12.1 dieren bewegen

12.1 

Dieren bewegen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 11 videos.

Items in this lesson

12.1 

Dieren bewegen

Slide 1 - Slide

planning B2b
18-6 : 12.1 uitleg en vragen maken
21-6: 12.2 uitleg en vragen maken
25-6: 12.3 uitleg en vragen maken 
28-6: toets 12.1-12.3

Slide 2 - Slide

planning BK2a
18-6 : 12.1 uitleg en vragen maken
20-6: 12.2 uitleg en vragen maken
25-6: toets 12.1 en 12.2

Slide 3 - Slide

wat ga je leren.
welke kenmerken hebben gewervelden dieren?
Welke groepen gewervelden zijn er?
welk skelet past bij welke leefwijze?

Slide 4 - Slide

Indeling dierenrijk:

  1. vissen
  2. vogels
  3. amfibieën
  4. reptielen
  5. zoogdieren






Slide 5 - Slide

Gewervelde dieren
Gewervelde dieren: 
  1. Skelet
  2. Wevelkolom (wervels)

Skeletten van gewervelde dieren hebben hetzelfde bouwplan: 
 1. schedel                                              
 2. wervelkolom                           
 3. ribben


ze hebben ook vaak: 1.

    2.

Slide 6 - Slide

Gewervelde dieren

Gewervelde dieren: 
ze hebben ook vaak:

  1.   ledematen 
  2.   bekken



      Slide 7 - Slide

      Verdeling zoogdieren op het land 
      Topgangers: 
        1. ze lopen op de toppen van hun tenen
        2. kan hard lopen 
        Teengangers:
        1. lopen op hun tenen
        2. alleen de teenkootjes komen op de grond 
        3. kan hardlopen
        Zoolgangers:
        1. lopen met hun hele voet op de grond
        2. ze kunnen zich goed afzetten
        3. kan niet hard lopen






















        voorbeelden
        mens  beer     kat     paard
           gorilla          hond   bizon
        (zg        zg       tng     tpg)

        Slide 8 - Slide

        skelet en leefwijze


        Bouwplan.

        soorten skeletten lijken op elkaar.

        Verschillen: Leefwijze

        Slide 9 - Slide

        Slide 10 - Video

        Opdracht les 12.1
        KBL: Lees bladzijde 146, 147 en 148
        maak de opdrachten 2 t/m 13
        BBL: Lees bladzijde 111 t/m 116
        maak de opdrachten 2 t/m 18

        Slide 11 - Slide

        Slide 12 - Video

        Slide 13 - Video

        Hoe snel liep usain bolt
        A
        40 km.p.u.
        B
        45 km.p.u.
        C
        50 km.p.u.
        D
        55 km.p.u.

        Slide 14 - Quiz

        Welk organisme is het traagst ?
        A
        een haas
        B
        Usain Bolt
        C
        jachtluipaard
        D
        struisvogel

        Slide 15 - Quiz

        Wat is een amfibie ?

        Slide 16 - Mind map

        Geef voorbeelden van zoogdieren

        Slide 17 - Mind map

        Wat is de overeenkomst tussen vissen,amfibieen,zoogdieren,vogels en reptielen ?

        Slide 18 - Mind map

        Slide 19 - Video

        Slide 20 - Video

        Topganger
        • Sommige dieren lopen op de toppen van de tenen
        • Bijvoorbeeld Paarden
        • Hoeven om de tenen
        • Daarom ook wel hoefgangers

        Slide 21 - Slide

        teenganger
        hoefgangers/topgangers

        Slide 22 - Slide

        Waar hoort een hert bij?
        A
        zoolgangers
        B
        teengangers
        C
        hoefgangers/topgangers

        Slide 23 - Quiz

        Zoolgangers
        • De mens is een zoolganger
        • Ze lopen op de hele voet

        Slide 24 - Slide

        Slide 25 - Video

        Slide 26 - Video

        Slide 27 - Video

        extra oefening
        bladzijde 84 maken van je werkboek
        Hoe vogels vliegen.

        Slide 28 - Slide

        Meet de snelheid van een aantal voertuigen

        Slide 29 - Slide

        Buitenopdracht (hiervoor heb je 30 minuten)
        Zoek een geschikte plaats waar je de meting veilig kunt doen.
        Maak vooraf duidelijke groepsafspraken.
        Veiligheid staat voorop.

        Slide 30 - Slide

        12.2 kracht en beweging
        Wat ga je leren (les 2)

        • Waardoor onstaat een beweging
        • Tegenwerkende krachten (weerstand) (BBL)
        • Snelheid: wat is dat?
        • Rekenen met tijd

        Slide 31 - Slide

        Wat ga je leren 
        • van minuten naar uren (en seconden) omrekenen
        • Rekenen met afstandsmaten
        • gemiddelde snelheid berekenen
        • Snelheid meten
        • Waarom is er een maximumsnelheid? (BBL)

        Slide 32 - Slide

        Slide 33 - Video

        Slide 34 - Video

        Slide 35 - Slide

        Slide 36 - Video

        eenheden van snelheid
        kilometer per uur (km/u)
        meter per seconde (m/s)

        km/u = m/s x 3,6
        m/s = km/u : 3,6


        Slide 37 - Slide

        Opdracht les 12.2
        KBL: Lees bladzijde 150, 151 en 152
        maak de opdrachten 2 t/m 18
        BBL: Lees bladzijde 120, t/m 130
        maak de opdrachten 2 t/m 33

        Slide 38 - Slide