1.1 Weer of klimaat

1.1 Weer of klimaat?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Weer of klimaat?

Slide 1 - Slide

Deze les:
Uitleg §1.1 + §1.2
Voor BB, KB en TL dezelfde uitleg

Slide 2 - Slide

Wat moet ik iedere les meenemen?
  • Leerboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Examentraining
Welke toetsen krijgen we?
Eindexamen
woensdag 19 mei 2021 09:00-11:00
CSE

Slide 3 - Slide

Weer
Weer = De toestand van de atmosfeer (dampkring) op een bepaald moment in een bepaald gebied.
Weerselementen
Dit zijn:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • bewolkingsgraad
  • luchtdruk

Slide 4 - Slide

Bewolkingsgraad
Bewolkt = 100% bewolkingsgraad
Hoe hoger de bewolkingsgraad des te minder uv-straling de aarde kan bereiken.
UV-straling
UV-straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling).
  • schadelijk voor je huid
  • uv-index (maat voor hoeveelheid zonnestraling.
uv-index

Slide 5 - Slide

Weer
Klimaat
Klimaat = Het gemiddelde weer over een langere periode (30 tot 40 jaar) in een bepaald gebied.

Slide 6 - Slide

5 klimaatfactoren:
  • breedteligging (par. 1.2)
  • hoogteligging (par. 1.2)
  • gesteldheid van het aardoppervlak (par.1.1)
  • de afstand tot de zee of een ander groot wateroppervlak (1.1)
  • de aanvoer van warmte, koude of vochtheid van elders, door wereldwijde wind- en oceaanstromingen.  (1.1, 1.3 en 1.5)
Hoe hoger de breedte, hoe kouder.
Hoe hoger, hoe kouder.
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.
Water neemt warmte langzaam op, maar koelt ook langzaam af.
Land wordt sneller warm en sneller koud dan water.

Een gebied bij zee ontvangt met een wind vanaf zee:
- vochtige lucht waar veel neerslag uit valt.
- koele wind in de zomer
- warme wind in de winter
Wind en zeestromen transporteren warmte vanaf de evenaar en kou vanaf de poolstreken.

Slide 7 - Slide

Gesteldheid van het aardoppervlak
Water neemt warmte langzaam op, maar koelt ook langzaam af.
Land wordt sneller warm en sneller koud dan water.

De afstand tot de zee of een ander groot wateroppervlak
Een gebied bij zee ontvangt met een wind vanaf zee:
- vochtige lucht waar veel neerslag uit valt.
- koele wind in de zomer
- warme wind in de winter

Slide 8 - Slide

Regel
Wind en zeestromen transporteren warmte vanaf de evenaar en kou vanaf de poolstreken.

Slide 9 - Slide

Nu doen:
  • Opdrachten maken KGT: §1.1 opdrachten 3, 5, 6b
  • KGT: §1.2: 2, 3, 4, 6, 7 en 8
  • Opdrachten maken BB: §1.1 opdrachten 4 & 5

Slide 10 - Slide