7. Het spierstelsel


7. Spierstelsel: DEEL 1 

1 / 140
next
Slide 1: Slide
BiologieHoger onderwijs

This lesson contains 140 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson


7. Spierstelsel: DEEL 1 

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Link naar video: kijken tot 2' 30 (net voor voetballer)

https://www.youtube.com/watch?v=VsY1696jUtk

Slide 3 - Slide

Hoeveel spieren telt ons menselijk lichaam?
A
200
B
600
C
1000
D
1500

Slide 4 - Quiz

Door hoeveel zenuwen worden onze beenspieren aangestuurd?
A
50
B
250
C
500
D
750

Slide 5 - Quiz

Hoeveel zenuwen lopen er naar onze handen?
A
500
B
1000
C
2000
D
4000

Slide 6 - Quiz

Menu van de dag
1. Wat bedoelen we met de term 'spierstelsel'?
2. Wat zijn de functies van een skeletspier?
3. Wat is een pees en wat zijn de eigenschappen?
4. Wat is de bouw van een spier?
5. Wat is de werking van een spier? 

Slide 7 - Slide

VRAAG 1
Wat bedoelen we met de term spierstelsel?

Slide 8 - Slide

Spieren

Slide 9 - Mind map

3 soorten spieren

1. Willekeurige spieren 

skeletspieren = dwarsgestreepte spieren

- Voor beweging

- Heel sterk

- Snel moe

Slide 10 - Slide

3 soorten spieren

2. Onwillekeurige spieren (gladde spieren)

- Voor organen

- Niet super sterk

- Niet snel moe

Slide 11 - Slide

3 soorten spieren

3. Hartspier

- Niet moe 

- Sterk

- Tussenvorm

Slide 12 - Slide

Focus in deze les
1. Skeletspieren = dwargestreepte spieren ! 

Slide 13 - Slide

Menu van de dag
1. Wat bedoelen we met de term 'spierstelsel'?
2. Wat zijn de functies van een skeletspier?
3. Wat is een pees en wat zijn de eigenschappen?
4. Wat is de bouw van een spier?
5. Wat is de werking van een spier? 

Slide 14 - Slide

VRAAG 2
Wat zijn de functies van de skeletspieren?

Slide 15 - Slide

Wat zijn de functies van spieren?

Slide 16 - Open question

4 belangrijke functies
- Mobiliteit: grove/fijne motoriek
- Stabiliteit van gewrichten
- Bescherming van organen
- Lichaamstemperatuur op peil houden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Menu van de dag
1. Wat bedoelen we met de term 'spierstelsel'?
2. Wat zijn de functies van een skeletspier?
3. Wat is een pees en wat zijn de eigenschappen?
4. Wat is de bouw van een spier?
5. Wat is de werking van een spier? 

Slide 19 - Slide

VRAAG 3
Wat is een pees en geef de eigenschappen?

Slide 20 - Slide

Welke pezen van het lichaam kennen jullie?

Slide 21 - Open question

3.1 Wat is een pees? 
- Verbinding tussen spier en bot
- Latijnse naam = TENDO


Slide 22 - Slide

Wat is de langste pees in ons lichaam?
A
Patellapees
B
Bicepspees
C
Tricepspees
D
Achillespees

Slide 23 - Quiz

Achillespees = gemiddeld 15 cm lang!

Slide 24 - Slide

3.2 Eigenschappen van pezen
- Heel sterke, stijve structuur
- Weinig beweeglijkheid
- Bestaat uit stevig, niet elastisch bindweefsel 
 

Slide 25 - Slide

Bindweefsel
Elastisch:
- Elastische cellen 
- Veel beweging
- Spieren

NIET elastisch:
-  Collageencellen
- Weinig beweging
- Stug
- Pezen

Slide 26 - Slide

WAAR / NIET WAAR: Een pees bestaat uit collageencellen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 27 - Quiz

Menu van de dag
1. Wat bedoelen we met de term 'spierstelsel'?
2. Wat zijn de functies van een skeletspier?
3. Wat is een pees en wat zijn de eigenschappen?
4. Wat is de bouw van een spier?
5. Wat is de werking van een spier? 

Slide 28 - Slide

VRAAG 4
Wat is de bouw van een spier?

