Paragraaf 7.5: Impulsgeleiding

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 32 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg je spullen klaar:
  • Laptop 
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

VWO:
1ste uur: 
  • Herhaling paragraaf 7.4: Reflexen en autonome zenuwstelsel
  • Uitleg paragraaf 7.5: Impulsoverdracht
  • Zelfstandig werken

2e uur:
  • Oefenopdracht impulsoverdracht met kralen en tekenen






Slide 2 - Slide

Hersenbloeding
Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum. 

Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp.
Leg uit of hij: 
- Dit voelt?
- Zijn been met een reflex kan wegtrekken? 
- Zijn been via een bewuste beweging kan wegtrekken? 

Slide 3 - Slide

Paragraaf 7.5: Impulsoverdracht

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:

1. Ik kan beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt.

2. Ik kan beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt.

Slide 5 - Slide

Impulsen
  • Een impuls is een soort elektrische stroom door een zenuwcel.

  • Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel. 

  • Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.


Slide 6 - Slide

Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust is het
verschil in lading tussen de
buitenkant van de cel en de binnenkant 
-70mV.
De binnenkant van de cel is negatief 
geladen ten opzichte van de buitenkant.



Slide 7 - Slide

Rustpotentiaal - Na+-K+-pomp
BINAS 88E
Continu worden 3 
Nanaar buiten en
2 K+naar binnen 
gepompt. 
->Kost energie. 

Slide 8 - Slide

Na+ en K+ poorten
Het potentiaalverschil van -70 mV 
(rustpotentiaal) wijzigt bij een 
prikkel door het openen en 
sluiten van Na+ en K+ poorten.

Als de prikkel sterk genoeg 
is ontstaat een actiepotentiaal.

Slide 9 - Slide

Na+ poorten
Na+ poorten kunnen openen als gevolg van:
  • een chemische prikkel (neurotransmitter bij een zintuig/ in een synaps tussen twee zenuwcellen)
  • een elektrische prikkel (poorten ernaast gaan open)
  • een mechanische prikkel (tastzintuig)
Na+ poort

Slide 10 - Slide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 11 - Slide

1 Rustfase

Slide 12 - Slide

2 Prikkel -> depolarisatie
Prikkel zwak:
kleine depolarisatie en herstel naar rustpotentiaal

Slide 13 - Slide

2 Drempelwaarde
Prikkel sterk genoeg:
Membraanpotentiaal naar -50mV: 
actiepotentiaal

Slide 14 - Slide

3 Actiepotentiaal
Alle Na+ poorten gaan open, cascade

Slide 15 - Slide

4 Repolarisatie
Bij 30 mV sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten

Slide 16 - Slide

5 Hyperpolarisatie
K+ poorten reageren iets te traag bij bereiken rustpotentiaal

Slide 17 - Slide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Impulsrichting
Doordat volgende Na+ poorten openen als gevolg van de actiepotentiaal in de buurt 'loopt' de actiepotentiaal over het hele neuron. Van dendriet naar het uiteinde van alle axonen.

Slide 20 - Slide

Impuls

Slide 21 - Slide

Impulsrichting
Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels (refractaire periode), de Na+poorten kunnen ze even niet meer opnieuw geopend worden.

Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Slide 22 - Slide

Sprongsgewijze impulsgeleiding

Slide 23 - Slide

Sprongsgewijze impulsgeleiding
De isolatie van de zenuwcellen zorgt ervoor dat de impuls grote sprongen maakt over de celmembraan van ongeïsoleerd deel naar ongeïsoleerd deel (van insnoering van Ranvier naar insnoering van Ranvier). 

Sprongsgewijze impulsgeleiding gaat erg snel.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Impulsgeleiding
Fysiek geheugen steuntje

Slide 26 - Slide

De impulswave
Rustpotentiaal: handen gestrekt langs lichaam
Drempelwaarde: navelhoogte
Depolarisatie: Handen boven hoofd uitgestrekt
Repolarisatie: Handen zakken naar beneden
Hyperpolarisatie: Even door de knieën zakken en weer terug naar start positie

Slide 27 - Slide

Welke Binas tabel?

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
 

VWO: 
Paragraaf 7.5: Opdrachten 53 t/m 65


Opdrachten niet af = huiswerk














Slide 29 - Slide

Lesdoelencheck:
Kan ik:

- beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt?

- beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt?


Slide 30 - Slide

Actiepotentiaal met kralen!

  • Maak een groepje van 2 en een groepje van 3
  • Elk groepje een A3 vel met een zenuwcelmembraan.
  • Elk groepje krijg groene en rode kralen
  • Maak een legenda.
  • Maak van elke stap een tekening wat er met de poortjes en ionen gebeurt op je individuele poster
  • Begin in de rustfase.
  • Veel plezier! 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video