Interview verslag boek

Interview
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,5

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Interview

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat ging er mis?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Aan het eind van deze lessen...
- Kun je een interview afnemen met open vragen en kan je doorvragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Summative assessment:  interview.

- In de les bereid je een interview voor met een klasgenoot over het boek 'De belofte van Pisa'. Je weet van tevoren nog niet wie deze klasgenoot zal zijn.
- Dit interview neem je af en je filmt jezelf.
- Het interview moet 5-8 minuten duren en zowel beeld en geluid moeten van voldoende kwaliteit zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Beoordeling
Je wordt beoordeeld op jouw rol als interviewer volgens criteria C en D, gericht op mondelinge taalvaardigheid.


* Je wordt beoordeeld op de criteria:
C: Producing text
D: Using language


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Beoordeling
Objective C: Producing text

i. produce texts that demonstrate insight, imagination and sensitivity while exploring and reflecting critically on new perspectives and ideas arising from personal engagement with the creative process
ii. make stylistic choices in terms of linguistic, literary, demonstrating awareness of impact on an audience
iii. select relevant details and examples to develop ideas.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Beoordeling
Objective D: Using language

i. use appropriate and varied vocabulary, sentence structures and forms of expression
ii. speak in a register and style that serve the context and intention
iii. use correct grammar, syntax and punctuation
iv. pronounce with accuracy

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefenen interview
* Bedenk 5 open vragen bij een interview over één van de volgende onderwerpen:

1. Jouw toekomst (DP-studie-werk)
2. Hobby's/vrije tijdsbesteding
3. De Nederlandse cultuur

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oefenen interview
* Neem het interview af met een klasgenoot
* Geef elkaar feedback;

- Wat vond je van de vragen?
- Is er goed doorgevraagd?
- Toonde de interviewer belangstelling/betrokkenheid?

Een aantal interviews laten we voor de klas zien!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 19/1
* Feedback formulier
* Vragen over hoofdstuk 8
* Non-verbale communicatie
* Interview met Mano Bouzamour
* Lezen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verbale communicatie
Dat wat er wordt gezegd....

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Non-verbale communicatie
Lichaamstaal

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Informatie die je krijgt tijdens een interview is:
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
arbitrale communicatie
D
non-arbitrale communicatie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Kijk-/luisteropdracht bij interview Mano Bouzamour


Schrijf duidelijke voorbeelden op van positieve...
- verbale communicatie
- non verbale communicatie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Wat heb je hiervan geleerd voor je eigen interview?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 27/1
* Oefenen met open vragen
* Vragen bedenken voor interview

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Open vragen
Open vragen kun je NIET met ja of nee beantwoorden.
Open vragen beginnen meestal met een vragend voornaamwoord, zoals:
  • Wie? 
  • Welke? 
  • Waar, waarheen, waarvandaan? 
  • Wanneer, hoe laat, hoe lang, hoe vaak? 
  • Hoe? 
  • Waarom, waardoor, hoezo, waartoe?
  • Wat voor? 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maak een open vraag van: 'Vond je het boek geschikt voor je leeftijd?'

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Tips bij het afnemen van het interview 
- Luister goed naar de antwoorden.
- Laat de geïnterviewde uitpraten en reageer op de antwoorden (verbaal + non-verbaal).
- Vraag naar voorbeelden of toelichting
- Durf af te wijken van je vragen en vraag door (vervolgvraag).
- Vraag niet naar feiten maar naar mening




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het interview voorbereiden
* Bedenk open vragen die je wil stellen over het boek/de film 'De belofte van Pisa'. Door het stellen van deze vragen moet je erachter komen hoe deze persoon denkt over het boek/de film. Zorg dus dat je vooral te weten komt over de mening van de ander!
Maak ook een verbinding/vergelijking tussen het boek en de film.

