1 Focus

Titel
Focus
Lesjaar
Mentoruur
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Titel
Focus
Lesjaar
Mentoruur

Slide 1 - Slide

Leraren zeggen vaak: let nou eens op! Maar hoe doe je dat dan? Dat leer je in deze les.

Slide 2 - Slide

Wat zie je hier?
Eend of een konijn?
Allebei, het is net hoe je er naar kijkt.

Lukt het je om ze allebei tegelijkertijd te zien? 
Nee dat lukt niet, want je hersenen kunnen zich maar op 1 ding tegelijk focussen. 
Het is net als een zaklamp die ergens op schijnt. 
Je kan waar de zaklamp op schijnt goed en duidelijk zien wat er gebeurt, maar er om heen niet echt. Dat is ook zo in de klas. Als je dan naar buiten naar de vogels in de boom kijkt, dan wordt de meester minder duidelijk en kan je niet op hem focussen.
Neuroplasticiteit
Hersengroei
School
Sport
Piekeren

Slide 3 - Slide

Je hersenen die groeien. 
Maar ze kunnen niet zoveel groeien dat ze niet meer in je hoofd passen dus sommige delen van je hersenen worden weggegooid. Als je veel leert voor wiskunde wordt het deel van je hersenen wat gaat over wiskunde steeds groter. 
Ben je de hele tijd aan het piekeren dan wordt het deel van je hersenen wat piekert steeds groter. Maar als je stopt met oefenen voor wiskunde, dan gaan de hersenen die over wiskunde gaan ook weer minder groot. Dit heet neuroplasticiteit.

Met de laserstraal en focus ben jij de beeldhouwer van je brein. Het is dus belangrijk om de goede dingen vaker te doen zodat jij beter wordt in de leuke dingen. Maar heb jij wel controle over je zaklamp?
Het is heel moeilijk want er gebeurt van alles in je hoofd die de zaklamp alle kanten op sturen.
Focus oefening

Slide 4 - Slide

- Focus je op het linker plaatje en niet op het rechter plaatje
- Elke keer als je merkt dat je afgeleid raakt dan tel je dat op je vingers
- Je kunt afgeleid raken door dingen buiten jezelf zoals het schreeuwen van iemand buiten of dingen die je ziet of hoort, in de klas of je kijkt toch stiekem naar het rechter plaatje

Je kan ook afgeleid raken door een van de gedachte in je hoofd.
Hierdoor ga je aan andere dingen denken.

Als je 5 vingers hebt opgestoken (dus 5 keer bent afgeleid) ben je klaar met het experiment
Ik moet zo meteen aan papa vragen of ik zo mag gamen
Hee ik zie mees m’n buurjongen: dag mees

Wat een leuk shirt heeft mees aan
Ik ruik de BBQ, wat is dat toch lekker
Ik hoor mensen buiten chillen, dat kan ik ook na mijn huiswerk
Wat moest ik ook alweer aan m’n papa vragen?
Voorbeeld

Slide 5 - Slide

Merk je hoe snel je 5 vingers opsteekt? Dat gaat snel en iedereen heeft er last van.
Hier een voorbeeld van hoe gedachten in je hoofd kunnen gaan:
Ik moet zo meteen aan papa vragen of ik met job mag spelen
Hee ik zie mees m’n buurjongen: dag mees
Wat een leuk shirt heeft mees aan
Ik ruik de BBQ, wat is dat toch lekker
Hee ik hoor kinderen buiten spelen, dat kan ik ook na mijn huiswerk
Wat moest ik ook alweer aan m’n papa vragen?

Huiswerk maken

Chillen met een vriend(in)
Keuzes

Slide 6 - Slide

Als je aan het huiswerken bent en ondertussen denkt aan het chillen met je vriend(in), dan gaat het huiswerken minder snel want je laser is de hele tijd met je vriendje bezig. Hierdoor voel je je stom want je wilt geen huiswerk maken. als je dan weer terug komt ben je vergeten welke opdracht je ook al weer aan het maken was. Hierdoor duurt het huiswerk nog langer en kan je minder met je vriendje spelen.
Probeer dus alles wat je kan doen met je goede zaklamp zodat het daarna klaar is en ergens anders op kan focussen.

Afwassen
Huiswerk
Fietsen
Tandenpoetsen
Sporten
Gitaarles
Anders...
Wat ga jij met volle aandacht doen?

Slide 7 - Slide

Als je aan het huiswerken bent en ondertussen denkt aan het spelen met je vriendje, dan gaat het huiswerken minder snel want je laser is de hele tijd met je vriendje bezig. Hierdoor voel je je stom want je wilt geen huiswerk maken. als je dan weer terug komt ben je vergeten welke opdracht je ook al weer aan het maken was. Hierdoor duurt het huiswerk nog langer en kan je minder met je vriendje spelen.
Probeer dus alles wat je kan doen met je goede zaklamp zodat het daarna klaar is en ergens anders op kan focussen.

Welke activiteit ga jij deze week met volle aandacht doen? Kruis aan:
o Afwassen
o Huiswerk
o Fietsen
o Tandenpoetsen
o Iets anders:……………….

Focus spier
Spieren of hersenen
Ademhaling
Focus op je ademhaling
Elke keer weer

Slide 8 - Slide

Net zoals spieren kan je je zaklamp straal ook sterker maken door te oefenen met concentreren.
Om uit het verleden of de toekomst te stappen wil je je aandacht focussen op het hier en nu. Dat kan je het beste doen met ademhaling. Want je ademhaling is er altijd en je kan niet ademen uit de toekomst of het verleden. Door daarop te letten stap je uit de tijdmachine en ben je weer in het nu. Vervolgens kan je makkelijker bepalen waar je gedachten heen gaan.

Sluit je ogen. Focus je aandacht op de plek in je lichaam waar je je adem voelt: in je buik of je borst of je neus waar de adem uit gaat. 
Je kan je hand op je buik of borst leggen om beter te voelen waar je adem heen gaat. 
Je telt je ademhaling, door bij elke ademhaling 1x te tellen. 1-2-3-4
Er is geen foute manier van ademen. Als je merkt dat je gedachten naar het verleden gaan of de toekomst is dat een mooie eerste stap en mag je trots zijn. Nadat je hebt gedacht wil je je weer focussen op je ademhaling en tel je weer 1-2-3-4
Wat wil jij?
Het is bewezen dat focussen op je ademhaling echt werkt als je het elke dag oefent je kan namelijk:
o Jezelf en je gedachten meer controleren
o Beter concentreren
o Minder piekeren
o Rustiger worden
o Minder bang zijn
o Gezonder worden
o Gelukkiger worden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wees een berg
Ga goed diep in en uit ademen. 
Seizoen of weer altijd groot en sterk en rustig. 
Vaker doen = rustiger, krachtiger en sterker. 
Klas druk? Jij rustig

Slide 10 - Slide

Ga goed diep in en uit ademen. En doe alsof je een berg bent (probeer hem serieus te doen).
Want welk seizoen het ook is, of het regent sneeuwt of er veel wolken zijn of niet de berg is altijd groot en sterk en rustig. Als jij vaker de oefeningen doet wordt je ook meer als de berg. Je blijft rustig krachtig en sterk. En ga je weer terug naar je ademhaling. Als je hele sportteam druk is en loopt te klieren blijf jij rustig en sterk en focus je je beter op de oefeningen en wordt jou brein sterker.
Stap 1: maak 2-tallen
Stap 2: persoon 1 focust op zijn ademhaling. Voel de adem in je buik. 
Wat er ook gebeurt je mag niet bewegen of lachen of praten
Stap 3: persoon 2 leid je klasgenoot zoveel mogelijk af. Ga dansen of zingen of stel gekke vragen.
Stap 4: zet een wekker op 3 minuten
Stap 5: ga nu beginnen
Opdracht

Slide 11 - Slide

Stap 1: jij zorgt dat je focus op je ademhaling gericht is, voel de adem in je buik. Wat er ook gebeurt je mag niet bewegen of lachen of praten
Stap 2: Iemand leid je zoveel mogelijk af. Ga dansen of zingen of stel gekke vragen.
Stap 3: zet een wekker op 3 minuten
Stap 4: ga nu beginnen
Heb je het 3 minuten vol gehouden dan heb je gewonnen.
Een week elke dag 5 minuten oefenen
Tel je ademhaling
Probeer elke dag meer te halen.

Thuis Challenge

Slide 12 - Slide

Doe deze week elke dag de adem tel oefening
Ga zo relaxt mogelijk zitten en leg je handen op je buik of borst en voel je ademhaling
Zet de wekker op 5 minuten
Probeer tot 10 te tellen zonder afgeleid te raken. Bij elke ademhaling zeg je 1-2-3-4. Als het even niet lukt, dan begin je weer bij 1 en tel je opnieuw. Wees niet boos als het lukt. Denk als de berg. Probeer elke dag van de week dit te doen en schrijf op wat het hoogste is wat je hebt gehaald met tellen. Probeer elke dag meer te halen. En als je het niet haalt, is het niet erg. Dat gebeurt. Als je het wel haalt, dan is het top.

Vraag volgende week eens of leerlingen met focus iets hebben gedaan.
Ademtel oefening
Iets gefocust gedaan.
Docent

Slide 13 - Slide

Doe deze week elke dag de adem tel oefening
Ga zo relaxt mogelijk zitten en leg je handen op je buik of borst en voel je ademhaling
Zet de wekker op 5 minuten
Probeer tot 10 te tellen zonder afgeleid te raken. Bij elke ademhaling zeg je 1-2-3-4. Als het even niet lukt, dan begin je weer bij een en tel je opnieuw. Wees niet boos als het lukt. Denk als de berg. Probeer elke dag van de week dit te doen en schrijf op wat het hoogste is wat je hebt gehaald met tellen. Probeer elke dag meer te halen. En als je het niet haalt, is het niet erg. Dat gebeurt. Als je het wel haalt, dan is het top.

Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Titel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Titel

Slide 16 - Slide

This item has no instructions