11 - Mind map