Survival quiz 1

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

Deze Engelse les is een quiz. Veel succes!

Maar eerst een woordveld
over wat bij een quiz hoort.

Vul de vakjes is.
Liefst in het Engels natuurlijk.

Wat hoort bij
een quiz?

Dan nu de quiz. 

Je ziet stukjes van een filmpje.

Daarna geef je antwoord.

Een aantal moeilijke woorden:

12 riddles = 12 raadsels

wits and skills = verstand en vaardigheden

to crack = kraken (oplossen)

to avoid = vermijden 

Dan nu de eerste riddle:

Waarmee ga jij je waterfles vullen?

1. a juicy cactus = een sappige cactus
2. a salty pond = een zoutachtige vijver
3. a lake = een meer
4. a stream = een waterstroom

0

Een aantal moeilijke woorden:

cacti = cactussen (meer dan 1 dus)

toxic = giftig

stomach ache = buikpijn

dehydrate = uitdrogen

salty = zout

Dan nu de tweede riddle:

Een aantal moeilijke woorden:

drops his cell phone on the horn = laat zijn mobieltje op de claxon vallen

to scare = bang maken

bites the motorcycle his ear = bijt de motorrijder in zijn oor (dus hard geluid maken, waar hij van schrikt)

causes an accident = veroorzaakt een ongeluk

nu de antwoorden - succes met kiezen:

Wie heeft de wet overtreden?

1. nobody = niemand
2. the man on the horse = de man op het paard
3. the motor driver = de motorrijder
4. de truck driver = de vrachtwagenchauffer

Een aantal moeilijke woorden:

is not wearing an helmet = draagt geen helm

forest escape = ontsnapping uit een bos

you're lost = jij bent verdwaald

start their hunt = hun jacht beginnen 

black hole to swallow you up = zwart gat dat jou opslikt

nu de antwoorden - succes met kiezen:

Welke richting kies jij?

1. a super massive black hole = een enorm zwart gat
2. a lake with huge wale sharks = een meer met enorme walvishaaien
3. ginormous hole in the ground = gigantisch gat in de grond
4. a sky high mountain = een torenhoge berg

Een aantal moeilijke woorden:

present no threat = vormen geen bedreiging

trapped by a psycho = gevangen door een psychopaat (engerd)

he'll set you free = zal hij je vrijlaten

surrounded by sharp cliffs = omgeven door scherpe kliffen

nu de antwoorden - succes met kiezen:

Waasr ga jij 3 weken overleven?

1. a desert full of cacti = een woestijn vol cactussen
2. a sunny field with flowers = een zonnig veld met bloemen
3. a beach under stormy skies = een strand onder stormachtige luchten
4. nowhere = nergens

Welke deur ga jij openen?
The door with.....

1. zombies = zombies
2. werewolfs = weerwolven
3. bloodthirsty vampires = bloeddorstige vampieren
4. you go back = je gaat terug

Een aantal moeilijke woorden:

you won't last long = je zult het niet lang volhouden

chasing after you = jou najagen (volgen)

your eyes adjust = je ogen passen zich aan (je kunt weer zien in het donker)

horrifying creatures = gruwelijke wezens

 

nu de antwoorden - succes met kiezen:

Een aantal moeilijke woorden: 

the moon is waxing = het is wassende maan (de maan wordt dus groter)

a wicked kidnapper = een slechte (gemene) ontvoerder

a dense jungle = een dicht oerwoud

a fire breathing dino = een vuurspuwende dinosaurus

nu de antwoorden - succes met kiezen:

Via welke deur ga jij ontsnappen?
The door with........

1. the dense jungle = het dichte oerwoud
2. the fire breathing dino = de vuurspuwende dinosaurus
3. a lake of ice water = een meer met ijswater
4. just give up = gewoon opgeven

Next week part two.

Volgende week deel twee.

Hope you did survive!
Hopelijk heb je het overleefd!