BL P3 les 1

Nederlands
Begrijpend lezen
VWO 1 - P3 - 2023-2024
Voorbereiding toetsweektoets
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Begrijpend lezen
VWO 1 - P3 - 2023-2024
Voorbereiding toetsweektoets

Slide 1 - Slide

In periode 2 ...

... heb je een heleboel geleerd over het onderdeel begrijpend lezen.

Slide 2 - Slide

De toetsweektoets...


... gaat over het onderdeel:
Begrijpend Lezen.


Slide 3 - Slide

Aan het einde van deze les...

... heb je jouw kennis uit periode 2 over het onderdeel BL weer een beetje opgefrist!

Voordat we verdergaan: Wat weet je nog over BL?

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog over BL?

Slide 5 - Mind map

Aan de slag!

Op de volgende slides volgt een aantal vragen om jouw voorkennis nog verder op te frissen!

Slide 6 - Slide

Aan de slag!

Opdracht op de volgende slide:

Sleep de tekstsoorten naar de juiste tekstdoelen.

Slide 7 - Slide

Informeren
Overtuigen
Activeren
Amuseren
Mening vormen
Reclame
Nieuwsbericht
Column
Meningtekst in een tijdschrift
Jeugdroman

Slide 8 - Drag question

Aan de slag!

Opdracht op de volgende slide:

Sleep de tekstdoelen naar de juiste tekstsoorten.

Slide 9 - Slide

Notulen
Weblog
Sollicitatiebrief
Songtekst
Ingezonden brief
Activeren
Informeren
Mening vormen
Overtuigen
Amuseren

Slide 10 - Drag question


Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort nieuwsartikel?
A
informeren
B
informeren
C
overhalen
D
overtuigen

Slide 11 - Quiz


Bij welk tekstdoel hoort de tekstsoort sollicitatiebrief?
A
overtuigen
B
informeren
C
aan het denken zetten
D
overhalen

Slide 12 - Quiz



Bij welke tekstdoelen hoort de tekstsoort column?

A
aan het denken zetten
B
overtuigen
C
overhalen
D
informeren

Slide 13 - Quiz


Bij welke tekstdoelen hoort de tekstsoort weblog?
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
mening vormen

Slide 14 - Quiz


Wat is het verschil tussen de tekstdoelen overtuigen en overhalen?
A
Er is geen verschil.
B
Overtuigen: ervoor proberen te zorgen dat iemand hetzelfde denkt als jij. Overhalen: iemand activeren, iemand tot iets aanzetten (actief maken)
C
Overhalen: ervoor proberen te zorgen dat iemand hetzelfde denkt als jij. Overtuigen: iemand activeren, iemand tot iets aanzetten (actief maken)

Slide 15 - Quiz


Een tekst heeft vaak meerdere doelen, maar 1 hoofddoel (belangrijkste doel).
A
dit klopt
B
dit klopt niet

Slide 16 - Quiz



Wat is een tussenkopje?
A
De titel van de tekst.
B
De titel van de inleiding.
C
De titel van een alinea of een aantal alinea's.
D
De titel van het slot.

Slide 17 - Quiz


Wat is het verschil tussen een tussenkopje en de titel?
A
Er is geen verschil.
B
Een tussenkopje gaat over de hele tekst. De titel gaat over een alinea.
C
De titel gaat over de hele tekst. Een tussenkopje gaat over een alinea.

Slide 18 - Quiz


Wat is het verschil tussen een onderwerp en een deelonderwerp?
A
Er is geen verschil.
B
Een onderwerp gaat over de hele tekst. Een deelonderwerp is het onderwerp van een alinea (een deel van de tekst).
C
Een deelonderwerp gaat over de hele tekst. Een onderwerp is het onderwerp van een alinea (een deel van de tekst).

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!

Lees eerst  de tekst. (Dit is een link.)
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slides.

Slide 20 - Slide

Hoe kan een schrijver zijn tekst inleiden? Noem de 4 manieren.

Slide 21 - Open question

Op welke manier leidt de schrijver de tekst hier in?

Slide 22 - Open question


Hoe kun je een alinea herkennen?

Slide 23 - Open question


Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

Slide 24 - Open question


Wat is een kernzin?

Slide 25 - Open question


Wat is de kernzin van de eerste alinea?

Slide 26 - Open question


Wat zijn verwijswoorden?

Slide 27 - Open question

Waar verwijst het woord 'Dat' naar?
(r. 1)

Slide 28 - Open question


Wat is het tekstdoel van deze tekst?

Slide 29 - Open question

Einde van de les!

Slide 30 - Slide