Slide 29 - Slide

4.1 Origo en insertie
Origo = oorsprong:
- aanhechtingspunt van skeletspier. 
- proximaal (dicht naar het centrum van het lichaam toe) 
Insertie = aanhechting:
- aanhechtingspunt van skeletspier dat bij contractie beweegt
-  distaal (verder weg gelegen van lichaamscentrum) 

Slide 30 - Slide

4.1 Origo en insertie
         Origo (dichtst)
         Insertie (verst)

Slide 31 - Slide

4.2 Onderdelen van een spier

Slide 32 - Slide

4.2 Onderdelen van een spier

Myofilamenten
Spierbundel
Spiervezel
Myofibril

Slide 33 - Slide

Wat is de juiste volgorde, vertrekkende van buiten naar binnen in de spier?
A
Spierbundel -> myofibril -> spiervezel --> myofilament
B
Spierbundel -> myofilament -> spiervezel -> myofibril
C
Spierbundel -> spiervezel -> myofilament -> myofibril
D
Spierbundel -> spiervezel -> myofibril -> myofilament

Slide 34 - Quiz

Menu van de dag
1. Wat bedoelen we met de term 'spierstelsel'?
2. Wat zijn de functies van een skeletspier?
3. Wat is een pees en wat zijn de eigenschappen?
4. Wat is de bouw van een spier?
5. Wat is de werking van een spier? 

Slide 35 - Slide

VRAAG 5
Wat is de werking van een spier?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Wat is er nodig voor de goede werking van een spier?

Slide 38 - Open question

5.1 Werking actine-myosine
Stap 1 : impuls van motorische zenuw
Stap 2: activatie spiervezel
Stap 3: in elkaar schuiven van actine en myosine filamenten
Stap 4: spier wordt korter en spant op 

Slide 39 - Slide

5.1 Werking actine-myosine

Slide 40 - Slide

5.1 Werking actine-myosine
Stap 1 : impuls van motorische zenuw
Stap 2: activatie spiervezel
Stap 3: in elkaar schuiven van actine en myosine filamenten
Stap 4: spier wordt korter en spant op 

Slide 41 - Slide

5.1 Werking actine en myosine

Slide 42 - Slide

Flashback: 3 soorten spieren

1. Willekeurige spieren 

skeletspieren = DWARSGESTREEPTE SPIEREN !!

- Voor beweging

- Heel sterk

- Snel moe

Slide 43 - Slide

5.1 Werking actine en myosine
= Streepjespatroon van lichte en donkere banden
--> 1 stuk donker – licht is een sarcomeer 
(1 stuk actine met myosine)

Slide 44 - Slide

5.1 Werking actine en myosine

Slide 45 - Slide

5.1 Werking actine en myosine
3 banden:
H- band: enkel myosine
I- band: enkel actine
A-band: actine+myosine
2 lijnen:
M - lijn: midden van myosine
Z- lijn: helft van I-band



Slide 46 - Slide

5.1 Werking actine en myosine
SARCOMEER
= contractiele eenheid
Lengte: Z lijn tot Z lijn

Slide 47 - Slide

5.1 Werking actine en myosine
1) Ontspannen: weinig overlap actine en myosine

2) Aanspannen: Actine schuift over myosine (A- band)
De spier wordt korter vraagt veel energie = actief proces
3) Ontspannen: Actine en myosine schuift uit elkaar.
De spier wordt langer = passief proces


Slide 48 - Slide

WAAR/NIET WAAR: in de A band zit enkel actine
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 49 - Quiz

5.1 Werking actine en myosine
3 banden:
H- band: enkel myosine
I- band: enkel actine
A-band: actine+myosine
2 lijnen:
M - lijn: midden van myosine
Z- lijn: helft van I-band



Slide 50 - Slide

WAAR/NIET WAAR: bij het aanspannen van een spier schuift de actine over de myosine.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 51 - Quiz

5.1 Werking actine en myosine
1) Ontspannen: weinig overlap actine en myosine

2) Aanspannen: Actine schuift over myosine (A- band)
De spier wordt korter vraagt veel energie = actief proces
3) Ontspannen: Actine en myosine schuift uit elkaar.
De spier wordt langer = passief proces


Slide 52 - Slide

5.2 Latentietijd en refractaire periode
Latentietijd = tijd tussen prikkeling spiervezel en reactie van spier
Refractaire periode =  interval waarbinnen het onmogelijk is om een zenuw- of spiercel opnieuw te stimuleren, hoe sterk de prikkel ook is.

