This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
was, schoonmaken en afval
Slide 1 - Slide
Wasetiketten
Samenstellingsetiket:Behandelingsetiket:
Slide 2 - Slide
Wasetiketten (samenstellingsetiket en behandelingsetiket)
Slide 3 - Slide
Stap 1: De was sorteren
Stap 1: de was sorteren. De was kan op de volgende kleuren gesorteerd worden.
• Witte was: Al het was wat wit is.
• donkerbonte was: zwarte/grijze kledingstukken
• lichtbonte was : Alle licht gekleurde kledingstukken.
• Fijne was: Kleding die gemaakt is van fijne vezels zoals overhemden, blouses, linnen, lingerie en wollen kledingstukken.
Het is belangrijk dat je hier goed bij oplet, als er per ongeluk een gekleurd T-shirt bij de witte was terecht komt dan kan het zijn dat de witte was gekleurd uit de wasmachine komt.
.
Slide 4 - Slide
Instructie video.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
strijken
Slide 15 - Slide
Hoe plaats je een strijkplank?
Aandachtspunten!
Zorg dat je strijkplank in de buurt van een stopcontact staat.
Zorg dat je strijkplank stevig staat! De strijkplank mag niet wiebelen want dat kan de strijkijzer eraf vallen.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Volgorde van schoonmaken
Juiste volgorde van schoonmaken; schoonmaakregels
Van schoon naar vuil
Van buiten naar binnen
Van hoog naar laag
droog naar nat
Linksom of rechtsom
Slide 19 - Slide
waarom maken we schoon
Voor je gezondheid
je kunt ziek worden van teveel vuil;
Voor je welzijn
je voelt je prettiger in een schone omgeving
Ter voorkoming van slijtage
Spullen gaan langer mee
Veiligheid
Je kunt struikelen en uitglijden over vuil
Slide 20 - Slide
Groothuishouding vs Kleinhuishouding
Groothuishouding:
Een groothuishouding is een huishouding in het groot, zoals de huishoudelijke dienst of facilitaire dienst in een ziekenhuis of instelling.
Kleinhuishouding:
Een kleinhuishouding is een privéhuishouding voor één of meer personen. Bijvoorbeeld een eenpersoonshuishouden of een huishouden voor een gezin.
Slide 21 - Slide
soorten schoonmaakniveaus
Ruw schoon: voor het oog schoon/ opgeruimd; je maakt eigenlijk nog niks echt schoon
Huishoudelijk schoon: gewoon schoonmaken met doekje en water en middel
Smetschoon: ontsmetten = micro organismen doden
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Schoonmaakmaterialen
Dit zijn de meest gebruikte schoonmaakmaterialen:
Slide 24 - Slide
Waarom maak je schoon?
Bevordert hygiëne
Verlengt de levensduur van je interieur
Prettiger om in te leven
Slide 25 - Slide
Wat is vuil?
Zichtbaar vuil
Droog vuil > zand
Aangekleefd vuil > koffievlek
Onzichtbaar vuil
Micro-organismen > bacteriën en schimmels
Slide 26 - Slide
Soorten schoonmaak
Droog
Klamvochtig
Nat
Ruwschoon
Huishoudelijk schoon
Smetschoon
Slide 27 - Slide
Droog: stoffen en stofzuigen
Klamvochtig: met een vochtig doekje de tafel schoonmaken -> beetje water
Nat: ramen zemen -> veel water
Ruwschoon: opruimen wat in het zicht is
Huishoudelijk schoon: hoe je thuis schoonmaakt
Smetschoon: hoe er in een ziekenhuis wordt schoongemaakt
Slide 28 - Slide
Klamvochtig schoonmaken
Uitvoering:
Met een vochtig, bijna droog doekje, of een doekje en een plantenspuit, soms met een schoonmaakmiddel.
Stofwissen, met geoliede doekjes, deze strekken stof aan.
Gebruik je bij:
Gladde vloeren en meubels
Speciale doekjes die stof vasthouden -> zijn goed voor mensen met longziektes of allergieën.
Slide 29 - Slide
Nat schoonmaken
Dweilen
Grote doek en wordt gebruikt bij grote oppervlaktes
Emmer met water/sop
Bij voorkeur op vloertegels of zeil
Moppen, is een
Steel met repen katoen
Emmer met water en sop, met een korfje om water uit te knijpen
Schrobben, doe je
Met een luiwagen (harde bezem met korte haren)
Gebruik je bij erg vuil oppervlak
Soms op je knieën met een harde borstel
Slide 30 - Slide
Schoonmaakmaterialen
Zeem
trekker/ wisser
dweil/ mop
Ragebol
plumeau/ vederborstel
stofwisser
luiwagen/ schrobbezem
Slide 31 - Slide
Traditioneel schoonmaken
Wat is het? Dit is de manier van vroeger. Je gebruikt een emmer water en schoonmaakmiddelen (meestal uit een plastic fles). Het is een veel-water-methode.
