paragraaf 3.2: Chili brandt

Lesdoelen
  • je kunt beschrijven en verklaren wat er gebeurt bij subductie van de Nazcaplaat onder de Zuid-Amerikaanse plaat.
  • Je kunt de eigenschappen van explosieve erupties en stratovulkanen beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom er ook vulkanen midden op een plaat voorkomen i.p.v aan de randen.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Lesdoelen
  • je kunt beschrijven en verklaren wat er gebeurt bij subductie van de Nazcaplaat onder de Zuid-Amerikaanse plaat.
  • Je kunt de eigenschappen van explosieve erupties en stratovulkanen beschrijven.
  • Je kunt uitleggen waarom er ook vulkanen midden op een plaat voorkomen i.p.v aan de randen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Endogene krachten
Dwarsdoorsnede aarde

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Link

Vulkanen in Chili zijn gevolg van subductie.

Waarom? Nazcaplaat = dunner, maar zwaarder door basalt
Zuid-Amerikaanse plaat = dikker, maar lichter door graniet
Subductie

Slide 8 - Slide

Oceanische  aardkorst

Onder oceanen
Dun
Hoge dichtheid (zwaarder)

stolt buiten de aardkorst= uitvloeiingsgesteente
koelt snel af

Vooral basalt

Continentale aardkorst

Onder continenten en randzeeën
Dik
Lage dichtheid (lichter)

stolt binnen aardkorst=
dieptegesteente
koelt langzaam af

Vooral graniet

Slide 9 - Slide

continentale korst
graniet

Onder oceanen

Dun

Hoge dichtheid (zwaarder)

Vooral basalt
oceanische aardkorst
basalt

Onder continenten en randzeeën
Dik

Lage dichtheid (lichter)

Vooral graniet

Slide 10 - Slide

Stollingsgesteente
Gestold magma
Ontstaan bij vulkanisme
bijv. Graniet  / Basalt
dieptegesteente
ganggesteente
uitvloeiingsgesteente

Slide 11 - Slide

Oceanische korst
Voornamelijk basalt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

vulkanisch glas/obsidiaan

Slide 14 - Slide



Vulkanisme

Slide 15 - Slide

Vulkanisme

Slide 16 - Slide

Vulkaanvorm wordt bedpaald door:
type vulkanisme

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Stratovulkaan
  • plaatbeweging: subductie
  • explosief (eruptie)
  • magma dik en stroperig
  • steile helling
  • vulkanische bommen
  • pyroclastische stroom (gloedwolk)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Een stratovulkaan kan veranderen in een caldera op 2 manieren

  1. bij een zeer explosieve eruptie blaast de vulkaan zichzelf op
  2. bij een lege magmakamer stort de vulkaan in.
Pompei - veel slachtoffers door pyroclastische stroom

Slide 21 - Slide

de randen van de caldera
nieuwe stratovulkaan in caldera
als de magmakamer zich opnieuw vult en er weer een eruptie plaatsvindt kan er in de krater van de caldera weer een nieuwe stratovulkaan vormen.

Slide 22 - Slide

Caldera
- Eruptie (uitbarsting)
-lege magmakamer
-instorten krater
- er kan een kratermeer ontstaan (soms met verschillende kleuren door mineralen)
- Er kan een nieuwe vulkaan op de caldera ontstaan (bijv. Vesuvius)

Slide 23 - Slide

Schildvulkaan
  • Plaatbeweging: divergentie (de platen bewegen uit elkaar)
  • Niet explosief= effusief
  • Magma is dun en vloeibaar
  • Flauwe helling

Slide 24 - Slide

Divergentie

Slide 25 - Slide

divergentie
magma stroomt uit en vormt onderzese bergrug

Slide 26 - Slide

Divergentie
Bij divergentie zien we vaak rustig vulkanisme (effusief). 

Dit kan wel gevaarlijk zijn! 
Mede door de gevaarlijke stoffen die vrij komen. 

Slide 27 - Slide

Divergentie in IJsland

Slide 28 - Slide

Een hotspotvulkanen komen midden op een plaat voor. Het is een gebied waar de aardkorst erg dun is. 

Slide 29 - Slide

Hotspots
Mantelpluim:
-  diepte mantelpluim verschilt per locatie

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

juan Fernandez-eilanden

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Map

Gevolgen van vulkaanuitbarstingen op verschillende schaalniveaus
mondiaal
continentaal
nationaal
regionaal
lokaal

Slide 34 - Slide

Gesteentecyclus

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video