• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
‹Return to search

Spelling -d en -dt

Werkwoordspelling: d, t of dt?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling: d, t of dt?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

                                      Herhalen

Slide 5 - Slide

Instructie
Wat is de eerste stap met werkwoorden vervoegen?
A
Kijken naar de stam (hele werkwoord - en)
B
Kijken naar de ik-vorm

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het werkwoord bij een ik-vorm in tegenwoordige tijd? (ik ..... tante)
A
Stam + t
B
Geen -t toevoegen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het werkwoord bij jij/je na persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (...... jij over een maand tante?)
A
Stam + t
B
Geen -t toevoegen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het werkwoord bij jij/je vóór persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (Jij ...... over een maand tante.)
A
Stam + t
B
Geen -t toevoegen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het werkwoord bij U en hij/zij/ze/het vóór óf na de persoonsvorm in tegenwoordige tijd? (u/hij/zij/ze/het ...... tante.)
A
Stam + t
B
Geen -t toevoegen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Sana ..... vandaag opgehaald van school.
A
wordt
B
word

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ik .... over twee weken tante van een meisje.
A
wordt
B
word

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Weet jij waar mijn zus heen ...... ?
A
rijd
B
rijdt

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mijn vader ..... altijd files in de ochtend.
A
vermijd
B
vermijdt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Ik ..... het juiste getal.
A
raad
B
raadt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat ...... die man ons aan?
A
raad
B
raadt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Het is tijd om je creatieve schrijfvaardigheden te laten zien! Bedenk je eigen verhaal waarin je minstens vijf werkwoorden gebruikt die eindigen op 'dt'.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken
Niet meer vergeten :)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this

Spelling -d en -dt

July 2024 - Lesson with 22 slides
SpellingBasisschoolGroep 8

Spelling persoonsvorm in de tt

June 2019 - Lesson with 36 slides
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Spelling persoonsvorm in de vt

June 2019 - Lesson with 25 slides
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

H3 Spelling ww: lastige werkwoordsvormen

February 2023 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

H3 Spelling ww: lastige werkwoordsvormen

December 2022 - Lesson with 28 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Werkwoordspelling: persoonsvorm tt en vt

June 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Persoonsvorm tegenwoordige tijd, 9 oktober

October 2023 - Lesson with 33 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Een D of een T of zelfs DT?

October 2021 - Lesson with 10 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings