Alinea

Eerst even terugpakken
Interpunctie, weet je het nog?
Er is namelijk toch echt een verschil tussen:
- Geen hondenpoep opruimen alsjeblieft!
- Geen hondenpoep, opruimen alsjeblieft!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Eerst even terugpakken
Interpunctie, weet je het nog?
Er is namelijk toch echt een verschil tussen:
- Geen hondenpoep opruimen alsjeblieft!
- Geen hondenpoep, opruimen alsjeblieft!

Slide 1 - Slide

Welke zin is goed?
A
Jan en Ibrahim gaan naar school.
B
Houden jullie van kerstmis?
C
In milaan schijnt de zon vaak.
D
In oktober is de Herfstvakantie.

Slide 2 - Quiz

Welke zin is goed?
A
'S avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
B
's Avonds gaan Levi en Sanne naar de kermis.
C
's Avonds gaan levi en sanne naar de kermis.
D
's Avonds gaan Levi en Sanne naar de Kermis.

Slide 3 - Quiz

Komma ,
- tussen twee zinnen
Fred ging naar school, maar viel onderweg.
- tussen de delen van een opsomming 
Ik ga: aardappelen, wortels en eieren halen.
-Voor het woord dat geen komma!
Ik hoorde dat jij de eerste prijs hebt gewonnnen.

Slide 4 - Slide

Waar klopt de opsomming?
A
Je kunt kiezen uit: groen blauw geel of rood
B
Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel, of rood.
C
Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel of, rood.
D
Je kunt kiezen uit: groen, blauw, geel of rood.

Slide 5 - Quiz

Dubbele punt :
- voor een opsomming
Ik zing: rock, pop en klassieke muziek.
- voor een verklaring
Ik ben wat later: de brug staat open.
- voor de directe rede
Het meisje zei: " Waar is mijn tas?" 

Slide 6 - Slide

Welke zin klopt?
A
De burgemeester: zei "denk even na voordat je iets doet."
B
De burgemeester zei "Denk even na: voordat je iets doet."
C
De burgemeester zei: "denk even na voordat je iets doet."
D
De burgemeester zei: "Denk even na voordat je iets doet."

Slide 7 - Quiz

Aanhalingstekens " 
-Wanneer iemand iets letterlijk gezegd heeft
Meester Albert zei: " Morgen ga ik naar de bioscoop."

Slide 8 - Slide

In welke zin staan de aanhalingstekens goed? Eerst goed kijken voordat je kiest!
A
"Juf Kim zei": We gaan buiten spelen.
B
Juf Kim zei: "We gaan buiten spelen".
C
Juf Kim zei: "We gaan buiten spelen."
D
"Juf Kim zei: We gaan buiten spelen."

Slide 9 - Quiz

Lesdoel:
Je leert vandaag wat een alinea is en er één te schrijven voor jouw nieuwsbericht.

Slide 10 - Slide

Gebruik van

alinea’s


In een tekst staat niet alles door elkaar. De tekst is meestal verdeeld in stukjes. Zo’n stukje heet een alinea
In een alinea staat informatie die bij elkaar hoort.

In de inleiding staat vaak waar de hele tekst over gaat (het onderwerp van de tekst). In de volgende alinea’s staat meer uitleg of informatie over het onderwerp van de tekst.

Slide 11 - Slide

Gebruik van

alinea’s

- Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel. 
- Soms wordt er eerst een regel overgeslagen. 
- In schoolboeken staat vaak een nummer voor een alinea. Zo kun je sneller iets opzoeken.

Slide 12 - Slide

Wanneer begin je een nieuwe alinea?
Je begint een nieuwe alinea als je van deelonderwerp gaat veranderen. Zo had je al wat woorden staan bij opdracht 2 van dinsdag 26  januari. Op de volgende dia zie je daar een goed voorbeeld van.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Kijk maar eens naar deze tekst van Nieuwsbegrip. Wanneer het deelonderwerp gaat veranderen, dan begin je een nieuwe alinea.

Slide 15 - Slide

Het hoofdonderwerp is Anne Frank
Na de inleiding vertelt de schrijver eerst wie Hitler was (stond waarschijnlijk in woordenweb) en wat dat te maken heeft met Anne Frank
 (alinea 1)
Dan gaat de schrijver veranderen van deelonderwerp en het over het dagboek hebben
(nieuwe alinea, alinea 2)

Slide 16 - Slide

Als je het waargebeurde verhaal van Anne Frank kent, waar zou de volgende alinea dan over gaan?
A
De vondst van haar dagboek
B
Over de dood van Anne in een concentratiekamp
C
Over de ontdekking en het oppakken van de families in het achterhuis
D
Over het succes van het dagboek en wat wij ervan kunnen leren

Slide 17 - Quiz

Tekst
Sleep de deelonderwerpen naar de juiste alinea (goede volgorde)
Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
Ontdekken en oppakken van Anne
De dood van Anne
Vondst van het dagboek
Succes van het dagboek

Slide 18 - Drag question

Kijk nog eens kritisch naar jouw woorden bij opdracht 2.

Heb je genoeg deelonderwerpen om een tekst te maken? Ontbreken nog belangrijke onderwerpen? Gebruik de vragen: wie?, wat?, waar?, wanneer?, waarom?, hoe? enzovoorts. 

Zet jouw deelonderwerpen in de goede volgorde zoals wij net deden bij het verhaal van Anne Frank. 
Dan weet je in welke volgorde jij de alinea's gaat schrijven.
Vandaag schrijven jullie onder de inleiding alinea 1

Succes en vergeet niet op inleveren te drukken!

Slide 19 - Slide