Week 4: Voorbereiding

Welkom!
Telefonische acquisitie

1 / 12
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Telefonische acquisitie

Slide 1 - Slide

Doel van vandaag

Je weet wat het doel is van je gesprek
Je weet wat een leidmotiv is en kunt deze zelf toepassen
Je weet hoe deze periode eruit ziet

Slide 2 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 3 - Slide

Inkomende gesprekken


Goedemorgen/Middag/Avond, (bedrijfsnaam), (u spreekt) met (eigen naam).
Uitgaande gesprekken


‘Goedemorgen mevrouw, u spreekt met <naam> van <naam bedrijf>
Bel ik gelegen?

Slide 4 - Slide

Inkomende en uitgaande gesprekken oefenen
  • Uitgaand: Je bent verkoper bij Scotch & Soda 
  • Inkomend: Receptioniste bij Score, dé jeansstore voor mannen en een kansrijke nieuwe klant van Scotch & Soda.
  • Oefen met docent

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Slide

Wat voor soorten commerciële gespreksdoelen zijn er?

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Slide

Voorbereiding
• Doel van het gesprek bepalen. 
Bedenk vooraf wat je met het gesprek wilt bereiken en noteer dit. 

• Weet wie je gaat bellen. 
Met wie ga je in gesprek? (geslacht, leeftijd, standpunt, positie in bedrijf) 

• Aanpak bepalen. 
Nu je weet wat jouw doel en gesprekspartner is, kun je je aanpak bepalen. Zeg je bijvoorbeeld het belangrijkste in het begin of op het einde van het gesprek? Denk ook goed na over je zinsconstructie en je woordgebruik. 
Zorg ervoor dat je een goede duidelijke openingszin hebt. 



Slide 9 - Slide

Doel bepalen
Lees de opdracht van Scotch and Soda door
Wat is het doel van het gesprek?
Noteer deze in je schrift/laptop

Slide 10 - Slide

Inkomende gesprekken


Goedemorgen/Middag/Avond, (bedrijfsnaam), (u spreekt) met (eigen naam).
Uitgaande gesprekken


‘Goedemorgen mevrouw, u spreekt met <naam> van <naam bedrijf>
Bel ik gelegen?
Ik bel om een afspraak te maken over het aanbieden van onze spijkerbroeken

Slide 11 - Slide

Energizer
Twee rijen
Rij B: bekijkt persoon van rij A
Rij A: persoon verandert iets aan zichzelf
Rij B: raad wat persoon A heeft veranderd

Slide 12 - Slide