In het Bauhaus keek men eerst naar de functie, dan bedacht men pas een vorm die het beste paste bij het doel van het gebruiksvoorwerp. Op deze manier rekening houden met de functie wordt functionalisme genoemd. De vormen moesten zuiver zijn, daarom werd er zo min mogelijk versiering aan toegevoegd. Door de versiering weg te laten zorgde men er ook voor dat de basisvormen duidelijk herkenbaar bleven.