• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Woordenschat: ironie

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3A

Vandaag...
- Hoofdstuk 5, woordenschat: 
ironie
Huiswerk dinsdag 16 april
Repetitie hoofdstuk 4

Leerdoelen:
- Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen



1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 3A

Vandaag...
- Hoofdstuk 5, woordenschat: 
ironie
Huiswerk dinsdag 16 april
Repetitie hoofdstuk 4

Leerdoelen:
- Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Leerdoel


- Ik kan overdrijving en ironie herkennen en begrijpen

Slide 4 - Slide

Bekijk de afbeelding

Slide 5 - Slide

Casper bedankt voor het antwoord. Hoe bedoelt hij dat?
A
Casper is echt blij met het antwoord en wil zijn klasgenoot bedanken.
B
Casper is helemaal niet blij met het antwoord en bedoelt iets anders dan hij zegt.

Slide 6 - Quiz

Zie vorige vraag. Waarom denk je dat?

Slide 7 - Open question

Wat staat er: overdrijving en ironie
Schrijvers proberen hun teksten vaak afwisselender te maken door taaltrucjes te gebruiken. Als je deze trucjes herkent, begrijp je een tekst beter.

Bekijk de video-uitleg op de methodesite (H5 - woordenschat: wat staat er: overdrijving en ironie)


Slide 8 - Slide

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 9 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 10 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 11 - Quiz

Bekijk de afbeelding. Is de uitspraak een overdrijving of ironisch bedoeld?
A
ironie
B
overdrijving

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'overdrijving' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 14 - Open question

Noteer in je eigen woorden wat het begrip 'ironie' betekent. Zet er een voorbeeld bij.

Slide 15 - Open question

En nu...
- Oefenen voor de toets van morgen.
LessonUps doornemen, theorie leren, woordenlijst leren, oefentoets maken, extra opdrachten per paragraaf maken.

Óf:

Woordenschat hoofdstuk 5 maken.

Slide 16 - Slide

More lessons like this

Overdrijving en ironie

May 2022 - Lesson with 13 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Overdrijving en ironie

March 2024 - Lesson with 15 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

3KC - H5 woordenschat/kijken & luisteren

May 2022 - Lesson with 15 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Hst 5 woordenschat overdrijving en ironie

March 2024 - Lesson with 15 slides
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

3KT Woordenschat H5/H6

March 2020 - Lesson with 16 slides
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

Woordenschat H5 3kader

April 2021 - Lesson with 19 slides
Nederlands-MeijerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

3KC - Overdrijving en ironie

May 2022 - Lesson with 17 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Klas 3K, H5 Woordenschat

January 2021 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings