What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz ww en algemeen
Eerst wat vragen over de modale hulpwerkwoorden
Daarna over de voltooid deelwoorden zwak en sterk
Als derde wat algemene vragen
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Eerst wat vragen over de modale hulpwerkwoorden
Daarna over de voltooid deelwoorden zwak en sterk
Als derde wat algemene vragen
Slide 1 - Slide
Wat is de juiste vertaling?
Ich ____ nicht rauchen
(dürfen = mogen).
A
dürst
B
darf
C
dürfen
D
darfst
Slide 2 - Quiz
Probeer ze allemaal:
Vertaal: wij moeten (müssen)
A
wir mussen
B
wir müsst
C
wir muss
D
wir müssen
Slide 3 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Die Lehrer ______ schon rauchen. (dürfen = mogen)
A
darfen
B
darft
C
dürfen
D
darf
Slide 4 - Quiz
Dus, wat hoort bij 'jij moet':
Du ____ (moeten)
werkwoord: müssen
A
muss
B
musst
C
müsst
D
müssest
Slide 5 - Quiz
Vertaal: jij kan (können)
A
du kannst
B
du können
C
du kann
D
du könnst
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste vertaling:
Mag zij trouwen?
A
Mag sie heiraten?
B
Darf sie heiraten?
C
Mögen sie heiraten?
D
Dürfen sie heiraten?
Slide 7 - Quiz
Wat is de juiste vertaling:
Ich ____ es nicht. (wissen)
A
wiss
B
weiß
C
wisst
D
weißen
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
______ du es? (wissen)
A
Wisst
B
Weißt
C
Wissen
D
Weißen
Slide 9 - Quiz
Vertaal: jullie zullen (sollen)
A
wir sollen
B
ihr sollen
C
ihr soll
D
ihr sollt
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Ich ____ Pizza. (mögen = lekker vinden)
A
mag
B
magst
C
mögt
D
magen
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vorm:
wir _____ (moeten)
A
mussen
B
müssen
C
müsstet
D
musst
Slide 12 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Du ______ das schon! (können)
A
kann
B
könnt
C
künnst
D
kannst
Slide 13 - Quiz
Wat klopt?
Ik mag ...
A
Ich mag ...
B
Ich darf ...
C
Ich mögen ...
D
Ich magst
Slide 14 - Quiz
Probeer ze allemaal:
Vertaal: wij moeten (müssen)
A
wir mussen
B
wir müsst
C
wir muss
D
wir müssen
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Ich ____ nicht rauchen
(dürfen = mogen).
A
dürst
B
darf
C
dürfen
D
darfst
Slide 16 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Alle ______ Pizza! (mögen = lekker vinden)
A
mag
B
mögen
C
magst
D
mögt
Slide 17 - Quiz
Was ist die richtige (juiste) Antwort?
Und was willst du essen?
A
Ich möchte eine Suppe.
B
Ich will essen.
C
Ich möchte Pfeffer.
D
Ich will eine Suppe machen.
Slide 18 - Quiz
Was ist die richtige (juiste) Antwort?
Was trinkst du?
A
Ich will Nudeln.
B
Ich möchte meine Suppe warm essen.
C
Ich möchte eine Fanta, bitte.
D
Ich will eine Suppe machen.
Slide 19 - Quiz
Vertaal: jij kan (können)
A
du kannst
B
du können
C
du kann
D
du könnst
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
Ich ____ Pizza. (mögen = lekker vinden)
A
mag
B
magst
C
mögt
D
magen
Slide 21 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
hören
A
gehöret
B
gehort
C
gehört
D
gehörte
Slide 22 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord van nachholen?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Drag question
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord van öffnen?
Slide 25 - Open question
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord van verkaufen?
Slide 26 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van trainieren?
Slide 27 - Open question
Wat is de juiste vorm van het voltooid deelwoord?
machen
A
gemacht
B
macht
C
gemachd
D
gemachtt
Slide 28 - Quiz
Welche Marken sind Deutsch?
A
Adidas
B
Hugo Boss
C
Puma
D
Nike
Slide 29 - Quiz
Wer ist kein Einwohner von Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel
Slide 30 - Quiz
Een leerling noemde "Physik" zijn lievelingsvak.
Welk vak is dit?
A
Biologie
B
Natuurkunde
C
Wiskunde
D
Gym
Slide 31 - Quiz
Wie heißt dieses Gebäude und wo steht es?
A
der Bundestag in Berlin
B
der Reichstag in Berlin
C
der Reichstag in Köln
D
der Bundestag in Frankfurt
Slide 32 - Quiz
Welche Automarke kommt NICHT aus Deutschland?
A
BMW
B
Audi
C
Porsche
D
Ferrari
Slide 33 - Quiz
In welcher Stadt steht dieses Gebäude?
A
Berlin
B
Frankfurt
C
Oberhausen
D
München
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
De grote kennisquiz
August 2024
-
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
4T Wiederholung Grammatik
July 2025
-
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Quiz
July 2024
-
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2-6
Quiz!
Woordenboek schrijfvaardigheid
July 2025
-
28 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
1KB periode 2 les 15
July 2025
-
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
2TL periode 3 les 11
July 2025
-
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
K1 voltooid deelwoord
November 2022
-
9 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2023
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1