Slide 53 - Slide

5.2 Latentietijd en refractaire periode
                          
                             1. Zenuwvezel geeft signaal
2. Latentietijd
                    3.  Samentrekken spier
                  4. Refractaire periode
                                       5. Opnieuw samentrekken spier



Slide 54 - Slide

5.3 Spier heeft energie nodig om te werken
1. Verbranding glucose of vet
2. Energie komt vrij
3. Spiercontractie + verhoging ademhaling + verhoging CO2

Slide 55 - Slide

5.4 Gespecialiseerde spiervezels 
Type I (Slow Twitch): 
- Hoog myoglobine gehalte
- Hoge aerobe capaciteit (=zuurstofarme verbranding)
- Rode kleur
- Bevatten veel mitochondriën
Type II (Fast Twitch):
- Hoge anaerobe capaciteit
- Witte kleur

Slide 56 - Slide

5.4 Gespecialiseerde spiervezels 
Sprint: veel type 2 vezels
Uithouding: veel type 1 vezels

Slide 57 - Slide

5.5 Spiertonus
=  natuurlijke spierspanning van de spier in rusttoestand
Gevolg= lichaamshouding handhaven 
Bijv. het hoofd rechtop laten staan.

Slide 58 - Slide

5.6 Spierkracht
Kracht afhankelijk van aantal gestimuleerde spiervezels.
Aantal spiervezels afhankelijk van activiteit zenuwstelsel
Hyperplasie =vergroten van aantal spiervezels
Hypertrofie = vergroting spiervolume
Vergroting uithoudingsvermogen spier = door aanleg nieuwe bloedvaten

Slide 59 - Slide

5.6 Spierkracht

Slide 60 - Slide

5.7 Antagonisten en synergisten
Antagonisten= spieren die tegengestelde bewegingen mogelijk maken = (biceps buigen elleboog en triceps strekken elleboog)

Synergisten = Spieren die zelfde beweging teweegbrengen = (grote bilspier samen met hamstrings voor gebruik heupgewricht) 

Slide 61 - Slide

5.7 Antagonisten en synergisten

Slide 62 - Slide


7. Spierstelsel: DEEL 2 

Slide 63 - Slide

HERHALINGS-QUIZ VORIGE LES 

Slide 64 - Slide

VRAAG 1. Een marathonloper heeft veel ........ vezels?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 65 - Quiz

5.4 Gespecialiseerde spiervezels 
Type I (Slow Twitch):
- Hoog myoglobine gehalte 
- Hoge aerobe capaciteit 
- Rode kleur
- Bevatten veel mitochondriën 

Type II (Fast Twitch):
- Hoge anaerobe capaciteit
- Witte kleur

Slide 66 - Slide

VRAAG 2: Is deze spier opgespannen of ontspannen + waarom?

Slide 67 - Slide

VRAAG 2: Is deze spier opgespannen of ontspannen + waarom?
o De spier is langer.
o Weinig overlap tussen 
actine en myosine.
o Dit vraagt weinig energie .
o Dit is een passief proces.

Slide 68 - Slide

VRAAG 3: Hoe noemen we het vergroten van aantal spiervezels door training?
A
Hypertrofie
B
Hyperplasie

Slide 69 - Quiz

VRAAG 3: Spierkracht

Slide 70 - Slide

0. Enkele handige synoniemen
zie invulblad

Slide 71 - Slide

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm
6. Spieren van het been 

Slide 72 - Slide

Soorten spierbewegingen?

Slide 73 - Mind map

1. Indeling van de skeletspieren
Flexoren (buigspieren)
Extensoren (strekspieren)
ADDuctoren (naar lichaam toe bewegende spieren)
ABDuctoren (van lichaam weg bewegende spieren)
Endorotatoren (naar binnen draaiende spieren)
Exorotatoren (naar buiten draaiende spieren)

Slide 74 - Slide

Per spier te kennen:
- Spier kunnen aanduiden op foto
- Nederlandse naam van de spier
- Latijnse naam van de spier
- Bewegingen die de spier veroorzaakt 
TIP !! : gratis online 3D anatomie = https://www.zygotebody.com/#

Slide 75 - Slide

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals:
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been

Slide 76 - Slide

Spieren van het hoofd, nek of hals?

