What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
4.1 t/m 4.14
Welkom
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen deze les?
Toets bespreken
Uitleg hoofdstuk 4 (deel 1)
Maken opdrachten
Uitleg hoofdstuk 4 (deel 2)
Maken opdrachten
Slide 2 - Slide
Voor het bespreken:
Je krijgt je toets terug
Controleer je aantal punten in de kantlijn
Controleer je cijfer met de formule op het bord
Wacht rustig tot we gaan beginnen
Tijdens het bespreken:
We zijn stil
Individuele vragen bewaar je tot na het bespreken
Klassikale vragen mogen wel (vinger opsteken, niet gaan roepen)
Slide 3 - Slide
Begrippen
Als je werkt bij een baas ben jij de
werknemer
De baas is de
werkgever
Als je werkt en je ontvangt daarvoor salaris/loon, dan werk je in
loondienst
Slide 4 - Slide
Omzet & Afzet
Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de
omzet
.
Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de
afzet.
Hoe berekenen we de omzet?
Omzet = afzet x verkoopprijs
Slide 5 - Slide
Opdracht
Mila heeft een winkel. Ze heeft het afgelopen jaar 6.000 producten verkocht. Ze verkoopt de producten voor 20 euro per product.
Hoeveel is de omzet van Mila?
6000 x 20 = 120.000 euro
Slide 6 - Slide
Inkoopwaarde van de omzet
De inkoopwaarde van de omzet geeft aan hoeveel de aanbieder/winkelier zelf betaald heeft om de producten in te kopen.
Inkoopwaarde van de omzet = inkoopprijs x aantal verkochte producten
Slide 7 - Slide
Brutowinst
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de omzet
Voorbeeld: Rikki heeft 2000 producten gekocht tegen een inkoopprijs van €10. Deze producten verkoopt ze voor €25 per stuk. Wat is haar brutowinst?
Omzet = 25 x 2000 = 50.000
Brutowinst = €50.000 - (2000 x 10) = €30.000
Slide 8 - Slide
Ga aan de slag!
Maak opdracht 4.1 t/m 4.6
Tijd: Ongeveer 15 minuten
Je mag fluisterend overleggen
timer
15:00
Slide 9 - Slide
Bedrijfskosten
Bedrijfskosten zijn kosten die nodig zijn om je bedrijf te runnen.
Kunnen jullie voorbeelden bedenken van bedrijfskosten?
Loonkosten, reclamekosten, huurkosten, gas/water/licht, vervoerskosten
Slide 10 - Slide
Verschil tussen brutowinst en nettowinst
Brutowinst betekent dat er nog kosten af moeten
Nettowinst betekent dat er niks meer af hoeft. De eigenaar kan dit in eigen zak steken of investeren in zijn bedrijf.
Nettowinst = brutowinst - alle bedrijfskosten
Slide 11 - Slide
Alles onder elkaar:
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Ga aan de slag!
Maak opdracht 4.1 t/m 4.14
Tijd: Tot het einde van de les
Je mag zachtjes overleggen
Slide 14 - Slide
More lessons like this
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 3 hst 5 les 2
March 2020
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
leerjaar 4 Economie Hst 3 les 1
September 2022
- Lesson with
10 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
leerjaar 4 Economie Hst 3 paragraaf 2
November 2018
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.2 Winst of verlies?
August 2018
- Lesson with
39 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Lesson with
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Lesson with
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3