This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Lesdoel
De student leest een SLA
Slide 1 - Slide
waar wordt een SLA voor gebruikt?
Slide 2 - Open question
Wat is het doel van een SLA?
A
Het doel van een SLA is om kosten te besparen op de dienstverlening.
B
Het doel van een SLA is om de dienstverlener te beoordelen op zijn prestaties.
C
Het doel van een SLA is om duidelijke afspraken te maken over de te leveren dienstverlening, zodat zowel de dienstverlener als de klant weten wat ze kunnen verwachten.
D
Het doel van een SLA is om de klant te binden aan een langdurig contract.
Slide 3 - Quiz
Welke van de volgende aspecten wordt NIET typisch beschreven in een SLA?
A
Beschikbaarheid van de dienst
B
Ondersteuning en betrouwbaarheid.
C
Marketingstrategieën
D
Responstijd bij storingen
Slide 4 - Quiz
Waarom is het belangrijk dat een SLA SMART geformuleerd is?
A
Om de overeenkomst kort en bondig te houden.
B
Om meetbare normen voor dienstverlening vast te leggen.
C
Om juridische taal te vermijden.
D
Om de klant tevreden te stellen.
Slide 5 - Quiz
Welke van de volgende is een voorbeeld van een SMART geformuleerde voorwaarde in een SLA?
A
"De dienst moet altijd beschikbaar zijn."
B
"De leverancier moet snel reageren op storingen."
C
"De dienst moet minstens 95% van de tijd bereikbaar zijn."
D
"De klant moet tevreden zijn met de service."
Slide 6 - Quiz
Wat is een belangrijk voordeel van het opstellen van een SLA?
A
Het verhoogt de kosten van de dienstverlening.
B
Het schept duidelijkheid over de kwaliteit die verwacht kan worden.
C
Het vermindert de communicatie tussen klant en leverancier.