This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Herhaling h1
kaarten
schaalniveaus
plaatsbepaling
absolute & relatieve afstand
Slide 1 - Slide
Wat voor kaart zie je hiernaast?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 2 - Quiz
Welke 4 onderdelen moeten er altijd in een kaart zitten?
Slide 3 - Open question
Vijf schaalniveaus: zet in volgorde van groot naar klein schaalniveau.
1.
2.
3.
4.
5.
Continentaal
Mondiaal
Lokaal
Nationaal
Regionaal
Slide 4 - Drag question
Mondiaal
Continentaal
Lokaal
Regionaal
Nationaal
Slide 5 - Drag question
Noem 2 kenmerken van een downtown
Slide 6 - Open question
Hoe noemen wij een Canadese voorstad/buitenwijk.
Slide 7 - Open question
Wat laat deze afbeelding zien?
A
Geografische lengte
B
Geografische breedte
Slide 8 - Quiz
Noorderbreedte
Zuiderbreedte
Slide 9 - Drag question
Wat laat deze afbeelding zien
A
Geografische breedte
B
Geografische lengte
Slide 10 - Quiz
Bij AK gebruiken we twee soorten afstand. Welke ken je?
Slide 11 - Open question
Bij AK gebruiken we twee soorten afstand: absolute afstand en relatieve afstand. Absolute afstand is afstand in ......... . Op een kaart is dit altijd ............. Absolute afstand ........... Reletieve afstand is afstand in ........... . Relatiev afstand kan dus .......... .