Betoog

"Het klimaat verandert snel. We zien hogere temperaturen, meer extreme weersomstandigheden en stijgende zeespiegels."
A
bepaald verschijnselstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden-heden-toekomst-structuur
D
probleem-oplossingsstructuur
1 / 53
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

"Het klimaat verandert snel. We zien hogere temperaturen, meer extreme weersomstandigheden en stijgende zeespiegels."
A
bepaald verschijnselstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden-heden-toekomst-structuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

"Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de aarde opwarmt. Dit komt door de toename van broeikasgassen zoals CO2 in de atmosfeer."
A
argumentatiestructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
bepaald verschijnselstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

"Het gebruik van sociale media heeft voordelen zoals gemakkelijke communicatie, maar ook nadelen zoals privacyproblemen."
"Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de aarde opwarmt. Dit komt door de toename van broeikasgassen zoals CO2 in de atmosfeer."
A
voor- en nadelenstructuur
B
verleden-heden-toekomst-structuur
C
aspectenstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

"Wat is de oorzaak van klimaatverandering? De belangrijkste oorzaak is de uitstoot van broeikasgassen door menselijke activiteiten."

A
Vraag- en antwoordstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden-heden-toekomst-structuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

"De vervuiling van de oceanen is een groot probleem. Een mogelijke oplossing is het verminderen van plasticgebruik en het verbeteren van recyclingprogramma's."


A
verleden-heden-toekomst-structuur
B
aspectenstructuur
C
argumentatiestructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

"We moeten meer investeren in hernieuwbare energie, want dit vermindert onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en leidt tot een schoner milieu."



A
Vraag- en antwoordstructuur
B
aspectenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

"De vervuiling van de oceanen is een groot probleem. Een mogelijke oplossing is het verminderen van plasticgebruik en het verbeteren van recyclingprogramma's."



A
aspectenstructuur
B
organisatiestructuur
C
probleem-oplossingsstructuur
D
verleden-heden-toekomst-structuur

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke zes aandachtstrekkers in de inleiding ken je?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Een waarderend argument kun je controleren? Waar of niet waar?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dit is een voorbeeld van een:
A
1-2-3 argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
geen van allen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dit is een voorbeeld van een:
A
geen van allen
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
onder-argumentatie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is een betogende tekst ingedeeld?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Woordenschat

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inleiding van een betoog
Kern van een betoog
Slot van een betoog
Mening over het onderwerp 
Argumenten voor zijn mening
Conclusie: herhalen van zijn mening

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat: les 3

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Quiz huiswerkopdrachten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

ingrijpend
A
stap voor stap verdergaande
B
drastisch; met grote gevolgen
C
mechanisatie
D
irrigatie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

irrigatie
A
hoeveelheid
B
veredeling
C
kunstmatige bevloeiing of bewatering van een terrein
D
stap voor stap verdergaande

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

volume
A
hoeveelheid
B
drastisch; met grote gevolgen
C
stap voor stap verdergaande
D
veredeling

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

mechanisatie
A
vervanging van arbeidskracht door machines of andere hulpmiddelen
B
volume
C
ingrijpend
D
voortschrijdende

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

voortschrijdende
A
drastisch; met grote gevolgen
B
volume
C
mechanisatie
D
stap voor stap verdergaande

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

veredeling
A
irrigatie
B
ingrijpend
C
kunstmatige selectie met de beste erfelijke eigenschappen
D
stap voor stap verdergaande

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een synoniem?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Onbekende woorden: Woordbetekenis via synoniem
Zoek een....
Synoniem:
Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
Zo gebruik je....
Zoek een synoniem in dezelfde zin of lees anders ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Een voorbeeld
Jasper heeft individueel pianoles, omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.

Wat is een synoniem in deze zin voor individueel?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat is een synoniem in deze zin voor individueel?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Het antwoord in de zin
Jasper heeft individueel pianoles, omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

progressief
A
rechtstreeks
B
vooruitstrevend
C
seculier
D
rechts

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

seculier
A
oppositie
B
tandarts
C
onkerkelijk
D
werkelijk

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Wat is liberalisme?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wat is ministeriële verantwoordelijkheid?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Collectief
A
collectie
B
lepel
C
verjaring
D
groep (samenwerkende) personen

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Lezen
timer
10:00

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

  • Je kunt een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.
BETOOG
Lesdoelen

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

  • Waarom schrijf je een betoog?
  • Wat staat er zoal in een betoog?

Standpunt
Argumenten
Tegenargumenten -> weerlegging
Signaalwoorden


Een betoog schrijven

Slide 45 - Slide

Uitlegvideo 

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

  • Maak een bouwplan.
  • Gebruik voor elk argument een aparte alinea.
  • Herhaal je standpunt in het slot.
  • Gebruik signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling en conclusie.
  • Plaats in je betoog drie witregels: één na de inleiding, één tussen het tekstdeel met argumenten en het tekstdeel met tegenargumenten en één voor het slot.
Een paar regeltjes

Slide 48 - Slide

Schema uitwerken op bord

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Standpunt: Ik vind dat de schooldagen in Nederland maximaal
6 uur moeten duren.
Argument: Want in andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter.
Tegenargument: Maar dan is er volgens sommige experts niet genoeg tijd per week voor alle schoolvakken.
Weerlegging: Daar staat tegenover dat concentratieniveaus steeds verder dalen, kortere schooldagen komt dat ten goede.
Een voorbeeld

Slide 50 - Slide

Schema uitwerken op bord
Oefenen: onderwerp = boksen is een (on)gezonde sport

Ik vind: ...
Want: ...
Maar: ...
Daar staat tegenover: ...

Slide 51 - Slide

Schema uitwerken op bord
Aan de slag
Maak: opdracht 1 of 2 pagina 175 in je boek en in je schrift.


Slide 52 - Slide

This item has no instructions

  • Je kunt een betoog schrijven met een inleiding, middenstuk en slot.
Lesdoelen

Slide 53 - Slide

This item has no instructions