examenvragen oefenen

examenvragen oefenen
BIOLOGIE
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

examenvragen oefenen
BIOLOGIE

Slide 1 - Slide

1. Wat is de vraagstructuur?
Instructiewerkwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleggen + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 2 - Slide

2. Wat is de antwoordstructuur?
Instructiewerkwoord als zelfstandig naamwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleg + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 3 - Slide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Moet je een oorzaak/ gevolg uitleggen? Moet je een conclusie trekken uit de gegevens? Om dit te achterhalen kun je gebruik maken van de signaalwoorden uit de vraag.

Slide 4 - Slide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Slide 5 - Slide

4. Over welk hoofdonderwerp in de Biologie gaat deze vraag?

Bedenk bij welk hoofdonderwerp deze vraag hoor. Dit kan je op het juiste spoor zetten voor te gebruiken BINAS tabellen of begrippen in het antwoord.


Voeding en vertering

Slide 6 - Slide

5. Welke gegevens uit de vraag kan ik gebruiken?

Lees de informatie uit de context gericht door om relevante gegevens te vinden die je nodig hebt voor het antwoord.
Arceer eventueel.

Slide 7 - Slide

6. Welke gegevens/ kennis moet ik zelf toevoegen?

Bedenk welke kennis je nog moet toevoegen om het antwoord compleet te maken. Bedenk ook welke biologische begrippen waarschijnlijk in het antwoord moeten voorkomen. 


Enzymen, koolhydraten, eiwitten, vetten, organen


Slide 8 - Slide

7. Maak de antwoordstarter
Herhaal de vraag + neem het signaalwoord dat past bij het verband in de vraag + voeg het hulpmiddel toe.


Snoekkroketten zijn lichter verteerbaar dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten omdat in de tabel staat dat 

Slide 9 - Slide

8. Maak het antwoord compleet
Voeg informatie uit de context en eigen informatie (kennis/ BINAS) toe om het antwoord compleet te maken.


Slide 10 - Slide

9. Controle
Lees de vraag nog een keer goed door en kijk nog een keer kritisch naar je antwoord. Beantwoord je de vraag? Zo niet: pas aan.


Slide 11 - Slide

Open vragen
  • Een vaag antwoord levert geen punten op, gebruik waar mogelijk begrippen
  • Bij vragen over standpunt of mening, gaat het om de biologische onderbouwing

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Algemene tips
  • Niet verwijzen, schrijf alles uit
  • De blokjes tekst zijn belangrijk, wat tussen de opgaven staat is meer een inleiding naar de vraag
  • Werk zoveel mogelijk met begrippen, en schrijf puntsgewijs in plaats van een lang verhaal
  • Een context activeert eerst oude kennis (O en B) en gaat dan pas combineren met nieuwe informatie (I en T)

Slide 14 - Slide

Algemene tips
  • Als je er niet uit komt, begin later helemaal opnieuw
  • Gebruik klad blaadje
  • BINAS is meestal alleen een tussenstap, bijna nooit het hele antwoord
  • Rustig en zorgvuldig werken, neem 5 minuten de tijd om alles door te nemen 
  • Hoe meer punten, hoe meer tijd

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Voor de komst van de mens zijn in Nieuw-Zeeland allerlei loopvogels ontstaan uit vliegende vogelsoorten. (3p) Leg uit hoe door natuurlijke selectie het vermogen om te vliegen verloren kan zijn gegaan bij vogels zoals de Kakapo.

Slide 21 - Open question

Voor muizenmoeders kan het gunstig zijn om hun nest te delen met verwanten. Verwanten hebben immers veel genetische overeenkomsten en de zorg aan nakomelingen van verwanten vergroot dus indirect het eigen voortplantingssucces. Bij families die dit doen is er sprake van indirecte fitness. Hoe nauwer de verwantschap, des te groter het effect

(2p) Leg uit hoe het verzorgen van elkaar jongen zich in de loop van de tijd uitgebreid kan hebben binnen muizenpopulaties.

Slide 22 - Open question