Ook gebruik je: doekjes, sponsjes, emmers en
borstels.
Schoonmaakmiddelen ruiken lekker en daarom lijkt iets vaak schoon, ook als dat niet zo is.
Slide 32 - Slide
Schoonmaken met microvezel
Wat is dit? Hierbij gebruiken we speciale microvezel materialen.
Je gebruikt bij deze manier van schoonmaken weinig water (= klamvochtig).
Je gebruikt GEEN schoonmaakmiddelen.
Je vraagt je nu natuurlijk af: 'Wordt iets dan wel schoon zonder schoonmaakmiddelen ?'
Slide 33 - Slide
Waarom met microvezel iets wel schoon wordt zonder schoonmaakmiddelen:
1. Je maakt schoon door middel van BEWEGING
2. Een doek met microvezel bestaat uit heel veel héle kleine vezeldraadjes die op veel plaatsen gebroken zijn (=alleen te zien met een microscoop!)
3. Doordat de vezeldraadjes gebroken zijn ontstaan er 'scherpe' hoekjes
4. Scherpe hoekjes maken krassen in vuil
5. Stukjes vuil blijven aan de hoekjes kleven
6. Vuil plakt vast aan de microvezeldoek
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Wat is een microvezel??
-Microvezel: gemaakt om droog en klamvochtig te reinigen.
-microvezeldoek is erg sterk
-Droogt snel
-Neemt heel veel stof en vuil op
-Laat geen pluizen achter
-Maakt streeploos schoon.
-Alleen een klein beetje water nodig
Slide 36 - Slide
Kleuren microvezeldoeken
Blauw voor: interieur
Rood voor: sanitair
Geel voor: keuken / desinfectie
Groen voor: vloeren
Wit voor: algemeen gebruik
Slide 37 - Slide
Vouwen Microvezeldoek
Slide 38 - Slide
Schoonmaak frequentie
Schoonmaakfrequentie; Hoe vaak je iets schoonmaakt.
Bijvoorbeeld maak je dagelijks, wekelijks of maandelijks.
In het schoonmaakprotocol vind je vaak een aanbeveling voor de frequentie van schoonmaken.
Slide 39 - Slide
Periodiek schoonmaken
Periodieke werkzaamheden zijn extra schoonmaakwerkzaamheden. Je voert ze met een bepaalde regelmaat uit, bijvoorbeeld eens per week of eens per maand.
Slide 40 - Slide
Schoonmaakplan
Een schoonmaakplan is een overzicht:
Wat je moet schoonmaken,
Wanneer en hoe vaak je moet schoonmaken (periodiek, wekelijks, dagelijks)
Hoe je moet schoonmaken
Wie er moet schoonmaken
Met welke middelen en hoe die middelen gebruikt moeten worden
Iedereen die schoonmaakt moet daarvan op de hoogte zijn.
Slide 41 - Slide
Wat staat er in een schoonmaakplan?
A
Wat, hoe en wanneer er gepoetst moet worden.
B
Wat, hoe, wanneer en door wie er gepoetst moet worden.
C
Wat er gepoetst moet worden.
D
Wat en door wie er gepoetst moet worden.
Slide 42 - Quiz
Welke werkzaamheden worden wekelijks gedaan in het schoonmaakplan?
A
Badkamer poetsen.
B
Luchtrooster schoonmaken.
C
WC poetsen.
D
Eettafel afvegen.
Slide 43 - Quiz
Noem 3 redenen waarom schoonmaken belangrijk is
Slide 44 - Open question
Microvezelmaterialen
Microvezels zijn dunne, synthetische vezels. Deze vezels
grijpen allerlei soorten vuil goed vast.
Als een microvezeldoek vuil heeft opgenomen, laat hij
het niet meer los.
Naast vuil houden microvezeldoekjes ook vocht vast.
Omdat de vezels ook goed vet en olie opnemen, heb je
geen reinigingsmiddel nodig.
Slide 45 - Slide
Ruwschoon
Huishoudelijk schoon
Smetschoon
Slide 46 - Drag question
Wat is professioneel schoonmaken
A
Tafel afruimen na het eten
B
Schoonmaken op je werk
C
Schoonmaken volgens een planning
D
Toilet en badkamer schoonmaken
Slide 47 - Quiz
Wat is microvezel schoonmaken?
A
Een sopje met veel schoonmaakmiddel
B
Klamvochtige doek geen sopje
C
Een sopje en een werkdoek
Slide 48 - Quiz
Wat is klamvochtig schoonmaken?
A
Stof en vuil afnemen met een natte doek.
B
Stof en vuil afnemen met een droge doek.
C
Stof en vuil afnemen met een goed uitgewrongen doek.