* Bedenk hoe je kunt doorvragen op de gegeven antwoorden.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De inleiding schrijven
- Maak duidelijk wie je geïnterviewd hebt.
- Maak duidelijk waar het interview over gaat.




Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De kern schrijven
- Schrijf een goed lopend verslag van de besproken antwoorden op je vragen.
- Gebruik citaten, maar niet teveel!

Evi vertelt: 'Ik ben gek op katten.'
'Ik ben gek op katten' , vertelt Evi. 'Het zijn echt superleuke dieren.'




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Het slot schrijven
Het slot
  • bestaat uit een samenvatting of een conclusie 




Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verwijswoorden
Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder is genoemd.
Persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, u, hij, zij, het, wij, jullie, zij (me, mij, jou, hem, haar, ons, hen, hun)
Bezittelijke voornaamwoorden: mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun
Aanwijzende voornaamwoorden: die, dat, deze, dit
Betrekkelijke voornaamwoorden: die, dat, wie, wat, welke
Bijwoorden van tijd en plaats: daar, waar, hier


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Die - dat
Naar een de-woord verwijs je met die.
Naar een het-woord verwijs je met dat.

Voorbeeld:
De hond die altijd blaft.
Het paard dat in de wei staat.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Deze - dit
Naar een de-woord verwijs je met deze.
Naar een het-woord verwijs je met dit.

Voorbeeld:
Deze fiets staat in de weg.
Dit meisje is erg knap. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Dus...
Die en deze horen bij een de-woord.
Dat en dit horen bij een het-woord.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort op de lege plek?
Het boek _ ik moest lezen was erg leuk.
A
die
B
dat

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De personages_ in het verhaal voorkwamen...
A
die
B
dat

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Vergelijkingen
We testen eerst je kennis.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort op de lege plek?
Een koe is groter _ een kip.
A
als
B
dan

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Als - dan
Als en dan gebruik je bij vergelijkingen.
Bij gelijkheid gebruik je als, bij ongelijkheid gebruik je dan.

Voorbeeld:
Eva is net zo groot als Anna.
Tom is groter dan Stefan.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat hoort er op de lege plek?
Het wordt morgen kouder _ vandaag.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Wat hoort op de lege plek?
Tuur is even vrolijk ___ Eefje.
A
als
B
dan

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
* Bereid je interview voor  (vandaag)
* Neem je interview af en upload het op Toddle (vrijdag)


Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Begrippen:

  • verbale   communicatie 
  • non- verbale   communicatie
  • gesloten vraag 
  • open vraag  
Interview-opdracht

Slide 39 - Slide

Kijk de volgende video's waarin de begrippen uitgelegd worden.

Optie:
Vraag aan de leerlingen om te raden wat deze begrippen betekenen.

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

Tijdens het interview: denk aan je NON- verbale communicatie
Interview-opdracht

Slide 42 - Slide

Om een dialoog te filmen
Een interview beoordelen
Als je kijkt en/of luistert naar een interview, krijg je veel informatie. 
  • Let op:
  • formuleert hij zelf zijn antwoord of antwoordt hij alleen met ‘ja’ of ‘nee’?
  • Wordt de geïnterviewde aangemoedigd om verder te vertellen
  • Geeft de geïnterviewde wel antwoord op alle vragen?
  • Geeft de geïnterviewde uitgebreid of heel kort antwoord op de vragen?
  • via verbale communicatie
De informatie die je krijgt door wat er precies gezegd wordt.
Informatie door te kijken naar de lichaamstaal van mensen.
  • via non-verbale communicatie
Let op:
  • hun gezicht: kijken ze elkaar aan, glimlachen ze naar elkaar of knikken ze als ze elkaar begrepen hebben
  • de rest van hun lichaam: zitten ze naar elkaar toe gedraaid, rechtop of juist onderuit gezakt?
  • hun gevoel: zijn de personen ontspannen of lijken ze gestrest?
signalen:
Hebben invloed op gevoel van gesprekspartner.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions