Les 2 - Leven in een burcht

Leven in een burcht
Kasteel? Burcht? Slot of fort?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBuitengewoon lager onderwijs

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Leven in een burcht
Kasteel? Burcht? Slot of fort?

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren vandaag?
- Je leert het verschil tussen een kasteel, een burcht, een slot en een fort
- Je leert verschillende kastelen van België kennen
- Je situeert de bouw van Belgische kastelen op de eeuwenband
- Je leert welke verschillende ruimtes er in een kasteel zijn

Slide 2 - Slide

Gravensteen Gent
Kasteel van Ooidonk

Slide 3 - Slide

Fort van Breendonk
Fort Napoleon

Slide 4 - Slide

Verwerking
- Werkschrift p 3

- Per 2: werkschrift p 4 - 5

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Waarom was het koud in het kasteel?
A
De verwarming deed het niet
B
De ramen waren te klein om het zonlicht naar binnen te laten
C
Het kasteel was heel groot

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurde er met het kasteel als andere mensen het wilde hebben?
A
Verkocht
B
Geruild
C
Gevochten

Slide 10 - Quiz

In welke tijd leefden er mensen in de kastelen?
A
De middeleeuwen
B
De prehistorie
C
De oudheid

Slide 11 - Quiz

De ridders mochten ook....
A
Spelletjes spelen met de kinderen
B
Feesten
C
Straf geven, bijvoorbeeld als iemand iets had gestolen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Wie woonden en werkten er allemaal op het kasteel?
A
Niemand
B
dienstmeisjes, kasteelheer en kasteelvrouw
C
kasteelheer en kasteelvrouw
D
smid, koks, stalknechten, dienstmeisjes, kasteelheer en kasteelvrouw

Slide 14 - Quiz

Waarom werden kastelen gebouwd
A
Mensen hadden een groot huis nodig.
B
Om handel te drijven.
C
Om zich te verdedigen tegen vijanden
D
Om dieren in te bewaren die niet mochten weglopen.

Slide 15 - Quiz

Welke uitvinding zorgde ervoor dat kastelen niet zo veilig meer waren?
A
Buskruit
B
Pijl en boog
C
Zwaard

Slide 16 - Quiz

Waardoor konden rovers niet in een kasteel komen?
A
Door hoge muren
B
Door brandnetels
C
Door mensen met geweren
D
Door hoge muren en een brede gracht

Slide 17 - Quiz

Wie was de baas in de omgeving van een kasteel?
A
De kasteelvrouw
B
De kasteeldame
C
De kasteelheer
D
De kasteelmoeder

Slide 18 - Quiz

Van wie was het land, het vee en het kasteel?
A
Van de mensen zelf.
B
Van niemand.
C
Van de landheer.
D
Van Ollie B. Bommel.

Slide 19 - Quiz

Wat was een belangrijke ruimte in het kasteel?
A
De wc
B
De kelder
C
Ridderzaal
D
De keuken

Slide 20 - Quiz

Wat hoorde NIET bij een kasteel
A
Het was er vaak koud
B
Soms was het feest
C
Buiten wachten de horigen
D
Er waren veel meubels

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

kasteel
geen kasteel

Slide 27 - Drag question

Ik zou wel op een kasteel willen wonen
Ja
Nee

Slide 28 - Poll