Blok 4 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 3

Nederlands

Blok 4     Grammatica

• Herhalen: zinsdelen benoemen
• Hoofd- en bijzinnen onderscheiden

Welke zinsdelen ken je?

Werkwoordelijk gezegde

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Bijwoordelijke bepaling

Onderwerp

Bestaat uit een of meerdere werkwoorden.

Is het antwoord op de vraag: wie of wat + wwg?

Is het antwoord op de vraag: wie of wat + wwg + ond?

Is het antwoord op de vraag: aan/voor wie + wwg + ond + lv?

Geeft antwoord op vragen als wanneer, waarom, waarheen...

Welk zinsdeel is het dikgedrukte woord?

Vanaf volgende week is dat vaccin tegen corona weer te verkrijgen.

1. persoonsvorm
2. meewerkend voorwerp
3. werkwoordelijk gezegde
4. bijwoordelijke bepaling

Welk zinsdeel is het dikgedrukte woord?

Mijn moeder heeft veel bloemen voor haar verjaardag gekregen.

1. lijdend voorwerp
2. onderwerp
3. persoonsvorm
4. meewerkend voorwerp

Welk zinsdeel is het dikgedrukte woord?

Ook na de voorjaarsvakantie blijven de scholen nog dicht.

1. persoonsvorm
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Welk zinsdeel is het dikgedrukte woord?

Waarom duurt die uitleg zo lang?

1. persoonsvorm
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Hoofdzinnen en bijzinnen

Zinnen met één persoonsvorm heten enkelvoudige zinnen.

Bo zoekt haar paraplu.

pv = zoekt             enkelvoudige zin

Zinnen met meerdere persoonsvormen heten samengestelde zinnen.

Bo zoekt haar paraplu, omdat het buiten hard regent.

pv 1 = zoekt,  pv 2 = regent             samengestelde zin.

Opdrachten

Is de dikgedrukte zin een hoofdzin of bijzin?

Jamie spreekt goed Engels, omdat hij uit Australië komt.

Is de dikgedrukte zin een hoofdzin of bijzin?

Loes zet haar fiets op slot en gaat de winkel binnen.

Is de dikgedrukte zin een hoofdzin of bijzin?

Loes zet haar fiets op slot en gaat de winkel binnen.

https:

Huiswerk

Maak online Blok 4 Grammatica (4.4 t/m 4.6)