12A Herhaling

Hoofdstuk 12A
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 12A

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A voorkennis 

Leerdoelen:
1. Je kunt breuken optellen en aftrekken.
2. Je kunt breuken vermenigvuldigen.








Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 4 - Slide


Slide 5 - Open question

Hoofdstuk 12A 

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 7 - Slide


Slide 8 - Open question

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A voorkennis 

Leerdoelen:
1. Je kunt breuken optellen en aftrekken.
2. Je kunt breuken vermenigvuldigen.








Slide 9 - Slide

Aantekening 12A Voorkennis Breuken
Breuken optellen of aftrekken: eerst gelijknamig maken, dan tellers optellen of aftrekken



Opgave V1, V2, V3 en V4.
En eerst de hele in de breuk zetten!!

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A.1 Volgorde bij berekeningen 

Leerdoelen:
1. Je kunt berekeningen in de juiste volgorde uitrekenen.








Slide 11 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 13 - Slide


Slide 14 - Open question

Hoofdstuk 12A 

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 16 - Slide

Aantekening 1.6 Standaardvorm/Wetenschappelijke notatie
Hele grote of hele kleine getallen geeft je GR in de standaardvorm/ wetenschappelijke notatie.
Dit is in de vorm:
a is een getal van 1 t/m 9
b positief, de komma naar rechts verplaatsen (groot getal)
b negatief, de komma naar links verplaatsen (klein getal) 
De GR geeft niet aan             maar  Eb


a10b
10b

Slide 17 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A.1 Volgorde bij berekeningen 

Leerdoelen:
1. Je kunt berekeningen in de juiste volgorde uitrekenen.








Slide 19 - Slide

Aantekening 12A.1 Volgorde bij berekeningen
Reken volgorde: haakjes, machten/wortels, vermenigvuldigen/delen, optellen/aftrekken.

Opgave 12A.1

Slide 20 - Slide

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A.2 Verhoudingen

Leerdoelen:
1. Je kunt een deel van een gegeven hoeveelheid uitrekenen.
2. Je kunt hoeveelheden in een verhouding verdelen.








Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 22 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 23 - Slide


Slide 24 - Open question

Hoofdstuk 12A 

Slide 25 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 26 - Slide


Slide 27 - Open question

Hoofdstuk 12A 
Deze les: 
12A.2 Verhoudingen

Leerdoelen:
1. Je kunt een deel van een gegeven hoeveelheid uitrekenen.
2. Je kunt hoeveelheden in een verhouding verdelen.








Slide 28 - Slide

Aantekening 12A.2 Verhoudingen
Deel van een geheeld:        van 400:     

Verhoudingen:
2:3:6 is een verhouding. Gedeeltes uitreken, van bijvoorbeeld 1000.
2+3+6 =11

Opgave 12A.2
72
72400
1121000
1131000
1161000

Slide 29 - Slide

Hoofdstuk 12A 

12A.3 Procenten en factor

Leerdoelen:
1. Je kunt met hoeveelheden en procenten rekenen.









Slide 30 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 31 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 32 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 33 - Slide


Slide 34 - Open question

Hoofdstuk 12A 

12A.3 Procenten en factor

Leerdoelen:
1. Je kunt met hoeveelheden en procenten rekenen.









Slide 35 - Slide

Aantekening 12A.3 Procenten en factor
Procenten bereken:                         Voorbeeld:
Verhoudingstabel


Factor
Opgave 12A.3
of meteen 85

Slide 36 - Slide

Hoofdstuk 12A 

12A.4 Rekenen met tijd

Leerdoelen:
1. Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen.
2. Je kunt tijden goed noteren.









Slide 37 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 38 - Slide


Slide 39 - Open question

Hoofdstuk 12A 

Slide 40 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 41 - Slide

Hoofdstuk 12A 

Slide 42 - Slide

Hoofdstuk 12A 

12A.4 Rekenen met tijd

Leerdoelen:
1. Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen.
2. Je kunt tijden goed noteren.









Slide 43 - Slide

Aantekening 12A.4 Reken met tijd
Rekenen met tijd, denk aan:
Dag=24 uur
1 uur = 60 minuten enz.

Gemiddelde snelheid uitrekenen.
Reken uit hoeveel seconden/minuten er over gedaan wordt.
Reken uit hoeveel km er in 1 uur = 60 minuten=3600 seconden er afgelegd wordt. Dit is gem. snelheid in km/uur.
Opgave 12A.4

Slide 44 - Slide