3.4 onderwijs

3.4
  • Instructie
  • Opdracht
  • Afsluiten
Volgende les:
Formatieve toets
H3 §1-4


1 / 14
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.4
  • Instructie
  • Opdracht
  • Afsluiten
Volgende les:
Formatieve toets
H3 §1-4


Slide 1 - Slide

Waar gaat dit plaatje over?

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van deze les over 3.4: 
  1. begrijp je waarom de overheid zich met het onderwijs bemoeit
  2. kun je een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 3 - Slide

Artikel 23 (in eenvoudig Nederlands)
  1. De regering zorgt voor het onderwijs.
  2. Iedereen mag onderwijs geven. Maar de overheid houdt toezicht op het onderwijs (ook op mensen die onderwijs geven)
  3. De overheid zorgt voor openbaar onderwijs. Openbaar onderwijs is onderwijs voor iedereen. Ook voor mensen met een godsdienst of levensovertuiging. Om de wet staat hoe de overheid zorgt voor het openbaar onderwijs.
  4. In elke gemeente moeten genoeg openbare basisscholen zijn. 
  5. In de wet staan de eisen die de overheid moet stellen aan de kwaliteit van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs. 
  6. De eisen voor de kwaliteit van het basisonderwijs zijn zo opgeschreven, dat de kwaliteit van het bijzonder onderwijs en het openbaar onderwijs hetzelfde kan zijn. Het bijzonder onderwijs mag wel zelf bepalen welke boeken en andere leermiddelen het gebruikt. Ook mag het bijzonder onderwijs zelf bepalen welke onderwijzers lesgeven.
  7. Bijzondere basisscholen krijgen van de overheid evenveel geld als openbare basisscholen. In de wet staat hoeveel geld het bijzonder voortgezet onderwijs van de overheid krijgt.
  8. De regering stuurt ieder jaar een verslag aan de Eerste en Tweede Kamer. Daarin staat hoe het gaat met de kwaliteit van het onderwijs.
Bijzonder onderwijs = onderwijs op religieuze grondslag of  'algemeen bijzonder'  (pedagogisch/onderwijskundige visie)

Slide 4 - Slide

De Swaan over de leerplicht (1901)
  • De industriële samenleving had beter geschoolde krachten nodig
  • Dilemma van collectieve actie
  • Kwalificatieplicht >18 jaar (2007)

Slide 5 - Slide

Uitkomsten van onderwijs
  1. leerprestaties, 
  2. toegang tot de arbeidsmarkt 
  3. het bevorderen van gelijke kansen 
  4. het socialiseren van leerlingen in maatschappelijk betrokken burgers

Slide 6 - Slide

3. Het bevorderen van gelijke kansen
4. Het socialiseren van leerlingen in maatschappelijk betrokken burgers
  • Verheffen
  • Verbinden (ondanks tegenstellingen arm/rijk, oud/jong, autochtoon/allochtoon)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Onderwijs op afstand:
VERHEFFEN?
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Onderwijs op afstand:
VERBINDEN?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Onderwijs als grote gelijkmaker?

Fragment >>>

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Opdracht
Onderwijs zorgt voor verheffen en verbinden
Wat is er goed aan het onderwijs?
Wat missen jullie in het onderwijs? 
OPDRACHT: maak een rooster van een ideale schooldag (vanuit die twee functies).
>> Wat doen jullie? 
>> En wat leren jullie?
Gebruik de A3: maak een rooster. Straks posterpresentaties.

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Aan het eind van deze les:
  1.  ken je de definitie van een verzorgingsstaat.
  2. heb je kennis gemaakt met een aantal dilemma's in de verzorgingsstaat.
  3. heb je ten aanzien van deze dilemma's een eigen standpunt ingenomen
Aan het eind van deze les over 3.4: 
  1. begrijp je waarom de overheid zich met het onderwijs bemoeit
  2. kun je een standpunt innemen over de manier waarop de verheffende en verbindende functie van de verzorgingsstaat worden ingevuld door het onderwijs.

Slide 14 - Slide