20200224 - TA1TA - afmaken Valentijnsdag - gedicht

Welkom bij Nederlands!
Klaar voor de les?
  • Telefoon in hotel?
  • Spullen op tafel?
  • We beginnen met 10 min lezen.
Vandaag
- Afmaken gedicht (schrijfportfolio)
- Lijst leesboeken compleet?
- Verder met Lezen blok 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Klaar voor de les?
  • Telefoon in hotel?
  • Spullen op tafel?
  • We beginnen met 10 min lezen.
Vandaag
- Afmaken gedicht (schrijfportfolio)
- Lijst leesboeken compleet?
- Verder met Lezen blok 3

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je leert je gevoelens uit te drukken door het schrijven van een gedicht waarbij je gepaard rijm of gekruist rijm gebruikt.

Slide 3 - Slide

Zelf een gedicht schrijven
Schrijf een gedicht over een zelfgekozen gevoel. Je bent bijvoorbeeld verliefd. Of je voelt je eenzaam.

Uitleg rijm
Voorbereiden op het schrijven
Schrijven
Herschrijven

Slide 4 - Slide

Gepaard rijm

Slide 5 - Slide

Gekruist rijm

Slide 6 - Slide

rijmschema
AA BB CC DD --> gepaard rijm
ABAB --> gekruist rijm
rijmschema's herkennen in een gedicht op PTA

Slide 7 - Slide

Spreekbeurt

Daar sta ik dan, alleen voor de klas.
Het zweet breekt me aan alle kanten uit.
Ik wou dat ik hier niet was.
Mijn keel is dicht, er komt geen geluid.

Iedereen kijkt me vijandig aan.
Was ik hier mijn fijn vandaan.
Ik voel me klein, maar ik houd me groot.
M'n handen trillen en ik kleur rood.

En juist als de leraar opstaat van zijn stoel
Krijg ik dan toch een rustig gevoel.
Ik haal diep adem en dit is wat ik zeg:
'Mijn spreekbeurt gaat over boterhambeleg'.

Slide 8 - Slide

Bedenk met een klasgenoot tien gevoelens.
Zet ze onder elkaar op papier.

Slide 9 - Mind map

Alleen
  1. Kies het gevoel uit dat het beste past bij jou en Valentijnsdag.
  2. Schrijf op waarom je dat gevoel gekozen hebt. Hoe meer je bedenkt, hoe makkelijker het is om een gedicht te schrijven!
  3. Maak er nu een kort verhaaltje van. Overdrijven is niet erg!
  4. Bedenk een titel en zet die bovenaan.
  5. Van dit verhaaltje maak je de eerste versie van het gedicht.

Slide 10 - Slide

De spelregels
  • Het gedicht is tussen de acht en twaalf regels.
  • De regels moeten in groepjes bij elkaar staan (strofes).
  • Er moet rijm in je gedicht zitten.
  • Zorg dat de rijmwoorden steeds aan het einde van de regel staan (opmaak)
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Samen
Laat je gedicht lezen door een klasgenoot. Jij leest zijn/haar gedicht.
  • Heeft het gedicht tussen de acht en twaalf regels?
  • Gaat het gedicht over een gevoel?
  • Is er een titel?
  • Is er veel wit op de pagina?
  • Staan de regels in groepjes bij elkaar (strofes)?
  • Is er rijm? (
  • Welk soort rijm heeft het? Gepaard rijm of gekruist rijm?
  • Heb je nog een tip voor de ander?


Slide 12 - Slide

Alleen
  • Wil je nog iets veranderen of verbeteren?
  • Schrijf het gedicht in het net (A4)
  • Maak een tekening / sierlijst die past bij je gedicht.
  • Het resultaat krijgt een plek in je schrijfportfolio.

Slide 13 - Slide