Cours de français - ch 3 - cours 11

Cours de français
Date: le 22 mars 2021
Classe: V3B
Prof: Madame Lamari
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Cours de français
Date: le 22 mars 2021
Classe: V3B
Prof: Madame Lamari

Slide 1 - Slide

Programme d'aujourd'hui:
  • Remarques sur le SO
  • Répéter: Grand Corps Malade/poser une question
  • Votre chanson 
  • Bloc I: poser une question en français
  • Au travail 
  • Résumer + devoirs 

Slide 2 - Slide

Partie 1: répéter 
  • Qui est  « Grand Corps Malade » ?
  • De quoi est-ce que la chanson parlait?
  • Remplissez le « woordweb »

Slide 3 - Slide

Grand Corps Malade
« Mais je t'aime »

Slide 4 - Mind map

Partie 2: votre choix musical
  • Qu'est-ce que vous avez choisi?

Exercice:
  • Répondez à la question (votre choix musical)
  • Ensuite, je vais interroger quelques élèves. 
  • On va écouter la chanson :-)

Slide 5 - Slide

Notez:
- Welke zanger/zangeres heb je gekozen?
Wat is de titel van het nummer?
- Vertel kort iets over de artiest + het nummer.

Slide 6 - Open question

Partie 4: poser une question
Exercice:
  • Lees onderstaande zinnen.
  • Noteer de drie manieren waarop je ZONDER vraagwoord een vraag kunt stellen: 

1. Tu veux aller au cinéma?
2. Est-ce que tu aimes les mathématiques?
3. Parlez-vous plusieurs langues?

Slide 7 - Slide

Op welke drie manieren maak je een zin vragend (zonder vraagwoord)?

Slide 8 - Open question

Partie 4: poser une question
  • Samenvattend:





  • ATTENTION: inversie is alleen mogelijk met een pers.vnw (je, nous, tu, il, etc.)
  • Bij namen van personen --> voeg een voornaamwoord toe.
     Exemple: Pierre, parle-t-il français?
  • ATTENTION: voeg de 't' toe als je werkwoord eindigt op een klinker (bijv. parle) en je onderwerp begint met een klinker (bijv. il) = klinkerbotsing

Slide 9 - Slide

Partie 4: poser une question
  • Wat zijn vraagwoorden?
  • Bekijk de voorbeelden en noteer de juiste manier van vraagstellen: 

1. Quand est-ce que tu iras en Angleterre?
2. Combien est-ce que ça coûte?
3. Où est-ce que vous allez?

Slide 10 - Slide

Partie 4: poser une question
  • De manier met vraagwoord:
  • vraagwoord + est-ce que + gewone zin
    Exemple: Quand est-ce que le cours commence? 
    --> Deze volgorde is altijd goed!

  • Andere manieren zijn:
    1. Gewone zin + vraagwoord (Tu vas ?)
    2. Vraagwoord + inversie ( vas-tu?)

Slide 11 - Slide

Partie 5: au travail 
  • Entraînez-vous avez la grammaire
  • Je suis là pour vous aider si besoin!
  • Faites: ex. 32abc

Questions?
--> Het deel over 'het vraagwoord quel' behandelen we vrijdag in de les. :-)

Slide 12 - Slide

Partie 6: Résumer + devoirs 
Résumer:
  • Quelle chanteur est-ce qu'on a vu aujourd'hui?
  • Comment peut-on poser une question en français?

Devoirs pour le 26 mars: 
  • Faire: ex. 32abc + van de D-toets (p.131) ex. 3c + zoek een Franse film/serie die je graag zou willen zien. Noteer: belangrijke acteurs, genre, onderwerp. 
  • Apprendre: grammaire I
  • Ce cours: présentations QSJ de Demi et Tjeerd
  • Questions?




Slide 13 - Slide