Slide 77 - Mind map

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals:
- M. temporalis
- M. sternocleidomastoideus
- M. trapezius
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been

Slide 78 - Slide

2.1 musculus temporalis

Slide 79 - Slide

2.1 musculus temporalis
Nederlandse naam: slaapspier
Latijnse naam: musculus temporalis
Bewegingen
= beweging bovenkaak t.o.v onderkaak.
( kauwspier)

Slide 80 - Slide

2.2 musculus sternocleidomastoideus (SCM) 

Slide 81 - Slide

2.2 musculus sternocleidomastoideus
Nederlandse naam: borstbeen-sleutelbeen-tepelspier
Latijnse naam: musculus sternocleidomastoideus (SCM) 
Bewegingen:
* 1 spier = buigen en draaien van het hoofd
* beide spieren = buigen van het hoofd + optillen sleutelbeen en borstbeen  (=ademhaling!)

Slide 82 - Slide

2.3 musculus trapezius

Slide 83 - Slide

2.3 musculus trapezius
Nederlandse naam: monnikskapspier 
Latijnse naam: M. trapezius
Bewegingen:
- Adductie schouderblad
- Opwaarts draaien van het schouderblad
- Schouderblad heffen of naar beneden trekken
- Stabilisatie van de schouder

Slide 84 - Slide

Wat is de Latijnse benaming voor de slaapspier?

Slide 85 - Open question

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas:
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 86 - Slide

Welke spieren van de rug en de borstkas kennen jullie?

Slide 87 - Mind map

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas:
- M. pectoralis major
- M. intercostales
-M. latissimus dorsi
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 88 - Slide

3.1 Musculus pectoralis major

Slide 89 - Slide

3.1 Musculus pectoralis major
Nederlandse naam: grote borstspier
Latijnse naam: M. pectoralis major
Bewegingen:
- Adductie, endorotatie en flexie  humerus
- Oplichten v.d. thorax = hulpademhalingspier

Slide 90 - Slide

3.1 Musculus pectoralis major
- Belangrijk bij klimmen, duwen en werpen

Slide 91 - Slide

3.2 Musculi intercostales

Slide 92 - Slide

3.2 Musculi intercostales
Nederlandse naam: binnenste en buitenste tussenribspieren
Latijnse naam: musculi intercostales interni en externi
Bewegingen: 
- Interni: uitademen
- Externi: inademen = ribben omhoog heffen

Slide 93 - Slide

3.3 Musculus latissimus dorsi

Slide 94 - Slide

3.3 Musculus latissimus dorsi
Nederlandse naam: brede rugspier
Latijnse naam: musculus latissimus dorsi
Bewegingen
- Adductie, endorotatie en extensie humerus
- Extensie lumbale wervelkolom

Slide 95 - Slide

Welke spier zorgt NIET voor adductie van de humerus?
A
M. pectoralis major
B
M. latissimus dorsi
C
M. intercostales

Slide 96 - Quiz

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek:
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 97 - Slide

Welke buikspieren kennen jullie?

Slide 98 - Mind map

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek:
- M. rectus abdominis
- M. obliquus abdominis
- M. transversus abdominis
- Middenrif
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 99 - Slide

4.1 M. rectus abdominis

Slide 100 - Slide

4.1 M. rectus abdominis (tot 1')

Slide 101 - Slide

4.1 M. rectus abdominis
Linea alba = pees in de rechte buikspier!

Slide 102 - Slide

4.1 M. rectus abdominis
Nederlandse naam: rechte buikspier
Latijnse naam: musculus rectus abdominis
Bewegingen:
- Flexie van de romp
- Bescherming buikorganen
- Verhoging van de intra-abdominale druk (buikdruk): ademhaling, hoesten, niezen ,persen 
- Stabiliseren van het bekken

Slide 103 - Slide

4.2 M. obliquus abdominis
Externus                                                     Internus

Slide 104 - Slide

4.2 M. obliquus abdominis
Nederlandse naam: binnenste en buitenste schuine buikspieren
Latijnse naam: musculus obliquus internus en externus
Bewegingen
Zelfde als musculus rectus abdominis

Slide 105 - Slide

4.3 M. transversus abdominis

Slide 106 - Slide

4.3 M. transversus abdominis
Nederlandse naam: dwarse buikspier
Latijnse naam: musculus transversus abdominis
Bewegingen: zelfde als m. rectus abdominis en m. obliquus abdominis

Slide 107 - Slide

4.4 Diafragma
- Scheidt buikholte van borstholte
- Peesblad met dunne platte spierplaat
- Koepelvormig
- Openingen slokdarm en grote vaten

Slide 108 - Slide

4.4 Diafragma
Nederlandse naam: middenrif
Latijnse naam: diafragma
Bewegingen:
- Verhogen intra-abdominale buikdruk: 
* ademhaling
* hoesten-niezen-persen
(plassen-ontlasting-bevalling)

Slide 109 - Slide

Wat zijn de functies van de buikspieren?

