Lezen

Tekstdoel en onderwerp
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekstdoel en onderwerp

Slide 1 - Slide


Kies van de volgende tekstjes het juiste tekstdoel en het onderwerp.


Slide 2 - Slide

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
0:30

Slide 3 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren

Slide 4 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
de ANWB
B
de ANWB-winkel in Amersfoort
C
wegenwacht
D
aanbieding ANWB voor Amersfoort en omgeving

Slide 5 - Quiz

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
1:00

Slide 6 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren

Slide 7 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
Eerste Dunkin' Donuts in Nederland opent op 23 maart.
B
Dunkin' Donuts
C
opening eerste Dunkin' Donuts in Nederland
D
Dunkin' Donuts in Amsterdam

Slide 8 - Quiz

Bekijk bovenstaande tekst. Wat is het tekstdoel en het onderwerp? Kies de juiste antwoorden op de volgende dia's.
timer
0:30

Slide 9 - Slide







Wat is het tekstdoel?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instrueren

Slide 10 - Quiz







Wat is het onderwerp?
A
Anne van Leer raadt Rijschool Van Dam aan.
B
Rijschool Van Dam
C
rij-instructeur Marcus
D
een gezellige rijschool

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide


Bij de volgende vragen krijg je steeds een alinea van de tekst 'Gezellige aardmannetjes' te lezen. Er staat steeds een vraag bij die je in de dia erna moet beantwoorden. 

Slide 13 - Slide

Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?

Slide 15 - Open question

Is zin 1, 2, 3 of 4 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3
D
zin 4

Slide 17 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? 
Kies uit: 
A  eigenschappen stokstaart
B  lichamelijke kenmerken stokstaart
C  gedrag stokstaart
D  De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Klik hier je gekozen deelonderwerp aan.

A
eigenschappen stokstaart
B
lichamelijke kenmerken stokstaart
C
gedrag stokstaart
D
De stokstaart kan zichzelf goed verdedigen.

Slide 19 - Quiz

Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.

A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3

Slide 21 - Quiz

Is zin 1, 2 of 3 de kernzin van deze alinea?
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Kies hier het nummer van de kernzin die je gekozen hebt.
A
zin 1
B
zin 2
C
zin 3

Slide 23 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Schrijf het in maximaal drie woord op.
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Noteer hier het deelonderwerp.

Slide 25 - Open question

Wat is het deelonderwerp van deze alinea? Noteer het in maximaal 5 woorden.
timer
1:00

Slide 26 - Slide

Noteer hier het deelonderwerp.

Slide 27 - Open question

Deze alinea is ook meteen het slot van de tekst. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst af te sluiten? Kies uit:
A  de schrijver geeft een advies
B  de schrijver komt tot een conclusie
C  de schrijver vat het voorafgaande kort samen
D  de tekst heeft eigenlijk niet echt een slot
timer
1:00

Slide 28 - Slide

Klik hier je gekozen antwoord aan.

A
de schrijver geeft een advies
B
de schrijver komt tot een conclusie
C
de schrijver vat het voorafgaande kort samen
D
de tekst heeft eigenlijk niet echt een slot

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide