What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagwoorden en vraagzinnen
Vraagwoorden & vraagzinnen
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraagwoorden & vraagzinnen
Slide 1 - Slide
Wat leer je?
Aan het eind van de les kun je een vraagzin maken
met een vraagwoord. Of met een werkwoord aan het begin.
Slide 2 - Slide
Welke vraagwoorden ken je nog?
Slide 3 - Slide
Wie?
Wie
is die man op de foto?
Dat is Isaak.
Wie
komt morgen eten?Mijn moeder.
Slide 4 - Slide
Wat?
Wat
ben je aan het doen?
Ik ben aan het verhuizen.
Wat
zit in de dozen?
In de dozen zitten boeken, kussens en andere dingen.
Slide 5 - Slide
Waar?
Waar
woon jij?
Ik woon in Franeker.
Waar
is jouw jas?
Mijn jas hangt aan de kapstok.
Slide 6 - Slide
Waarom?
Waarom
ben je te laat?
Mijn bus reed niet.
Slide 7 - Slide
Wanneer?
Wanneer
is het
zomervakantie?
In juli.
Wanneer
is jouw afspraak?
Mijn afspraak is op 10 mei,
om 3 uur 's middags.
Slide 8 - Slide
Hoe?
Hoe
ga je naar school?
Ik ga met de fiets.
Hoe
gaat het met jou?
Met mij gaat het goed.
Slide 9 - Slide
Vraagzinnen maken
met
een vraagwoord
Slide 10 - Slide
Vraagzin
met
een vraagwoord
Hoe heet zij?
vraagwoord + werkwoord + wie/wat
1. 2. 3.
Slide 11 - Slide
Maak een vraag die begint met :
Wanneer ...........................................?
Slide 12 - Open question
Maak een vraag die begint met :
Waar ........................................................?
Slide 13 - Open question
Maak een vraag die begint met:
Hoe ..................................?
Slide 14 - Open question
Maak een vraag die begint met:
Wat ..................................?
Slide 15 - Open question
Vraagzinnen maken
zonder
een vraagwoord
Slide 16 - Slide
Vraagzin
zonder
een vraagwoord
Gaat Isa naar de markt? markt?
werkwoord + wie/wat + rest
1. 2. 3.
Slide 17 - Slide
Je kunt vragen ook beginnen met een
werkwoord.
Het werkwoord staat dan op de
eerste plaats
.
Kom je vanavond naar huis?
Slide 18 - Slide
werkwoord
wie of wat
rest
(wanneer, wat, waar)
Wil
je
een kopje koffie?
Gaat
Julia
naar de markt?
Is
de soep
klaar?
Eet
Paul
vanavond pizza?
Vinden
jullie
deze les moeilijk?
Begrijp
je
wat ik bedoel?
Slide 19 - Slide
Begint de vraag met een werkwoord?
Dan begint het antwoord
altijd
met
ja
of
nee
.
Koop jij groenten?
Ja,
ik koop groenten.
Koop je vlees?
Nee,
ik koop vis.
Slide 20 - Slide
Maak een vraag.
Hij gaat naar school.
Slide 21 - Open question
Maak een vraag.
De dokter werkt op vrijdag.
Slide 22 - Open question
Maak een vraag:
Hij begrijpt de opdracht.
Slide 23 - Open question
Maak een vraag.
Jij vindt het eten lekker.
Slide 24 - Open question
Maak je een vraag met je of jij? Schrijf dan de
ik-vorm
.
Jij
wilt
een kopje koffie. -
Wil
je een kopje koffie?
Jij
gaat
naar huis. -
Ga
jij naar de huis?
Jij
vindt
snoep lekker. -
Vind
jij snoep lekker?
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Maatschappelijke Ingrediënten
June 2022
-
9 slides
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Culturele Ingrediënten
June 2022
-
9 slides
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Natuurlijke Ingrediënten
June 2022
-
9 slides
Culturele en kunstzinnige vorming
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Dé Schoolreisgids
Zinnen met hulpwerkwoorden (vrije tijd)
November 2024
-
72 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
TaalNT2
Digi-doener! | Wat wil jij weten?
April 2025
-
10 slides
Taal
Informatievaardigheden
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL
A Royal Walk
May 2019
-
52 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Truth or dare? Barcelona
February 2019
-
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
Starttaal instap thema 1 taak D: Mag ik iets vragen?
September 2024
-
40 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1