B&F, Begrijpend lezen, Grip blok 3 les 4

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

Grip Blok 3 les 4

Bron 1. Loes en haar familie moesten €14,90 betalen.

1. waar
2. nietwaar

Bron 1. In het Dino-café kost één frikandel €2,00

1. waar
2. nietwaar

Bron 1. Mieke is de naam van de kelner die Loes en haar familie heeft geholpen.

1. waar
2. nietwaar

Bron 1. Drie mensen aten friet met satésaus.

1. waar
2. nietwaar

Bron 1. Wat is het duurste eten?

1. een frikandel
2. een broodje hamburger
3. een friet saté
4. een kroket

Bron 1. Vul in.
Een........ en een.... zijn even duur (2 antw.)

1. kroket
2. friet saté
3. friet mayonaise
4. frikandel

Bron 1. Vul in.
Een........ is duurder dan een.... (2 antw.)

1. kroket
2. friet saté
3. friet mayonaise
4. frikandel

Kun je op de kassabon vinden in welke stad het Gaiapark is?

1. ja
2. nee

In de tekst staat: 'Vandaag zijn we met z'n allen naar het Gaiapark in Kerkrade geweest.' Uit hoeveel personen bestaat het gezin, schrijf ook op waarom je dat denkt.

Ingezoomd:

Bekijk de tabel met openingstijden. In welke twee maanden is het Gaiapark het langst open?

Het is juli en je komt om half 5 bij het Gaiapark aan. Kun je op die tijd nog naar binnen? En waarom wel of niet?

Vul in. Het Gaiapark gaat elke dag om ....... tijd open.

1. vroeger
2. later
3. dezelfde

Vul in. In juli gaat het Gaiapark ........ dicht dan in januari.

1. vroeger
2. later
3. dezelfde

Vul in. In december gaat het Gaiapark ..... dicht dan in oktober.

1. vroeger
2. later
3. dezelfde

Ingezoomd:

Bekijk de tabel met prijzen heel precies. Wat kost een dagkaart voor een kind van 9 jaar?

1. €14,50
2. €11,50
3. €16,50
4. €15,50

Een groep van 15 kinderen en 4 begeleiders gaat naar het Gaiapark. Eén begeleider is 62 jaar. Wat kost het kaartje voor deze begeleider?

1. €12,50
2. €15,50
3. €13,50
4. €14,50

Wanneer vertrekken Loes en haar familie uit Groningen?

1. 's middags
2. 's avonds
3. 's ochtends
4. Dat staat niet in de tekst.

Waar moeten ze overstappen?

Op welk spoor komen ze in Amsterdam aan?

Met wat voor trein reizen ze?

1. intercity
2. sprinter
3. stoptrein
4. Dat staat niet in de tekst.

Hoe lang duurt de totale heenreis?

1. meer dan 3 uur
2. minder dan 2 uur
3. tussen de 2 en 2,5 uur
4. Dat staat niet in de tekst.

Vul de juiste tijden of plaatsen in.
Om .... vertrekken Loes en haar familie uit Amsterdam.

Ze vertrekken van spoor ....

Ze moeten in ........ overstappen.

Ze hebben .... minuten om over te stappen.

In Hilversum vertrekken ze van spoor.......

Ze reizen met een intercity van .....

Om ..... komen ze weer in Groningen aan.

Lees het rooster precies. Vul in.
Bovenaan van links naar rechts staan de ..... in het rooster

1. klusjes
2. dagen
3. tijden
4. namen

Van boven naar beneden aan de linkerkant staan de .......

1. klusjes
2. dagen
3. tijden
4. namen

....... doe je met drie kinderen.

1. ontbijt: tafel dekken
2. ontbijt: tafel afruimen
3. afwassen
4. avondeten: tafel afruimen

Finn moet op ........ de tafel dekken.

1. maandag
2. dinsdag
3. woensdag

........ moeten op dinsdag afwassen

1. Hanna, Lisa, Thijs
2. Alya,Thomas, Selda
3. Daan, Wout, Elvira

Goed gewerkt!