Grammatica klas 2

Welkom!
Vergeet niet:
- Jassen ophangen op de gang
- Telefoons in de telefoontas/in je jas
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Vergeet niet:
- Jassen ophangen op de gang
- Telefoons in de telefoontas/in je jas

Slide 1 - Slide

De toekomstvormen
- De present simple future
- Will+ infinitive
- to be going to + infinitive

Slide 2 - Slide

De toekomstvormen
- De present simple future
- Will+ infinitive
- to be going to + infinitive

Slide 3 - Slide

De present simple future
Gebruiken we wanneer we praten over een rooster


"The train leaves at 9am tomorrow"

Slide 4 - Slide

Will + infinitive
Gebruiken we wanneer we praten over voorspellingen en beloftes

"I will visit my grandmother today"

Slide 5 - Slide

To be going to + infinitive
Gebruiken we wanneer we praten over plannen


"She is going to go on a date this evening"

Slide 6 - Slide

Welk van de volgende zinnen is correct vervoegd?
A
He promises he will help me when I'm sick
B
He promises to be going to help me when I'm sick
C
He promises to help me when I'm sick

Slide 7 - Quiz

Welk van de volgende zinnen is correct vervoegd?
A
I will go to soccer practice this evening
B
I am going to soccer practice this evening
C
I goes to soccer practice this evening

Slide 8 - Quiz

Vervoeg de volgende zin:
"I promise I_____ (help) you with your homework after school"

Slide 9 - Open question

Toekomstvormen
De present simple future
The train leaves tomorrow at 9am
Will+ infinitive
I will go to the mall today
To be going to + infinitive
I am going to visit my family tomorrow
Shall I/we + infinitive without to
Shall we go to the cinema tomorrow?

Slide 10 - Slide

Wanneer gebruiken we shall?
Voorstellen/suggesties


"Shall I take your order sir?"

Slide 11 - Slide

Welke zin is goed vervoegd?The train arrives in ten minutes
A
The train shall arrive in ten minutes
B
The train is going to arrive in ten minutes
C
The train arrives in ten minutes
D
The train will arrive in ten minutes

Slide 12 - Quiz

Welke zin is goed vervoegd?
A
Shall I open the window?
B
I am going to open the window
C
I will open the window
D
I open the window

Slide 13 - Quiz

Welke zin is goed vervoegd?
A
We are going to travel to Germany this summer
B
We will travel to Germany this summer
C
We travel to Germany this summer
D
Shall we travel to Germany this summer?

Slide 14 - Quiz

Welke zin is goed vervoegd?

A
We will start working on our project this week
B
We are going to start working on our project this week
C
We start working on our project this week
D
Shall we start working on our project this week ?

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken

- In tweetallen
- Probeer het rustig te houden
- Klaar? Bespreek het met je voor/achterburen of lever het in bij de docent
- Heb je een vraag? Steek je hand op en wacht totdat de docent bij je komt

Slide 17 - Slide