Herhaling Grammatica Zinsdelen V1

Ontleed deze zinnen in je schrift:
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.
3. De vriendin van mijn broer bleek in het geheim een succesvolle schrijfster van jeugdboeken te zijn.


1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ontleed deze zinnen in je schrift:
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op?
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini.
3. De vriendin van mijn broer bleek in het geheim een succesvolle schrijfster van jeugdboeken te zijn.


Slide 1 - Slide

onderwerp gezegde lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepaling
1. Schept de kok van dit restaurant eigenhandig voor de gasten de gerechten op? (wg)
2. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini. (wg)
3. De vriendin van mijn broer bleek in het geheim [een succesvolle schrijfster van jeugdboeken] te zijn. (ng)

Slide 2 - Slide

Stappenplan zinsontleding
Om zinnen te ontleden voer je 7 stappen uit.
Deze stappen doorloop je in een vaste volgorde.

In de volgende dia's worden ze stap voor stap uitgelegd.

Slide 3 - Slide

1. Zoek de persoonsvorm
HOE? -> Tijdproef / getalproef / vraagproef.

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord bleek dat boek helaas veel te eng te zijn voor mijn nichtje.


Slide 4 - Slide

1. Zoek de persoonsvorm
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord bleek dat boek helaas veel te eng te zijn voor mijn nichtje.

Slide 5 - Slide

2. Zet de zinsdeelstrepen
HOE? -> Zet de zin steeds in een andere volgorde en kijk welke woorden aan elkaar vastzitten.

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen tonen de sporters hun nationale vlag aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord bleek dat boek helaas veel te eng te zijn voor mijn nichtje.


Slide 6 - Slide

2. Zet de zinsdeelstrepen
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / veel te eng / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 7 - Slide

3. Zoek het onderwerp (ow)
VRAAG: wie / wat + pv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / veel te eng / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 8 - Slide

3. Zoek het onderwerp
VRAAG: wie / wat + pv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / veel te eng / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 9 - Slide

4. Zoek het gezegde (wg/ng)
Verzamel eerst alle werkwoorden in je zin. Kijk daarna of dit iets is dat het onderwerp DOET/OVERKOMT (= ACTIE) of iets dat vertelt over wat het onderwerp IS/BLIJFT/WORDT (= OMSCHRIJVING).

ACTIE? -> werkwoordelijk gezegde (wg)
OMSCHRIJVING? -> naamwoordelijk gezegde (ng)


Slide 10 - Slide

Hoe schrijf je het gezegde op?
Werkwoordelijk gezegde: schrijf alle werkwoorden van de zin op, in de volgorde van de zin. 

Naamwoordelijk gezegde: alle werkwoorden van de zin + het stukje van de zin dat vertelt wat het onderwerp is/blijft/wordt.
Dit stukje zet je tussen blokhaken = [ ...]. Ook hier geldt: hou de volgorde van de zin aan!

Slide 11 - Slide

4. Zoek het gezegde (wg/ng)

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / veel te eng / te zijn / voor mijn nichtje.



Slide 12 - Slide

4. Zoek het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek. (wg)

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 13 - Slide

5. Zoek het lijdend voorwerp (lv)
VRAAG: wie/wat + wg + ow?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.

Slide 14 - Slide

5. Zoek het lijdend voorwerp
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.

Zinnen met een ng hebben NOOIT een lv.

Slide 15 - Slide

6. Zoek het meewerkend voorwerp (mv)
VRAAG: aan/voor wie/wat + wg + ow + lv?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 16 - Slide

6. Zoek het meewerkend voorwerp

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 17 - Slide

7. Zoek de bijwoordelijke bepalingen (bwb)
VRAGEN: hoe? waar? waarom? wanneer?

Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen / tonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 18 - Slide

7. Zoek de bijwoordelijke bepalingen
Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelentonen / de sporters / hun nationale vlag / aan het publiek.

Door die uitgebreid beschreven moord / bleek / dat boek / helaas / [veel te eng] / te zijn / voor mijn nichtje.


Slide 19 - Slide

LET OP:
  • Iedere zin heeft sowieso een gezegde. 
  • De rest van de zinsdelen hoeft er niet in te staan.
  • In een zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen staan.

Jij / praat / altijd / zo hard. (= ow / wg / bwb / bwb)
Pak / je boek. (= wg / lv)



Slide 20 - Slide

Ontleed deze zinnen:
1. Elke woensdagmiddag leest opa een sprookje aan zijn kleindochter voor.
2. Uiteindelijk bleken wij veel te laat te zijn.
3. Waarom zou de huisarts de patiënt vandaag absolute rust hebben voorgeschreven?
4. Heeft deze mevrouw haar schoothondje te vaak gevoerd?
5. Mijn oudere broer wordt later waarschijnlijk dierenarts.



Slide 21 - Slide

onderwerp gezegde lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp bijwoordelijke bepaling
1. Elke woensdagmiddagleest / opa / een sprookje / aan zijn kleindochtervoor. (wg)
2. Uiteindelijkbleken / wij / [veel te laat] / te zijn. (ng)
3. Waaromzou / de huisarts / de patiënt / vandaag / absolute rusthebben voorgeschreven? (wg)
4. Heeft / deze mevrouw / haar schoothondje / te vaakgevoerd? (wg)
5. Mijn oudere broer / wordt / later / waarschijnlijk[dierenarts]. (ng)



Slide 22 - Slide

Schrijf het stappenplan zinsdelen op (7 stappen).

Schrijf bij iedere stap ook de vraag op die je nodig hebt.
timer
5:00

Slide 23 - Slide

1: Zoek de persoonsvorm.
2: Zet de zinsdeelstrepen.
3: Zoek het onderwerp.          
                    wie/wat + pv?
4: Zoek het werkwoordelijk/ naamwoordelijk gezegde.
                    actie? -> wg
                    omschrijving? -> ng
5: Zoek het lijdend voorwerp.      
                    wie/wat + wg + ow?
6: Zoek het meewerkend voorwerp.
                     aan/voor   wie/wat + wg + ow + lv?
7: Zoek de bijwoordelijke bepalingen.
                     waar? wanneer? hoe? waarom?

Slide 24 - Slide

Wat is het verschil?


Het schilderij staat VOOR DE KAST.
De schilder verft een schilderij VOOR MIJ.

Slide 25 - Slide

Wat is het verschil?


Het schilderij staat VOOR DE KAST (= bwb).
De schilder verft een schilderij VOOR MIJ (= mv).

Slide 26 - Slide