h3 toets 1pm

Toets Hoofdstuk 3 De winkel in VMBO PM

  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets Hoofdstuk 3 De winkel in VMBO PM

  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

Slide 1 - Slide

Kiki wil later een eigen kledingshop beginnen. Zij spaart hard om voldoende geld bij elkaar te krijgen. En ze volgt de nodige cursussen, waaronder een cursus marketing.
Noteer wat Kiki leert op de cursus marketing.

Slide 2 - Open question

Een winkel zet een reclamefilmpje op TikTok om meer klanten te krijgen.
Welk onderdeel van de marketingmix gebruikt de winkel?

A
Plaatsbeleid
B
Prijsbeleid
C
Productbeleid
D
Promotiebeleid

Slide 3 - Quiz

Bijna alle leerlingen kopen aan het begin van het schooljaar een agenda. In winkels zoals de Action en HEMA kun je dan kiezen uit veel verschillende agenda’s, tassen en andere schoolspullen.
A
Plaatsbeleid
B
Prijsbeleid
C
Productbeleid
D
Promotiebeleid

Slide 4 - Quiz

Silicium is een handelsbedrijf in zand en grind. In het staafdiagram staan enkele gegevens van dit bedrijf over het afgelopen jaar.
Bereken de nettowinst in dat jaar. Geef de berekening.

Slide 5 - Open question

De volgende maandcijfers zijn van een snackbar:
• omzet € 16.800
• inkoopwaarde € 7.200
• bedrijfskosten € 10.200
Bereken de nettowinst of het nettoverlies van deze maand. Geef de berekening.
A
€9600 (winst)
B
€6600 (winst)
C
- €3000 (verlies)
D
– € 600 (verlies)

Slide 6 - Quiz

Slagerij Boukari heeft de volgende maandcijfers:
omzet € 26.250
inkoopwaarde € 20.475
bedrijfskosten € 3.675.
Bereken de brutowinst deze maand in procenten van de omzet. Geef de berekening

Slide 7 - Open question

Yusuf heeft een shoarmazaak. Bekijk de gegevens van zijn bedrijf over het afgelopen jaar in het cirkeldiagram.
Bereken de brutowinst dat jaar in procenten van de omzet. Geef de berekening.

Slide 8 - Open question

Isabelle heeft een cadeaushop. De omzet van haar winkel komt dit jaar uit op € 187.500. Dat is meer dan een jaar eerder. Toen was de omzet € 150.000.
Bereken met hoeveel procent haar omzet dit jaar is gestegen. Geef de berekening.

Slide 9 - Open question

Bekijk de omzetcijfers van het bedrijf ‘Uniegas’.
Bereken het indexcijfer van 2017. Geef de berekening.

Slide 10 - Open question

Bekijk de indexcijfers van de omzet van het bedrijf ‘Nedgas’.
Bereken met hoeveel procent de omzet tussen 2017 en 2018 is toegenomen. Geef de berekening en rond af op één decimaal.

Slide 11 - Open question

Bekijk de afbeelding van de bedrijfskolom van jam.
Noteer het bedrijf dat grondstoffen verwerkt tot eindproducten.

Slide 12 - Open question

Een snoepfabrikant is voor de productie van snoep afhankelijk van de volgende bedrijven:
Welke bedrijven uit dit rijtje komen in de bedrijfskolom van snoep ná de snoepfabrikant? Noteer de nummers.

Slide 13 - Open question

Jules wil biologische groentes kopen, dat kan gewoon in de supermarkt. De supermarkt verkocht vroeger geen biologische groentes, maar tegenwoordig wel.
Verklaar waarom de supermarkt haar assortiment heeft veranderd. Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
Biologische groentes zijn goedkoper dan gewone groentes.
B
Steeds meer klanten willen biologische groentes.
C
Jules is een goede klant.
D
Een paar klanten willen biologische groentes.

Slide 14 - Quiz

Een banketbakker verkoopt koekjes die zijn verpakt in cellofaan. Hij verkoopt dezelfde koekjes ook verpakt in een bus. Op deze bus zit € 0,50 statiegeld.
Verklaar waarom de bus als verpakking beter is voor het milieu dan het cellofaan. Kies uit de volgende mogelijkheden:
A
De bus is onbrandbaar en het cellofaan is brandbaar.
B
De bus is zwaarder dan het cellofaan.
C
De bus wordt vaker gebruikt en het cellofaan maar één keer.
D
De koekjes blijven in de bus langer vers dan in het cellofaan.

Slide 15 - Quiz