Paragraaf 11.1 - Man en vrouw [3]

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen

Slide 1 - Slide

11.1 Man en vrouw
Wanneer is een jongen vruchtbaar?

  • Zaadballen gaan zaadcellen maken in
    puberteit > vruchtbaar
  • Zaadcellen zijn de voortplantingscellen van een man
  • Als een vruchtbare man geslachtsgemeenschap heeft met een vrouw kan hij haar zwanger maken
  • Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
  • Zaadcel heeft een kop (met celkern) en een staart
    (om voort te bewegen)

Slide 2 - Slide

11.1 Man en vrouw

Slide 3 - Slide

11.1 Man en vrouw
Zaadlozing

  • Erectie is een stijve penis
  • Bij een erectie gaat extra bloed naar
    de zwellichamen

  • Als een man klaarkomt krijgt hij een zaadlozing > zaadcellen met vocht
  • Route zaadcel: bijbal > zaadleider > langs zaadblaasjes en prostaat > urinebuis
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe aan zaadcellen
  • Zaadvocht + zaadcellen = sperma


Slide 4 - Slide

11.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 11.1 – Opdracht 1 t/m 7
  • Hoe? Blz. 62 t/m 64
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 7 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
15:00

Slide 5 - Slide

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen
  • Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt

Slide 6 - Slide

11.1 Man en vrouw
Wanneer is en meisje vruchtbaar?

  • Eierstokken bevatten 200 000 onrijpe eicellen
  • Eicellen zijn de voortplantingscellen van een vrouw
  • In de puberteit gaan de eerste eicellen rijpen in de eierstokken > vruchtbaar
  • Bevruchting van een eicel vindt plaats in een eileider

  • Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
  • Een baby groeit in de baarmoeder



Slide 7 - Slide

11.1 Man en vrouw

Slide 8 - Slide

11.1 Man en vrouw
Hoe vaak rijpt een eicel?
  

In de puberteit beginnen het voortplantingsorgaan van een vrouw te werken (blz. 68)

  1. in de eierstokken liggen onrijpe eicellen te wachten
  2. één eicel rijpt > eicel neemt vocht met voedingsstoffen op en wordt groter
  3. na ongeveer 14 dagen is de eicel rijp > het blaasje om de eicel barst open en de rijpe eicel komt in de eileider > dit noem je ovulatie of eisprong
  4. na de eisprong blijft de eicel 12 tot 24 uur in leven in de eileider > de eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder

Slide 9 - Slide

11.1 Man en vrouw
Let op!

Tot 24 uur na de eisprong
kan de eicel door een 
zaadcel bevrucht worden:

1. de eicel wordt bevrucht en
de vrouw is zwanger

2. de eicel wordt niet bevrucht
en de eicel sterft > vrouw wordt ongesteld

Slide 10 - Slide

11.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 11.1 – Opdracht 8 t/m 15
  • Hoe? Blz. 66 t/m 69
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 8 t/m 15 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
15:00

Slide 11 - Slide

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt

Slide 12 - Slide

11.1 Man en vrouw
Wanneer wordt een meisje ongesteld?

  • Menstruatiecyclus
    - duurt gemiddeld 28 dagen
    - baarmoederslijmvlies wordt dikker
    - 2 weken na begin cyclus vindt de eisprong plaats
    - 2 weken na de eisprong (ovulatie) begint een nieuwe cyclus
    - aan begin van een cyclus vindt de menstruatie plaats


  • Menstruatieongesteldheid


Slide 13 - Slide

11.1 Man en vrouw

Slide 14 - Slide

11.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 11.1 – Opdracht 16 t/m 21
  • Hoe? Blz. 70 t/m 72
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 16 t/m 21 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
1:00

Slide 15 - Slide