A1 vragen maken met vraagwoorden

Lesplan
1. Klas afspraken. 
2. Huiswerk: Complimenten geven.
3.  Wat doe je morgen? - Ik ga naar het carnaval. 
4. Grammatica: Waar/wie/hoeveel.....
5. Pak - Bak. 
6. Spreken.  
7. TC. 

 
 


1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Lesplan
1. Klas afspraken. 
2. Huiswerk: Complimenten geven.
3.  Wat doe je morgen? - Ik ga naar het carnaval. 
4. Grammatica: Waar/wie/hoeveel.....
5. Pak - Bak. 
6. Spreken.  
7. TC. 

 
 


Slide 1 - Slide

Klasafspraken
1. Op tijd naar de les komen . 

2. Te laat of ziek of naar de les niet kan komen? - Stuur voor de les een bericht naar de docent. 
3. Afspraken met de huisarts, gemeente, familie, vrienden, enz. buiten schooltijd. 

4. Wil je roken? - Graag buiten in de rookzones. 
5. Wij hebben 15 minuten pauze per les. 
6. Zet je telefoon op "stil" tijdens de les. 

Slide 2 - Slide

Na deze les: 

Je kunt vertellen over je weekend.
Je kunt vragen maken. 


Slide 3 - Slide

Huiswerk voor de voorjaarsvakantie 
1) Geef 3 complimenten aan drie mensen. 
2) Gebruik:
Ik vind jou lief/aardig/leuk/stoer....
3) Schrijf op wat de mensen terugzeggen. 

Slide 4 - Slide

Wat doe je morgen? 
1. Ik ga naar het carnaval. 
2. Ik wandel met mijn partner. 
3. Ik knutsel met mijn kinderen. 
4. Ik sport morgen. 
5. Ik bezoek mijn vrienden. 
6. Ik lees een boek. 
7. Ik luister naar muziek. 
8. Ik dans. 
9. .... 

Slide 5 - Slide

P - Poes
P - Pomp
P - Pannenkoek
P - Peer
P - Pan
P - Poot
P - Peper
P - Piraat
P - Pakket 



B - Boek
B - Bal
B - Banaan
B - Brood
B - Boter
B - Bloed
B - Blik
B - Bij
B - Boom


Slide 6 - Slide

Vragen maken
1
3
4
jij
  de tekst?
       hij

      
           koffie?

       naar huis?


lees
drinkt
  gaat
    2
Wanneer
Waar
 Wie

Slide 7 - Slide

Vragen maken
Maak 3 vragen met deze woorden: 
wie                 waarom                                     lezen/ lopen/ wandelen/
wat                 hoe laat                                     dansen/ luisteren/ kijken/
wanneer      welk/welke                               sporten/ koken/ bakken
waar
hoelang
hoe vaak

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Goed gedaan!

Slide 10 - Slide

lange en korte klanken
a
e
i
o
u
aa
ee
(ie)
oo
uu
korte klanken
lange klanken

Slide 11 - Slide

Zet het in je agenda!
21 maart 
09.00-12.00 uur
les + excursie 
Doe de comfortabele schoenen aan  en 
neem je  participatieformulier mee!

Slide 12 - Slide