Toetsvoorbereiding

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Toetsvoorbereiding

Inhoud:

Startopdracht (vragen via LessonUp)

Deel 1 toetsvoorbereiding

Zelfstandig werken

Evaluatie en vooruitblik

Deel 2 toetsvoorbereiding (les 2)

Ammonia heeft een pH van 11
Regenwater heeft een pH van 5
Wat is waar?

1. Ze zijn allebei zuur
2. Ze zijn allebei basisch
3. Ammonia is zuur, regenwater is basisch
4. Ammonia is basisch, regenwater is zuur

Een oplossing met een pH van 5,4 wordt verdund. Hoe verandert de pH?

1. De pH blijft hetzelfde
2. De pH wordt kleiner
3. De pH wordt groter

Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?

1. pH = 0,20
2. pH = 1,0
3. pH = 3,0

Een ammonia-oplossing met een pH van 11 verdun je 100x.
Wat is de nieuwe pH?

1. 9
2. 10
3. 12
4. 13

100 mL pH = 5 wordt toegevoegd aan 900 mL water. Bereken pH

1. 10x verdund ==> pH = 4
2. pH blijft gelijk
3. na verdunning wordt de pH = 7 - 5 = 2
4. 10x verdund ==> pH = 6

De waterhardheid wordt uitgedrukt in Duitse hardheidsgraden (D°).
Wat betekent 1 D°?

1. Dat er 5,1 mg kalksteenionen zijn opgelost per liter water
2. Dat er 3,7 mg calciumionen zijn opgelost per liter water
3. Dat er 7,1 mg calciumionen zijn opgelost per liter water
4. Dat er 9,3 mg kalksteenionen zijn opgelost per liter water

Wat is het rendement van deze electriciteitscentrale?

1. 230/370 *100 = 62%
2. 230/600*100 = 38%
3. (230+370)/600 = 80%
4. 370/600 = 62%

Bij de bereiding van zuurstof onstaat 12 g zuurstof uit 40 g kaliumchloraat. Bereken het rendement.
(K = 39,1u/Cl = 35,45u/O = 16,0u)

2KClO​3​​→2KCl+3O​2​​​​​

1. 77 procent
2. 16 procent
3. 39 procent
4. geen idee

5.1 Voeding

Fotosynthese (schema + reactievergelijking)

3 soorten voedingsstoffen (molecuul/atoomsoorten)

• Koolhydraten
• Eiwitten
• Vetten

Zelfstandig werken

Oefenen met opdrachten

Lastige opdrachten omcirkelen en aan de docent doorgeven

Terugblik en vooruitblik

5.2 Koolstofkringloop

Korte/lange koolstofkringloop

Fossiele brandstoffen

Broeikaseffect

5.3 Stikstofkringloop

N2 in lucht; niet te gebruiken door planten, dieren, mens

Gebonden N2 wel te gebruiken (NO2,...)

Deze worden gevormd door stikstof

bindende bacteriën.

Plant: Stikstof is nodig om eiwitten te 

maken en te groeien

Plantenresten en (kunst)mest bevatten

gebonden stikstof

Haber Boschproces (kunstmest)

5.4 Waterkwaliteit

Hardheid:

Reactie van CaCO3 (kalksteen)

met H20 en CO2. Er komt Ca2+ vrij

Schuimgetal: De hoeveelheid

zeep die kan worden toegevoegd

voordat de oplossing gaat schuimen

Zuurgraad

Zuur

Neutraal

Base

Verdunnen/ pH verandert

Zuur: Eén stapje naar rechts = x 10 ( 1 -- 7)

Base: Eén stapje naar links = x 10 (14 -- 7)

5.5 Chroene chemie

l

De werkelijke opbrengst is de massa van de stof die je gemaakt hebt. De theoretische opbrengst is de maximale massa die bij deze reactie van de stof kan ontstaan. De theoretische opbrengst kun je uit de reactievergelijking afleiden met behulp van massaverhoudingen (par. 4.3)

Hoe hoger het rendement hoe beter

Duurzame ontwikkeling

Typen vragen:

Theorievragen (Reproductie)

Redeneervragen: logisch nadenken

Verbanden leggen (praktijk met de theorie)

Berekeningen (pH, schuimgetal/hardheid, rendement)

Tip: Oefen meerdere opdrachten (o.a. Toetsvoorbereiding)