Examen 2 Ontwikkeling stimuleren

Examen 2 Ontwikkeling stimuleren
 


B1-K1-W2 Inventariseert behoeften en wensen van het kind

B1-K1-W3 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor

B1-K1-W6 Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind 





1 / 16
next
Slide 1: Slide
ExamenvoorbereidingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examen 2 Ontwikkeling stimuleren
 


B1-K1-W2 Inventariseert behoeften en wensen van het kind

B1-K1-W3 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor

B1-K1-W6 Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind 





Slide 1 - Slide

B1 K1 W2 Inventariseert behoeften en 
wensen van het kind
De beginnend beroepsbeoefenaar verzamelt informatie over het kind door te inventariseren wat de wensen en behoeften van het kind zelf zijn en/of door reeds bekende informatie te verzamelen, bijvoorbeeld door informatie te vragen aan collega's, gegevens uit intake- en oudergesprekken te inventariseren en/of door - met toestemming - het kind/leerlingdossier te lezen. Je vult gegevens aan met informatie die je verzamelt door het kind in verschillende situaties te observeren. De observatiegegevens leg je schriftelijk vast en je rapporteert hierover aan jouw leidinggevende en/of het team.

Slide 2 - Slide

B1 K1 W3 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
De beginnend beroepsbeoefenaar bereidt de uitvoering van activiteiten voor. Je doet op basis van verzamelde gegevens over wensen en behoeften voorstellen voor activiteiten. De voorgestelde activiteiten passen bij de behoeften en ontwikkeling van het kind en/of de groep en/of de situatie. Je bedenkt welke materialen jij daarbij wil gebruiken, welke ontwikkelings gebieden je wilt stimuleren . Indien nodig bewerk je materialen voor, zodat ze klaar zijn voor gebruik door de kinderen. Je maakt een planning voor de uitvoering van de activiteit.

Slide 3 - Slide

B1 K1 W6 Volgt en stimuleert de 
ontwikkeling en leren van het kind
De beginnend beroepsbeoefenaar biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan, gericht op de reguliere/gemiddelde motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Je maakt daarbij gebruik van speel-, spel-, sport- en/of ontwikkelingsmaterialen. Je voert de activiteiten uit en begeleidt en stimuleert individuele kinderen of een groep(je) kinderen bij de uitvoering van de activiteiten. Je observeert kinderen en signaleert voortgang en/of afwijkingen in gedrag en ontwikkeling van het kind bij de uitvoering van de ontwikkelingsgerichte activiteiten. De beginnend beroepsbeoefenaar hanteert onder begeleiding de kindvolg/ontwikkelingsgerichte systemen die gebruikt worden. Je zorgt onder begeleiding voor verslaglegging van individuele ontwikkelingslijnen van kinderen.

Slide 4 - Slide

Opdracht


Inventariseer wensen en behoeften van een groep kinderen. 
Bereid activiteiten voor en voer deze uit.

Afnamecondities
Toetsvorm: praktijkexamen
Examentijd: maximaal zes weken
Bijzonderheden: Het aantal kinderen in een groep is afhankelijk van wat gebruikelijk is in de praktijkinstelling en zou ook één kind kunnen zijn.



Slide 5 - Slide

Let dus op!
Het aantal kinderen in een groep is afhankelijk van 
wat gebruikelijk is in de praktijkinstelling en zou ook 
één kind kunnen zijn.

Overleg dit dus met jouw praktijkbegeleider!









Slide 6 - Slide

Uitvoering
1. Inventariseer vanuit verschillende bronnen de ontwikkeling en wensen van een groep kinderen.

2. Observeer deze kinderen in verschillende situaties en stel de begeleidingsbehoefte vast.
3. Doe voorstellen voor ontwikkelingsgerichte activiteiten en bespreek dit met collega's.
4. Bereid de uitvoering van de activiteiten voor.
5. Bied op meerdere dagen de activiteiten aan.
6. Volg de individuele ontwikkelingslijnen van de kinderen en leg deze vast.









Slide 7 - Slide

1. Inventariseer vanuit verschillende bronnen de ontwikkeling en wensen van een groep kinderen.
- Een bron kan bijvoorbeeld: theorie, een leerlingvolgsysteem, observaties, een intakegesprek, behaalde resultaten, een ouderportaal e.d. zijn

Slide 8 - Slide

2. Observeer deze kinderen in verschillende situaties en stel de begeleidingsbehoefte vast.
- Verschillende observaties zijn er minimaal twee
- Je gebruikt het observatieformat vanuit jouw organisatie als dit de criteria dekt waar je beoordeeld op wordt. 
- Mocht het zo zijn dat dit niet lukt dan gebruik je het observatieformat van de opleiding.

Slide 9 - Slide

3. Doe voorstellen voor ontwikkelingsgerichte activiteiten en bespreek dit met collega's.
- Je doet minimaal twee voorstellen voor ontwikkelingsgerichte activiteiten. 

Slide 10 - Slide

4. Bereid de uitvoering van de activiteiten voor.
- Je bereidt de, minimaal twee, ontwikkelingsgerichte activiteiten voor middels het methodisch stappenplan.


Slide 11 - Slide

5. Bied op meerdere dagen de activiteiten aan.
- De ontwikkelingsgerichte activiteiten bied je op minimaal twee dagen aan > meerdere dagen is altijd wenselijk en beter voor stimuleren van de ontwikkeling van kind(eren)

Slide 12 - Slide

6. Volg de individuele ontwikkelingslijnen van 
de kinderen en leg deze vast.
- Leg de ontwikkelingslijnen (leerlijnen) van de kinderen vast volgens de richtlijnen van de organisatie.

Slide 13 - Slide

De beoordeling van de examenopdracht is duidelijk voor de studenten en voor de beoordelaar en er wordt gebruik gemaakt van de methodemix

zien                lezen               horen



- Horen
 






Slide 14 - Slide

Examen 2 criteria 1 t/m 6 
1. Inventariseert vanuit relevante bronnen zorgvuldig de gegevens over de ontwikkeling, wensen en behoeften van de kinderen;
2. Legt de resultaten van haar observaties zorgvuldig vast volgens de richtlijnen van de organisatie;
3. Doet passende voorstellen aan collega's voor activiteiten die aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen;
4. maakt een haalbare tijdsplanning voor de uitvoering van de activiteiten;
5. Regelt tijdig de voorbereiding van de activiteiten en houdt hierbij effectief rekening met de randvoorwaarden van de organisatie;
6. Kiest en gebruikt passende (duurzame) materialen en zet deze effectief in;

Slide 15 - Slide

Examen 2 criteria 7 t/m 13
7. Begeleidt en stimuleert de kinderen doelgericht bij de uitvoering van activiteiten;
8. Speelt flexibel in op veranderingen in de situatie;
9. Toont consequent voorbeeldgedrag in correct taalgebruik;
10. Toont de kinderen voortdurend het goede voorbeeld met gezond, veilig en positief gedrag;
11. Zorgt voor een duidelijke verslaglegging van individuele ontwikkelingslijnen van de kinderen volgens de richtlijnen van de organisatie;
12. Licht met voorbeelden toe hoe zij zich tactvol en empathisch heeft opgesteld bij het bespreken van gevoelige onderwerpen
13. Licht met voorbeelden toe hoe zij de ontwikkeling, zelfredzaamheid en/of leren van de kinderen doelgericht heeft gestimuleerd

Slide 16 - Slide