De geschiedenis van Sint MaartenSint Maarten heette toen hij jong was Martinus. Hij werd geboren in 316 na Christus in Hongarije. Zijn ouders waren Romeinen. Zijn vader was soldaat in het leger van de Romeinse keizer. Toen Martinus groot was, ging hij ook in het Romeinse leger. Als soldaat werd hij gelegerd in Gallië, dat toentertijd een groot deel van West Europa was en waarvan een deel in Frankrijk ligt.
Op een avond ontmoette hij aan de poort van de Franse stad een bedelaar, bibberend in de winterkou. Martinus had geen geld bij zich om aan de bedelaar te geven. Maar omdat de man het zo koud had, sneed Martinus de helft van zijn mantel af en gaf het aan de arme man. ’s Nachts droomde Martinus dat Jezus de bedelaar was die hij een stuk van zijn mantel had gegeven. Door deze droom verliet hij het leger en werd katholiek. Hij ging als kluizenaar wonen om zich helemaal aan het geloof te wijden.
Het feit dat we zoveel van Sint Maarten weten, komt doordat zijn goede vriend Sulpicius Severes, een geschiedschrijver, veel over de goede daden van Martinus van Tours heeft opgeschreven.