Slide 110 - Open question

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 111 - Slide

Welke armspieren kennen jullie?

Slide 112 - Mind map

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
- M. biceps brachii
- M. triceps brachii
- M. deltoideus
6. Spieren van het been 

Slide 113 - Slide

5.1 m. biceps brachii
= biceps

Slide 114 - Slide

5.1 m. biceps brachii
Nederlandse naam: tweehoofdige armspier
Latijnse naam: musculus biceps brachii 
Bewegingen: flexie en supinatie van de elleboog

Slide 115 - Slide

5.2 m. triceps brachii
= triceps

Slide 116 - Slide

5.2 m. triceps brachii
Nederlandse naam: driehoofdige armspier
Latijnse naam: musculus triceps brachii 
Bewegingen: 
- Extensie van de elleboog
- Adductie en extensie van de
 bovenarm (schoudergewricht)

Slide 117 - Slide

Biceps & triceps = antagonisten

Slide 118 - Slide

5.2 m. deltoideus

Slide 119 - Slide

5.2 m. deltoideus
Nederlandse naam: deltavormige spier
Latijnse naam: musculus deltoideus
Bewegingen:
- Krachtige ABductie humerus
- Voorste vezels: flexie en endorotatie humerus
- Achterste vezels: extensie en exorotatie humerus

Slide 120 - Slide

De biceps en triceps zijn .........
A
Synergisten
B
Antagonisten

Slide 121 - Quiz

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been 

Slide 122 - Slide

Welke beenspieren kennen jullie?

Slide 123 - Mind map

Menu van de dag
1. Indeling van de skeletspieren
2. Spieren van het hoofd, de nek en de hals
3. Spieren van de rug en de borstkas
4. Spieren van de buikstreek
5. Spieren van de arm 
6. Spieren van het been :
- M. quadriceps femoris
- M. sartorius
- M. gluteus maximus
- M. biceps femoris

Slide 124 - Slide

6.1 M. quadriceps femoris

Slide 125 - Slide

6.1 M. quadriceps femoris
Nederlandse naam: vierhoofdige dijspier
Latijnse naam: musculus quadriceps femoris
Bewegingen
- Flexie van de heup
- Extensie van de knie

Slide 126 - Slide

6.2 M. sartorius 

Slide 127 - Slide

6.2 M. sartorius
Nederlandse naam: kleermakersspier
Latijnse naam: musculus sartorius
Bewegingen
- Flexie en exorotatie van de heup
- Flexie van de knie


Slide 128 - Slide

6.3 M. gluteus maximus

Slide 129 - Slide

6.3 M. gluteus maximus
Nederlandse naam: grote bilspier
Latijnse naam: musculus gluteus maximus
Bewegingen
- Extensie en exorotatie van de heup 

Slide 130 - Slide

6.4 M. biceps femoris
- 1 van de 3 hamstringspieren

Slide 131 - Slide

6.4 M. biceps femoris
Nederlandse naam: tweehoofdige dijspier
Latijnse naam: musculus biceps femoris
Bewegingen
-  Extensie van de heup
- Flexie van de knie 

Slide 132 - Slide

Slide 133 - Slide

Bij het inademen zal het middenrif ......
A
Ontspannen
B
Opspannen

Slide 134 - Quiz

M. Biceps Brachi
M. Deltoideus
M. Triceps Brachii
M. Trapezius
M. Rectus Abdominis

Slide 135 - Drag question

Welke spier wordt hier aangeduid met de zwarte pijl?
A
M. deltoideus
B
M. trapezius
C
M. sternocleidomastoideus
D
M. temporalis

Slide 136 - Quiz

Welke spier zorgt voor een flexie van de heup en extensie van de knie?
A
M. biceps femoris
B
M. sartorius
C
M. quadriceps femoris
D
M. gluteus maximus

Slide 137 - Quiz

M. quadriceps femoris
Nederlandse naam: vierhoofdige dijspier
Latijnse naam: musculus quadriceps femoris
Bewegingen
- Flexie van de heup
- Extensie van de knie

Slide 138 - Slide

Welke spier is heel belangrijk bij klimmen, duwen en werpen?

Slide 139 - Open question

 Musculus pectoralis major
- Belangrijk bij klimmen, duwen en werpen

Slide 140 - Slide