Bedrijfseconomie expert H2

Bedrijfseconomie 
Bedrijfseconomie expert H2

Winstgevendheid
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bedrijfseconomie 
Bedrijfseconomie expert H2

Winstgevendheid

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt het economisch resultaat berekenen 
  • Je kunt de rentabiliteit van het gemiddeld eigen, vreemd en totale vermogen berekenen
  • Je kunt van een gegeven situatie vaststellen of een onderneming solvabel is


Slide 2 - Slide

Agenda
  1. Het economisch resultaat van een eenmanszaak
  2. Rentabiliteit van het eigen vermogen
  3. Rentabiliteit van het vreemde vermogen
  4. Rentabiliteit van het totale vermogen
  5. Het verband tussen de rentabiliteiten 
  6. Solvabiliteit en liquidatiewaarde

Slide 3 - Slide

                                        voorruitblik
Leer je financiële kengetallen en kun je deze berekenen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Rentabiliteit

Slide 6 - Slide

Het economisch resultaat van een eenmanszaak

Slide 7 - Slide

Gewaardeerd loon?

Slide 8 - Mind map

Zoek op internet wat gewaardeerd loon is.

Slide 9 - Open question

Berekening
Opbrengst van het eigen vermogen  = economisch resultaat

Nettowinst - gewaardeerd loon

Slide 10 - Slide

Opbrengst van het vreemde vermogen
Interest op het vreemde vermogen

Slide 11 - Slide

Opbrengst van het totale vermogen





Economisch resultaat + interest op het vreemde vermogen

Slide 12 - Slide





REV
                         RVV
                                                      RTV

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Expert theorieboek pagina 41
Het gemiddelde EV bedroeg € 200.000
Het gemiddelde vreemde vermogen was € 300.000
De nettowinst bedroeg € 96.000
Het gewaardeerd loon was € 70.000
De interestkosten waren € 24.000

Slide 16 - Slide

Opbrengst totaal vermogen
Opbrengst totaal vermogen berekenen:

  1. Economische resultaat € 96.000 - € 70.000 = € 26.000
  2. Interest kosten € 24.000,-

Opbrengst totaal vermogen € 26.000,- + € 24.000,- = € 50.000,-

Slide 17 - Slide

Opbrengst totaal vermogen
Opbrengst totaal vermogen berekenen:
  1. Economische resultaat € 96.000 - € 70.000 = € 26.000
  2. Interest kosten € 24.000,-

Opbrengst totaal vermogen € 26.000,- + € 24.000,- = € 50.000,-

Slide 18 - Slide

RTV
Totale vermogen is EV + VV = € 200.000 + € 300.000 = € 500.000

Opbrengst EV + interestkosten = € 26.000 + € 24.000 = € 50.000

RTV = € 50.000 / €500.000 = 0,10 = 10%

Opbrengst van iedere geïnvesteerde euro bedraagt dus € 0,10

Slide 19 - Slide

REV
€ 26.000 / € 200.000 = 0,13 = 13%

Opbrengst van iedere geïnvesteerde euro EV bedraagt dus
€ 0,13

Slide 20 - Slide

RVV
€ 24.000 / € 300.000 = 0,08 = 8%

Interestkosten voor iedere euro VV bedragen dus € 0,08

Slide 21 - Slide

Op het totale vermogen dus 10% verdiend
Met zowel EV en VV
Met VV € 300.000 x 10% = € 30.000 verdiend
Interestkosten bedragen € 24.000
Dus € 6.000 komt ten goede aan het EV

Slide 22 - Slide

Met het EV ook 10% verdiend en dit is € 200.000 x 10% =
€ 20.000
Daar komt € 6.000 bij van het VV en is totaal € 26.000
6.000/200.000= 3% 
EV krijgt totaal dus 13%

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Expert werkboek H2
Kennisvragen 1 t/m 3
Routinevragen R1 t/m R9

Slide 26 - Slide

Opbrengst EV = Nettowinst - gewaardeerd loon



Gemiddeld geïnvesteerd EV = (EV 1 jan + EV 31 dec) / 2



Exploitatieoverzicht
Balans

Slide 27 - Slide

Betaalde interest = rentekosten over geleend geld


Gemiddeld geïnvesteerd Vreemd Vermogen =
(Vreemd Vermogen 1 jan + Vreemd Vermogen 31 dec) / 2
Vreemd vermogen = KVV + LVV

Slide 28 - Slide

Wat heb je geleerd?
Je kunt het economisch resultaat berekenen
Je kunt de rentabiliteit van het gemiddeld eigen, vreemd en totale vermogen berekenen

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen =
(Totaal Vermogen 1 jan + totaal vermogen 31 dec) / 2

Slide 31 - Slide

Solvabiliteit

Slide 32 - Slide

Elementaire bedrijfseconomie 2
Opgave 16 blz. 112
Opgave 17 en 18 blz. 126
Taak 2 blz. 134

Slide 33 - Slide

Oefenen

Slide 34 - Slide

Leerdoel 

Slide 35 - Slide

Volgende lesweek
Leer je de rentabiliteit te  berekenen voor zowel de eenmanszaak als voor de BV en NV
Kan je in je eigen woorden uitleggen wat cashflow is
Leer je aan de hand van relevante gegevens de cashflow te berekenen voor zowel de eenmanszaak als de BV en NV
Kan je financiële kengetallen interpreteren

Slide 36 - Slide