Station Lezen, zakelijke teksten KGT2 perron 4

Lezen, zakelijke teksten, perron 4
De Rooi Pannen
1 / 52
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen, zakelijke teksten, perron 4
De Rooi Pannen

Slide 1 - Slide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 57
                          opdr. 1 en 2

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

uitleg
Onderwerp: Waar gaat de tekst over?
Deelonderwerp: Waar gaat de alinea over?

Hoofdgedachte: Wat is het belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd?
Deelhoofdgedachte: Wat is het belangrijkste dat er over het deelonderwerp wordt gezegd?

Slide 4 - Slide

oefenen
Je krijgt steeds 30 seconden een afbeelding te zien. 
Na elke afbeelding voorspel jij wat het onderwerp van de afbeelding is.
Je mag niet meer dan 5 woorden gebruiken (!)

Slide 5 - Slide

timer
0:30

Slide 6 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 7 - Open question

timer
0:30

Slide 8 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 9 - Open question

timer
0:30

Slide 10 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 11 - Open question

timer
0:30

Slide 12 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 13 - Open question

timer
0:30

Slide 14 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 15 - Open question

Instructie
Je krijgt steeds 60 seconden een stukje tekst te zien.
Het is steeds de titel en de inleiding.
Na elke slide vul jij in wat het onderwerp van de tekst is.
Je mag niet meer dan 3 woorden gebruiken (!)

Slide 16 - Slide

timer
1:00

Slide 17 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 18 - Open question

timer
1:00

Slide 19 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 20 - Open question

timer
1:00

Slide 21 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 22 - Open question

opdrachten uit het boek
maken: blz. 58
                 opdr. 3

Slide 23 - Slide

opdrachten uit het boek
We lezen samen de uitleg Aanleiding voor een tekst op blz. 59.

Daarna maken jullie de volgende opdrachten:

maken: blz, 60 - 61 - 62 - 63 
opdr. 4, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 24 - Slide

Tekstsoorten
  1. Het nieuwsbericht
  2. De reclame
  3. De recensie
  4. Het achtergrondartikel
  5. Het interview
  6. De folder (lees de uitleg op blz. 63) 

Slide 25 - Slide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 63 - 64 - 65 - 66
opdr. 10 - 11 - 12 - 13

Slide 26 - Slide

tekstverbanden
  1. tegenstelling
  2. opsomming
  3. conclusie
  4. voorbeeld
  5. reden
  6. mening - argument
  7. oorzaak - gevolg 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 67 - 68
opdr. 14 - 15 - 16 - 17 - 18

Slide 29 - Slide

Tekstsoorten
1. Het nieuwsbericht
2. De reclame
3. De recensie
4. Het achtergrondartikel
5. Het interview
6. De folder
7. De ingezonden brief ( lees de uitleg op blz. 69)

Slide 30 - Slide

opdrachten uit het boek
maken: blz. 69 - 70 - 71
opdr. 19 - 20 - 21

Slide 31 - Slide

filmpje
Er volgt nu een filmpje over iemand die een ingezonden brief heeft ontvangen. Kijk dit filmpje als je tijd over hebt. Als je tijd te kort hebt, kun je het ook overslaan.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

opdrachten uit het boek
maken: blz. 71 - 72 - 73 - 74 - 75
opdr. 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Wat is het tekstdoel
van deze folder?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
instructie geven

Slide 36 - Quiz

Wat voor tekstdoel heeft deze folder?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Instructie geven

Slide 37 - Quiz

Een folder van de apotheek heeft als tekstdoel...
A
amuseren
B
instructie geven
C
informeren
D
overtuigen

Slide 38 - Quiz

Folders hebben altijd een …
A
doel
B
middel
C
foto

Slide 39 - Quiz

Een folder is een voorbeeld van:
A
informatietekst
B
instructietekst
C
betogende tekst
D
activerende tekst

Slide 40 - Quiz

Een folder is een ...
A
informatieve tekst
B
tekst met een mening
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 41 - Quiz

Wat zijn tekstverbanden?
A
Een verbandje om een tekst
B
Een stukje tekst
C
Twee stukjes tekst
D
Verschillende stukjes tekst die iets met elkaar te maken hebben

Slide 42 - Quiz

Het signaalwoord 'maar' hoort bij het tekstverband
A
opsomming
B
conclusie
C
tegenstelling
D
oorzaak - gevolg

Slide 43 - Quiz

Het signaalwoord Kortom hoort bij het tekstverband
A
doel-middel
B
mening - argument
C
opsomming
D
conclusie

Slide 44 - Quiz

Wat is GEEN tekstverband?
A
opsomming
B
oorzaak - gevolg
C
synoniem
D
tegenstelling

Slide 45 - Quiz

Wat is het doel van een ingezonden brief?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 46 - Quiz

Een ingezonden brief is
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 47 - Quiz

Wat is geen ingezonden brief?
A
reactie op een krant
B
folder die je wekelijks ontvangt
C
reactie op een artikel
D
reactie in een tijdschrift

Slide 48 - Quiz

Een ingezonden brief heeft een inleiding
A
juist
B
niet juist

Slide 49 - Quiz

In een ingezonden brief zijn argumenten
A
belangrijk
B
niet belangrijk

Slide 50 - Quiz

Een ingezonden brief is
A
zo uitgebreid mogelijk
B
kort en bondig

Slide 51 - Quiz

Einde

Slide 52 - Slide